Kerk & religie
Christelijk martelaarschap is van alle tijden

Christelijk martelaarschap is nog steeds actueel. Dat gelovigen sterven vanwege hun geloof is zo oud als het christendom zelf.

Ewout Kieckens
Standbeeld van de zendeling Bonifatius in Dokkum, die in 754 werd vermoord. beeld RD, Henk Visscher
Standbeeld van de zendeling Bonifatius in Dokkum, die in 754 werd vermoord. beeld RD, Henk Visscher

Martelaarschap heeft een impact die over de confessionele grenzen heen gaat. Dat bleek uit de studiedagen over martelaarschap die vorige week in Rome werden gehouden. De organisatie lag in handen van het Duitse Görres Institut en de Katholieke Universiteit Eichstätt-Ingolstadt.

Christelijke martelaren zijn van alle tijden. We kennen vooral de verhalen uit de tijd van het vroege christendom, toen het geloof in het Romeinse Rijk van staatswege op gruwelijke wijze werd bestreden. Maar ook in deze tijd komt in sommige landen het belijden van het christendom overeen met martelaarschap. Een aansprekend voorbeeld is de onthoofding van 21 koptische christenen door de terreurgroep IS in Libië in 2015. Het hoofd van de Koptisch-Orthodoxe Kerk heeft de mannen officieel als martelaren erkend. De 21 kopten komen nog niet voor in de laatste versie van het Martyrologium Romanum, de lijst met martelaren die de Rooms-Katholieke Kerk in 2004 publiceerde. Op die lijst staan ruim 13.000 martelaren.

Oecumenische dimensie

De protestantse wereld heeft weinig op met zo’n lijst. De erkenning van martelaarschap door hoger religieus gezag is ook niet van belang. En de voorspraak die martelaren zouden bieden aan gelovigen, is voor protestanten eveneens een brug te ver. „Maar het martelaarschap heeft een sterk oecumenische dimensie. Mensen die getuigenis geven van Christus en als het moet hun leven opofferen, zijn een voorbeeld voor alle christenen”, vat Joachim Braun samen. Hij is wetenschappelijk medewerker aan het onderzoeksinstituut voor oriëntaals christendom van de universiteit van Eichstätt en organisator van de studiedagen.

De eerste keer dat er sprake is van het woord ”martelaar” is in het ”Martyrium Polycarpi”, het verslag van de marteldood van Polycarpus, de bisschop van Smyrna, in het jaar 160. „De schrijver zocht een antwoord om de zin van het lijden en de beestachtigheid van de christenvervolging te duiden. Martelaar betekent eigenlijk ”getuige””, vertelt Braun. In het algemeen is de christelijke martelaar iemand die staat voor zijn geloof en passief zijn lot ondergaat, in tegenstelling tot de moderne martelaar van bijvoorbeeld extreem islamitische snit. Maar dat was niet altijd het geval. Zo zijn er in de geschiedenis talrijke soldaat-martelaren bekend. Denk aan een militair als Georgius van Cappadocië, beter bekend als Joris die de draak versloeg. Hij werd onder keizer Diocletianus gedood (303 na Chr.) omdat hij weigerde christenen te vervolgen, maar kan toch moeilijk worden gezien als iemand die geweldloosheid nastreefde. In het laatantieke christendom (313-476) ontstond discussie onder kerkvaders en hoge geestelijken over het feit of iemand wel martelaar kon zijn als hij het martelaarschap opzocht. Polyeuktos, patriarch van Constantinopel, vond van niet. Bij de verovering van Kreta op moslims in 961 wilde de Byzantijnse keizer Nikephoros II zijn omgekomen strijders als martelaren laten vereren. Maar de patriarch werkte daar niet aan mee omdat hij vond dat de militairen hun dood actief hadden gezocht.

Een martelaar is trouwens niet per definitie iemand die gedood wordt vanwege zijn geloof. Er bestaat ook zoiets als het ”unblutige Martyrium”, zoals dat zo krachtig heet in het Duits. Daarmee werden vroeger vooral monniken bedoeld die door een ascetisch leven getuigenis van Jezus gaven. Tegenwoordig heeft het betrekking op mensen die in stilte getuigen van hun geloof, zowel in landen waar christenen worden vervolgd als in onze postgeseculariseerde samenleving.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer