Qatar verslaat zijn vijanden in de oorlog die voetbal heet
Het schiereilandje Qatar versloeg afgelopen week zijn grootste tegenstander. Weliswaar op het voetbalveld, maar de gevolgen van die overwinning zijn veel breder dan alleen voetbal.
Hoog liepen de gemoederen op, afgelopen dinsdag. In Abu Dhabi, hoofdstad van de Verenigde Arabische Emiraten, werd de halve finale gespeeld van het Aziatisch kampioenschap voetbal. Een kampioenschap dat normaal gesproken wordt gedomineerd door landen als Japan, Zuid-Korea en Iran. Niet iets dat uitgebreid de westerse pers haalt, maar de Arabische Golfstaten keken er met grote spanning naar uit – feitelijk meer nog dan naar de finale zelf. Waarom die opwinding? Omdat twee aartsvijanden tegenover elkaar stonden in de halve finale: gastland Verenigde Arabische Emiraten tegen het naburige emiraat Qatar.
Sinds 2017 boycotten de Emiraten samen met Saudi-Arabië, Egypte en Bahrein het schiereiland Qatar. Reden daarvoor is onder meer de toenadering die Qatar zoekt tot Iran, maar onderhuids speelt vooral mee dat Qatar een voorstander is van de Arabische opstanden die de regio sinds 2011 teisteren, omdat kort gezegd daarmee de door Qatar gesteunde Moslimbroederschap aan macht wint.
Om Qatar een lesje te leren mogen Qatari’s onder meer niet langer voedsel uit de buurlanden importeren (terwijl ze daar voor 80 procent van afhankelijk waren), zijn alle diplomaten over en weer teruggetrokken en gaan er geen vluchten en schepen meer van en naar Qatar.
Een serieuze kwestie dus, die ook zijn gevolgen had voor de voetbalwedstrijd afgelopen week. Qatari’s waren niet welkom om hun team te steunen; de Emiraten hadden alle 18.000 tickets zelf opgekocht. Het Qatarese voetbalteam zelf moest natuurlijk wel toegelaten worden, maar alleen via een lange omweg door Koeweit.
Maar eenmaal in Abu Dhabi zetten de Qatari’s hun opgekropte haat en frustratie om in een klinkende overwinning. Met 4-0 werden de Emiraten in eigen land verpletterend verslagen. Dat de Qatari’s afgelopen vrijdag ook nog eens de finale tegen Japan wonnen, was mooi meegenomen, maar het draaide om die halve finale tegen de Emiraten.
Direct na afloop van die wedstrijd werd de scheiding der geesten in de Arabische wereld duidelijk. In landen waar sympathie heerst voor de Qatari’s, zoals de Palestijnse gebieden, Koeweit en zelfs het anders zo neutrale Oman, vierden mensen de overwinning tot diep in de nacht als ware het hun eigen zege.
In Saudi-Arabië en vooral de Emiraten zelf was daarentegen was de verontwaardiging bijna tastbaar. Dat moest ook wel, want in de Emiraten is een wet van kracht die zegt dat uitingen van sympathie met Qatar gestraft kunnen worden met maximaal vijftien jaar cel.
Sommige Emirati’s in het stadion namen het zekere voor het onzekere en bekogelden de Qatarese voetbalspelers na ieder doelpunt met flesjes, blikjes en vooral met sandalen – een zware belediging in de Arabische wereld.
Voetbal is oorlog, dat was al bekend. Maar in Abu Dhabi kwam daar afgelopen week een dikke streep onder te staan. Deze voetbalwedstrijd heeft weer eens de grootste bedreiging van de vrede in de Arabische Golfstaten blootgelegd. Tussen de Emiraten en Saudi-Arabië enerzijds en Qatar anderzijds komt het voorlopig echt niet meer goed.