Kerken hebben een grote verantwoordelijkheid voor mensen die bij zichzelf een homoseksuele gerichtheid herkennen of worstelen met hun geslachtelijkheid. De pastorale zorg naar deze gemeenteleden is onder de maat geweest. Het past christenen daarom schuld te belijden.
Dat staat in het naschrift van de definitieve versie van de Nederlandse vertaling van de Nashvilleverklaring. Nederlandse predikanten krijgen het document over huwelijk en seksualiteit maandag toegestuurd. De werkgroep die de verklaring heeft vertaald, roept hen op het document te ondertekenen. Dat hebben nu ongeveer 250 mensen gedaan. In de werkgroep zitten evangelist A. C. Baan, ds. J. M. J. Kieviet, dr. M. Klaassen, ds. S. T. Lagendijk, ds. M. van Reenen, ds. C. Sonnevelt, L. van der Tang en dr. P. de Vries.
Een eerste versie van de Nashvilleverklaring verscheen in december. Het document is nu voorzien van een naschrift. De werkgroep gaat daar in op het belang van „het onverkort belijden wat Gods Woord ons verklaart en onverkort ontkennen wat tegen Gods Woord ingaat.” De werkgroep stelt dat het christenen past schuld te belijden omdat zij met betrekking tot dit thema niet altijd duidelijk en eenduidig gesproken hebben en daardoor mede aanleiding hebben gegeven tot verwarring in de samenleving. Ook is sprake geweest van machtsmisbruik jegens hen die een homoseksuele gerichtheid kennen, zo schrijft de werkgroep.
„De pastorale zorg naar deze gemeenteleden in nood is te vaak onder de maat geweest. Dit geeft ons een des te grotere verantwoordelijkheid voor pastorale nabijheid en zorg. Wij hebben de mond van een profeet nodig, maar ook het hart van een herder.”