Gratis geld komt student duur te staan
Studeren is schulden maken. Wat betekent het leenstelsel voor studenten? Feest voor de flierefluiter, die de staat gebruikt als pinautomaat. Stress voor wie piekert over de toekomst. En hard werken voor iedereen.
Ze lopen letterlijk met de schuld op hun rug. 17.000 euro, 24.000 euro, 38.000 euro, staat met zwarte viltstift gekalkt op het papier dat achter op hun jas of rugtas is geplakt. Met spandoeken en megafoons trekken zo’n 300 studenten door Den Haag, schreeuwend tegen de „asociale overheid.” Die nam hun in 2015 de basisbeurs af. Wie op kamers zit, loopt daardoor elke maand 286 euro mis; wie thuis woont 102 euro.
De overheid verwacht dat de gemiddelde student straks voor 21.000 euro in het krijt staat bij de Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO). Ondertussen weten we dat:
1. Het leenstelsel prestatiedruk en psychische problemen aanjaagt. Lenende studenten zijn vaker extreem vermoeid, emotioneel uitgeput en bang voor een burn-out, bleek vorige week uit onderzoek.
2. Studenten vaker dan voorheen bij pa en ma blijven wonen, om kosten te besparen. In 2016 gingen ze gemiddeld een jaar later uit huis dan vier jaar daarvoor, lieten CBS-cijfers deze week zien.
3. De doorstroming van mbo naar hbo stokt. In 2011 schreef 46 procent van de gediplomeerde mbo’ers zich in bij een hogeschool; vier jaar later 41 procent. Een op de vijf mbo-studenten die niet doorstudeert noemt het leenstelsel als reden.
4. Huizenkopers kunnen door een studielening moeilijker een hypotheek krijgen. De komende jaren zullen meer jonge starters hier tegenaan lopen.
Waarschuwingen tegen de gevolgen weerhield politiek Den Haag niet van het besluit om de basisbeurs af te schaffen. Sterker nog: in december bepaalde de Tweede Kamer dat de rente op de studieschuld vanaf 2020 omhoog gaat.
Protest hielp allerminst, polariseerde het debat eerder. Het debat dat studenten en politici lijnrecht tegenover elkaar zet.
Studievoorschot of schuldenstelsel
De spraakverwarring over studieschuld is groot. Neem het beschilderde bord bij het studentenprotest, afgelopen november: ”Diploma halen? Tot je pensioen afbetalen”. Leuk bedacht natuurlijk. Maar het klopt niet. Aflossen duurt maximaal 35 jaar. Dat gaat naar draagkracht, volgens een door DUO vastgesteld maandbedrag. Daarna scheldt de overheid de restschuld kwijt.
Spraakverwarring ontstaat niet in het minst door de framing van het leenstelsel. Studentenvakbond LSVb spreekt standaard over schuldenstelsel. Het kabinet noemt het ”studievoorschot”, terwijl een voorschot geen terugbetaling inhoudt.
Het CDA deed afgelopen najaar verwoede pogingen om het studievoorschot de naam studielening te geven. Tot drie keer toe stemde de Tweede Kamer over het voorstel. Tot drie keer toe waren er evenveel voor- als tegenstemmers – wat een unicum is in het parlement. Het plan verdween daarmee in de prullenbak.
Leenangst of suikeroom
Om studenten van leenangst af te helpen, zette de overheid het rentepercentage op nul. Met als gevolg dat studenten suikeroom DUO goed weten te vinden. Reizen, shoppen, rijbewijs halen, uit eten gaan: voor je complete verlanglijst kun je terecht bij de bodemloze geldput in Groningen, waar het hoofdkantoor van DUO is gevestigd. Lenen? Dat werd zo goed als normaal.
Zorgwekkend, vindt Karin Radstaak van het Nationaal Instituut voor Budgetvoorlichting (Nibud). „Grote kans dat studenten in hun verdere leven ook makkelijker schulden maken.” Haar advies: leen niet meer dan nodig. „Moet je die kop koffie op het station of dat broodje in de kantine kopen? Kleine uitgaven kunnen enorm oplopen. Zet alle kosten maar eens een maand lang op een rij. Veel jongeren schrikken dan.”
Gratis spaargeld of hypotheekprobleem
De overheid hamert erop: wie studeert –en dus leent– investeert in zijn toekomst. Dat mag best wat kosten en je verdient het toch weer terug. Voor studenten houdt de toekomst meer in dan een goedbetaalde baan (wie garandeert trouwens dat je die krijgt?). Meer dan de helft leent ‘gratis’ geld om de spaarpot te vullen, liet onderzoek van het Nibud zien. Toch handig om wat achter de hand te hebben na je studie.
Sommigen denken: hoe meer eigen spaargeld, hoe hoger de hypotheek die ik straks kan afsluiten. Zonder een cent rente te betalen.
Maar zo werkt het niet helemaal. Wat nu gratis is, kan straks duur uitpakken. De rente verandert elke vijf jaar – en vanaf 2020 elke 10 jaar. „Je kunt je ook afvragen of het geld dat je als eerstejaars leent om te sparen, over vier jaar nog op je rekening staat”, waarschuwt Radstaak. „Je hebt het geld toch, en de spaarrente is heel laag. Dan denk je al snel dat het weinig uitmaakt of je het uitgeeft of niet.”
Dat een studielening niets uitmaakt voor een hypotheek, is een wijdverspreide fabel. Met een gemiddelde studieschuld van 21.000 en bruto-inkomen van 40.000 euro, krijg je zo’n 25.000 euro minder aan krediet, blijkt uit onderzoek onder de vijf grootste hypotheekverstrekkers.
Wie een huis wil kopen, is wettelijk verplicht te melden hoeveel hij nog in het krijt staat bij DUO. Verzwijgen is verleidelijk, want de studieschuld staat niet officieel geregistreerd bij het BKR. Twee op de vijf afgestudeerden zegt dat dan ook te doen. Maar als de bank daar achter komt, bijvoorbeeld doordat iemand betalingsproblemen krijgt, vervalt de Nationale Hypotheek Garantie. En dan ben je verder van huis.
Belofte maakt schuld – steeds meer schuld
„Wij zijn de sjaak”, klinkt het thuis bij de familie Segers. De ChristenUnie, met vader Segers als voorman, heeft het leenstelsel nooit gewild. „Dit is de eerste generatie sinds de Tweede Wereldoorlog die opgroeit met het perspectief dat ze het minder krijgen dan hun ouders”, zei de CU-leider in november in de Volkskrant. „Ik zie een vermoeide, overbelaste generatie.” Alle goede woorden ten spijt, ook zijn partij stemde voor het renteplannetje van het kabinet – een afspraak uit het regeerakkoord.
Onderwijsminister Van Engelshoven droeg een merkwaardige motivatie voor de maatregel aan: de overheidsfinanciën op orde houden. Het leenstelsel moet de schatkist in 2060, over ruim 40 jaar dus, 226 miljoen euro opleveren. De SP vroeg zich verbaasd af of de overheid ten tijde van de Koude Oorlog ook al rekening hield met de begroting van nu. Of gebruikte de bewindsvrouw een gelegenheidsargument?
Net als coalitiepartner CU streed ook het CDA altijd tegen afschaffing van de basisbeurs. Maar als regeringspartij moesten de christendemocraten de renteverhoging slikken. Die kreeg met de kleinst mogelijke minderheid een Kamermeerderheid: alleen de vier regeringspartijen stemden in.
Niet bang worden, haastte de minster zich te zeggen, jullie hoeven maar 12 euro per maand extra te betalen. En ze had voor eerstejaars toch ook al een halvering van het collegegeld geregeld? Even een rekensommetje: wie later meer dan 40.000 euro bruto verdient en een gemiddelde studieschuld van 21.000 euro heeft, betaalt in 35 jaar dus ruim 5000 euro extra. Oftewel: wie volgend jaar gaat studeren, krijgt 1030 euro korting in het eerste studiejaar, maar betaalt bijna vijf keer zoveel terug aan rente.
Lenen voor bruiloft en vakanties
Wie: Martijn Stouten (23) uit Rotterdam.
Studie: premaster staats- en bestuursrecht aan de Universiteit van Amsterdam en master bestuurskunde aan de Vrije Universiteit Amsterdam. Al afgerond: bachelor politicologie en bestuurskunde aan de Universiteit Leiden.
Studiefinanciering: vanaf 2014 drie jaar basisbeurs; daarna nog één jaar aanvullende beurs van „een paar tientjes.”
Studieschuld: 21.000 euro.
Liever lenen dan een saai leventje, is Martijns motto. Met de studielening van DUO betaalde hij zijn bruiloft. „De rente is toch nul en je mag 35 jaar doen over terugbetalen.”
De eerste twee jaar kwam hij nog rond met studiefinanciering en een bijbaan op Schiphol, waar hij soms twintig of dertig uur in de week maakte. Veel hield hij niet van de verdiensten over. Huur en collegegeld trokken elke maand al zo’n 600 euro uit zijn portemonnee. Ook reizen, een grote hobby, kost de nodige poen.
Om een spaarpotje aan te leggen voor de trouwdag, leende hij vanaf het derde studiejaar bij. „We wilden niet te veel beknibbelen op de bruiloft. Geen studentenhuwelijk dus.” Het feest kon Martijn alleen uit eigen zak betalen als hij met reizen wat rustiger aan zou doen. En dat wilde hij niet.
Dus pakt hij om de paar maanden het vliegtuig, liefst zo voordelig mogelijk. Vorige week nog naar IJsland. Een ticket vanaf Amsterdam kost zo’n 300 euro, maar met een extra overstap wist Martijn een enkeltje voor 28 euro op de kop te tikken. „Soms vlieg ik ’s ochtends naar een Europese stad en ’s avonds weer terug. En ik ben niet van de vijfsterrenresorts.”
Martijn werkte vooral voor het reizen. Geld voor de bruiloft hield hij daardoor niet over. Het jaar voor zijn trouwen leende de student het maximale bedrag van 800 euro, plus collegegeldkrediet. Om nog een beetje rente te vangen, bracht hij het geld onder op drie spaarrekeningen en stopte hij een deel in beleggingen.
Een koopwoning zat er sowieso niet in voor het pasgetrouwde stel. „Een hypotheek krijg je alleen met een goede baan en een vast contract. We huren nu een appartementje.”
De geboren Zeeuw ligt „totaal niet” wakker van de rode cijfers. „Ik zit niet aan de grond en heb ook niet elke cent opgemaakt. Onder de streep valt het erg mee.” Nu zijn vrouw werkt en hijzelf nog 16 uur per week bijverdient, gaat Martijn beginnen met terugbetalen. „Het was makkelijk lenen voor onze trouwdag, maar nu wil ik zo snel mogelijk van de schuld af.”
Met een renteverhoging over vijf jaar houdt hij zich niet bezig. „In die zestig maanden kan ik heel wat aflossen.” Klagen over het leenstelsel doet hij niet. „We betalen slechts 2060 euro aan collegegeld, terwijl het instellingsgeld 15.000 euro is – het bedrag dat een studiejaar eigenlijk kost.”
En, zegt hij: „Er zijn ook mensen die maximaal lenen en daarnaast niet werken. Zij zitten lang in de schulden. Zelf vind ik lenen prima, maar laat ook zien dat je je geld waard bent.”
Keuzestress door studielening
Wie: Matthijs Vet (20) uit Bodegraven.
Studie: bachelor geschiedenis aan de Universiteit Leiden. Al afgerond: propedeuse lerarenopleiding geschiedenis aan de Hogeschool Rotterdam.
Studiefinanciering: geen basisbeurs en geen aanvullende beurs.
Studieschuld: 0 euro.
Zijn ouders betalen zijn collegegeld. Maar dat betekent niet dat Matthijs zich geen zorgen maakt over de stress die het leenstelsel aanwakkert. „Studenten voelen de druk om te kiezen voor een studie die voldoende geld oplevert in de toekomst.” Zelf koos Matthijs voor een vakgebied waar de vacatures niet voor het oprapen liggen. „Als je een baan wilt, moet je wat anders gaan doen”, kreeg hij te horen voor hij in 2015 aan de lerarenopleiding geschiedenis begon. De twijfel sloeg toe. Waren er geen andere leuke studies met een beter vooruitzicht?
Zijn ouders drukten hem op het hart: Doe wat je het leukst vindt. En: We vinden het niet erg als je verkeerd kiest, want je doet altijd kennis en vaardigheden op die later van pas komen. Na een aantal gesprekken was Matthijs overtuigd.
De grootste kostenpost –collegegeld– nemen zijn ouders voor hun rekening. Studieboeken bekostigt hij met zijn bijbaan. Maar die inkomsten zijn te weinig om op kamers te gaan. Dus reist hij heen en weer van Bodegraven naar Leiden. „Jammer dat ik de trein moet halen na een Bijbelkring of borrel van de studentenvereniging. Je kunt dan niet lang napraten.”
Door een bestuursfunctie bij PerspectieF, jongerenorganisatie van de ChristenUnie, heeft hij dit studiejaar geen tijd voor een betaalde bijbaan. Met een klein beetje spaargeld van vakantiewerk weet hij rond te komen. Elke maand berekent hij wat er onder de streep overblijft. „Als het nodig is, mag ik bij mijn ouders aankloppen. Zij willen niet dat ik bij DUO leen. Het is verleidelijk om daar ongeremd elke maand 1000 euro te pinnen. Terwijl je dat geld ook moet terugbetalen. Misschien zit je straks vast aan rente en kun je geen hypotheek afsluiten.”
Matthijs ziet gestreste medestudenten door alle dilemma’s waar ze vanwege het leenstelsel extra goed over na moeten denken. Ga ik op kamers? Moet ik extra werken? Kies ik de studie die ik het leukst vind? Krijg ik later een baan die genoeg geld oplevert om de schuld af te lossen? „De trend is: kies een studie met garantie op een baan en goed salaris. Maar dan kom je er na een jaar misschien achter dat een opleiding met minder baankansen beter bij je past.” Ook de keuze voor een minor, met een halfjaar studievertraging als gevolg, kon hij alleen maken dankzij steun van pa en ma.
Niet iedereen heeft ouders die hun studerende zoon of dochter willen én kunnen sponsoren, beseft Matthijs. Bewijst zijn verhaal dat studeren meer voor de elite is geworden? „Ik denk dat het inderdaad meer die richting op gaat. Zonder een stabiel thuis stuit je snel op financiële problemen. Onderschat dat belang niet. Het is een geluk, een zegen, dat mijn ouders zo meedenken en voor mij zorgen.”