Het is best ontluisterend om te zien wat we als huishoudens zoal weggooien. En ook hoe nonchalant we daarin (nog altijd) zijn. Slachtafval en infuuszakken tussen de melkpakken en colablikjes: dat komt vaker voor dan afvalverwerker Suez lief is.
Wat bij het betreden van het terrein van de Suezvestiging in Veendam opvalt, is dat de kenmerkende afvallucht ontbreekt. „Maar dat wordt straks wel anders, als we in de loods gaan kijken”, waarschuwt Dennis van Klinken (32), rayonmanager van de regio Noord-Nederland.
Hij vertelt dat hij al ruim veertien jaar voor het bedrijf –dat indertijd nog Sita heette– werkt. „Ik ben na een stage blijven plakken. Als je eenmaal in het afval zit, blijkt het een heel aanstekelijke werkomgeving te zijn.”
Wat er zo leuk is aan werken met afval? „Die vraag krijg ik vaker. Ik denk dat het komt doordat er in de wereld van het afval enorm veel in beweging is. Voor ik aan m’n stage begon, wist ik er eigenlijk maar weinig van. Een vrachtwagen die door de straat rijdt en waarin alle vuilniszakken verdwijnen – dat was mijn beeld. Ik volgde een mbo-opleiding transport en logistiek, en de afvalsector is een grote vervoerder. Zo kwam ik binnen. Maar toen ik eenmaal achter de schermen had gekeken, ontdekte ik al snel dat er heel wat meer speelt dan alleen die vrachtwagens. Ik was al snel verkocht”, vertelt hij enthousiast.
Granulaat
De belangrijkste verandering is dat de manier van denken in de afvalwereld is gekanteld. Van Klinken: „De tijd dat het erom ging zoveel mogelijk tonnen te verwerken is voorbij. We kijken inmiddels heel anders naar afval. Het doel is om uit wat we binnen krijgen, zoveel mogelijk materiaal opnieuw te gebruiken. En dat op een zo hoogwaardig mogelijke manier.”
Dat lukt ook steeds beter. „De kunststofkorrels die we winnen uit gerecycled plastic zijn inmiddels kwalitatief vergelijkbaar met granulaat gemaakt van aardolie”, vertelt Van Klinken. In de hal van het Suezkantoor in Veendam staat als illustratie hiervan een wandelwagen gemaakt van gerecycled plastic. „Helaas is de prijs nog wel een probleem. Gerecycled plastic is duurder dan nieuw plastic gemaakt van aardolie. Dat weerhoudt bedrijven er op dit moment soms nog wel van om voor gerecycled plastic te kiezen.”
Op de vergadertafel in zijn kantoor heeft Van Klinken diverse voorbeelden staan van producten die gemaakt zijn van afval. Zeepjes op basis van koffiedik en sinaasappelschillen. Wc-papier dat is gemaakt van ingezamelde drankpakken. Bekertjes van gerecycled papier die na gebruik ook weer bij het oud papier mogen. „Er zit geen coating op. Dat is uniek.”
De gebruiker wordt aangemoedigd om het bekertje meer dan eens te gebruiken. ”Deze beker is van:” staat erop. „Als je je naam erop zet, weet je zeker dat je je eigen exemplaar terugkrijgt wanneer een collega koffie of thee gaat halen. Je kunt er een dag mee toe: die bekertjes zijn vijf tot zes keer opnieuw te gebruiken.”
Brokken puin
De Suezvestiging in Veendam is een plek waar –ruwweg gesproken– afval dat in de drie noordelijke provincies wordt ingezameld, wordt afgeleverd, gesorteerd en vervolgens weer afgevoerd. Het is er een komen en gaan van vrachtwagens en personenauto’s met aanhangwagens. Op het terrein is namelijk ook de milieustraat van de gemeente Veendam gehuisvest. „Het meeste dat we hier binnenkrijgen is binnen 24 uur weer verdwenen”, vertelt Van Klinken, terwijl hij op een regenachtige woensdagmiddag een rondleiding geeft. „En er is geen bak gelijk.”
We lopen, in een veiligheidsvest gestoken, naar de grote loods waarin een van de medewerkers met een grote kraan bezig is in het vak met bouw- en sloopafval: een mix van brokken puin, stukken gipsplaat, latten met uitstekende spijkers en verpakkingsmateriaal. „Hij is de grote stukken aan het sorteren. Kijk, daar links vooraan liggen wat metalen platen. Die heeft hij er al uitgehaald.”
Terwijl we staan toe te kijken, vist de grijper van de kraan een stuk hout uit de hoop afval. „Een pannenlat”, schat Van Klinken in. Die belandt op een hoop met ander houtafval. Wat er na de eerste selectieronde overblijft, wordt op een andere locatie machinaal fijngemaakt en vervolgens verder gesorteerd. En zoveel mogelijk hergebruikt.
Kaaskorst
Of huishoudelijk afval gescheiden wordt ingezameld, is een keuze van de gemeente. „In het noorden zijn er nog best veel gemeenten waar dat niet gebeurt”, zegt Van Klinken. Als afval niet bij de bron gescheiden wordt, gebeurt dat alsnog in de fabriek. Maar ideaal is dat niet. „Een petfles waar een kaaskorst aan vastgekleefd zit, dat is toch lastig van elkaar te scheiden. Suez is daarom een groot voorstander van bronscheiding. Afval is daarbij beter te verwerken. En bronscheiding heeft ook als effect dat mensen zich daardoor bewuster zijn van hoe ze met hun afval omgaan.”
Van Klinken wijst naar een groot vak vol grijze vuilniszakken met restafval. „Die zijn afkomstig van gemeenten die aan gescheiden inzameling doen. Die zakken gaan naar een van onze afvalverbrandingsinstallaties. Daar wordt er groene energie mee opgewekt.”
Wat er na de verbranding overblijft, de zogenaamde bodemassen, wordt gebruikt als onderlaag voor bijvoorbeeld kunstgrasvelden. „Het is een steenachtig materiaal, dat vocht opneemt en geleidelijk weer afgeeft. Je kunt het gebruiken als alternatief voor grind of lava.”
Afval storten, zoals dat in het verleden veel gebeurde, komt nog maar weinig voor, vervolgt Van Klinken. „Bepaalde materialen komen, na sortering en bewerking, niet in aanmerking voor circulaire verwerking. Dat geldt bijvoorbeeld voor isolatiemateriaal. Als dat niet op een duurzamere manier kan worden verwerkt, door bijvoorbeeld energieopwekking, is storten de enige oplossing. Dat heeft niet de voorkeur, maar soms kan het niet anders.”
Lekke zwembadjes
„Wat wij hier binnenkrijgen is eigenlijk een soort spiegel van de maatschappij”, filosofeert Van Klinken. Hij wijst naar de berg met verpakkingsafval. „In het voorjaar zitten er altijd veel tuinplantjespotten tussen. In de zomer lekke zwembadjes.”
Al is dat laatste zeker niet de bedoeling. „We zamelen verpakkingen van consumentenproducten in: van metaal en van kunststof. Maar daar gaan mensen soms wel erg nonchalant mee om. Je wilt niet weten wat we soms tussen de blikjes en melkpakken vinden: slachtafval, infuuszakken, kapotte emmers, videobanden.”
Die nonchalante houding brengt voor de medewerkers risico’s met zich mee, en leidt er soms ook toe dat een hele partij ingezameld afval wordt afgekeurd. En dus niet wordt hergebruikt maar verbrand. Dat komt best precies. Van Klinken wijst naar een aantal met plastic gevulde grijze afvalzakken tussen het verpakkingsafval. „Als mensen hun melkpakken en blikjes in zulke zakken stoppen, bestaat de kans dat een hele partij wordt afgekeurd. We kunnen dan namelijk niet zien wat er in zit.” De oplossing: verpakkingsafval aan de straat zetten in doorzichtige zakken – gemeentes bieden die vaak al gratis aan.
Weggooitips voor verpakkingsafval
Prop melkpakken en lege blikjes niet vol met plastic zakken, doppen en dergelijke. Dat maakt het voor de afvalverwerker lastig om verpakkingsmateriaal te sorteren. Om ruimte te besparen kunnen drankverpakkingen eventueel wel platgedrukt worden.
Stop geen halfvolle pakken melk of vla in de verzamelzak. Dat wordt een knoeiboel.
Lege verpakkingen en blikjes afwassen is niet nodig.
>> zootjegeregeld.nl
Theekzakjesweetje
Veel mensen gooien gebruikte theezakjes bij het gft-afval. Maar dat is niet de bedoeling. Het papier waarvan de zakjes zijn gemaakt, bevat namelijk eigenlijk altijd plastic, al zie je dat er niet aan af. Het gaat om vezels van polyethyleen, die als doel hebben om het papier sterker te maken en de naden te kunnen versmelten. Dit geldt volgens de website zootjegeregeld.nl –waarop veel achtergrondinformatie over het nut en de noodzaak van afvalscheiding te vinden is– ook voor theezakjes van biologische merken.
Afval scheiden: het kan beter
Het scheiden van afval wordt steeds vanzelfsprekender. Zo’n 70 tot 80 procent van het huishoudelijk afval wordt inmiddels gescheiden ingezameld en gerecycled.
Daardoor neemt de hoeveelheid restafval per huishouden geleidelijk af. Volgens cijfers van afvalverwerkingsbedrijf Suez –voluit: Suez Recycling & Recovery– zette een gemiddelde Nederlander tien jaar geleden per jaar nog 230 kilo restafval aan de straat. Dat is inmiddels afgenomen tot ongeveer 160 kilo. Maar er zijn ook gemeenten waar dit op 80 kilo per inwoner ligt.
In opdracht van gemeenten wordt dit restafval met enige regelmaat onder de loep genomen. Uit deze analyses komen wel enige verbeterpunten naar voren. Er belandt nog best veel herbruikbaar materiaal bij het restafval. Gemiddeld genomen is ongeveer een derde etensresten en tuinafval. Bijna 10 procent van de container met restafval bestaat verder uit papier of karton.
Ook bij het apart houden van kunststof verpakkingsmateriaal en blik gaat geregeld wat mis. Volgens cijfers van Suez is een kwart van het ingezamelde materiaal niet geschikt voor recycling.
Suez denkt dat het haalbaar is om over tien jaar 90 procent van het afval van bedrijven en huishoudens te scheiden, te recyclen en opnieuw als grondstof te gebruiken.