De federale overheid op slot
De Amerikaanse federale overheid zit op slot. Dat lijkt in een hypermodern land als de Verenigde Staten ondenkbaar, maar toch is het al enkele weken realiteit. En het einde van de shutdown is nog niet in zicht.
Steeds meer federale overheidsinstellingen moeten hun deuren sluiten of functioneren nog maar op halve kracht. De reden is even simpel als verontrustend: er is geen geld. President Donald Trump en het Congres kunnen het niet eens worden over een nieuwe begroting. En zo lang dat niet het geval is, blijft de geldkraan richting een aantal federale instellingen dicht.
Trump wil ruim 5 miljard dollar van het parlement om een grensmuur tussen de Verenigde Staten en Mexico te bouwen. Die moet de massale toevloed van Zuid-Amerikaanse immigranten tegenhouden. De volksvertegenwoordiging denkt dat het met de veiligheidsrisico’s van de volksverhuizing nog wel mee zal vallen en is niet bereid zo diep in de buidel te tasten.
Tot zover het politieke spel. De praktische gevolgen zijn echter geen spelletje. Honderdduizenden federale ambtenaren krijgen geen salaris, nationale parken moeten sluiten en op beveiliging van bijvoorbeeld luchthavens wordt beknibbeld.
Zo’n shutdown is overigens niets nieuws. Vrijwel alle Amerikaanse presidenten kregen er wel eens mee te maken. Onder Obama ging de federale overheid in 2013 maar liefst drie maanden dicht.