Ov-staking overvalt reiziger op Schiphol
Dit wordt een lange, zware dag. Dat dacht de Amerikaanse toerist Walton Shepherd toen hij dinsdagochtend op Schiphol hoorde dat het Nederlandse openbaar vervoer op apegapen ligt.
Ov-medewerkers staken om bevriezing van de pensioenleeftijd af te dwingen. Een brede grijns tekent zich af op het gezicht van de Amerikaan. „Blijkbaar rijden er in dit land, zelfs tijdens een landelijke staking, nog treinen. Verbazingwekkend.” De man uit Richmond, Virginia, heeft geluk. Hij moet naar Amsterdam. De rechter gelastte dat er ieder uur 4 van de 25 treinen moeten blijven rijden vanaf Schiphol. Die treinen gaan richting de hoofdstad.
De rij met wachtende taxi’s bij de aankomst- en vertrekhal is korter dan anders. Ook passagiers zijn er opvallend weinig. Dat ziet schoonmaker Bert Wijstma. Hij houdt vijf dagen per week het gebied rond de aankomsthal schoon. „Minder mensen betekent voor mij minder afval”, ervaart hij. Blij is Wijstma er niet mee. „Als je goed bezig kunt blijven, gaat de tijd lekker snel. Ik zal vandaag wat vaker op mijn horloge kijken om te zien of mijn dienst er al bijna opzit.”
Vroeg
„Ik dacht dat het hier zwart zou zien van de mensen”, bekent een oud-directrice van een Amsterdams roc die samen met haar zus op een van de weinige rijdende treinen staat te wachten. De twee landden na achttien dagen New York weer op Hollandse bodem. „We wisten voor we vertrokken al dat er vandaag een landelijke ov-staking zou zijn. Dat er toch nog treinen rijden richting onze Amsterdam, is geluk hebben. Op de wegen is het rustiger dan ik had gedacht, zag ik vanuit het vliegtuig.” De stakers hoeven niet op haar begrip te rekenen. „Toen de docenten op mijn onderwijsinstelling staakten, heb ik een dag hun loon ingehouden.”
In de vertrekhal staren drie jongemannen uit Antwerpen met gefronste wenkbrauwen naar het scherm met vluchttijden. „We zouden met de trein gaan, maar zijn nu om vijf uur met de auto vertrokken.” Ze zijn uren te vroeg voor hun vlucht. Spijt van hun bijtijdse vertrek hebben ze niet. „Beter veel te vroeg dan iets te laat.”
Op verschillende plekken in de vertrekhal staan mensen met een geel hesje met daarop airport assistent. Ze worden soms meerdere keren per minuut aangeschoten door reizigers die een creatieve oplossing zoeken voor het reisprobleem waarmee ze onverwachts zijn geconfronteerd. „Ik had net een man die naar Brussel moet. Ik heb hem maar doorverwezen naar de NS-balie.”
Rijk
Inim Schenk en haar vriend Ceder Winkelaars zijn ook al vroeg paraat op de luchthaven. Voor hun vakantie naar Kroatië. „We hebben ons met de auto laten afzetten op station Lelylaan”, legt Schenk uit. „We dachten dat we een paar treinen zouden moeten wachten voordat er voor ons plek zou zijn om naar Schiphol te gaan. Maar we konden mee met de eerste de beste trein die we tegenkwamen. We konden zelfs zitten.” „Er zaten maar een paar mensen in de hele trein”, verduidelijkt haar vriend. „Op internet las ik dat mensen die dachten met het openbaar vervoer te gaan, zich niet rijk moesten rekenen. Maar toen ik in die bijna lege trein zat, rekende ik me aardig rijk.”
Buiten staat Yu Long Chen uit Taiwan een sigaret te roken. De professioneel paardrijder moet naar Almelo, maar kwam voor een verrassing te staan toen hij landde. Vanwege de staking belde hij zijn vriend in Overijssel. Die komt hem ophalen. „Een taxi is te duur.” Dat het nog twee uur duurt voordat zijn transport er is, deert Chen niet. Uit zijn tas haalt hij sigaretten. „Ik red me wel.”