Ze worden vaak in één adem genoemd: Middelharnis-Sommelsdijk. Toch woekert de verschillende afkomst van het tweelingdorp nog wat door. Intussen loopt er een belangrijker scheidslijn door de dorpen zelf: tussen die van christelijke ”eilander” en van de minder behoudende ”overkanter”.
Een argeloze bezoeker rijdt vanaf Rotterdam over een grensweg het Zuid-Hollandse tweelingdorp binnen: links ligt Sommelsdijk, rechts Middelharnis. In Sommelsdijk, tot 1805 een enclave van Zeeland, woonden de landbouwarbeiders, in Middelharnis de vissers. „Die hadden wat meer te verteren dan de landbouwarbeiders”, vertelt SGP-fractievoorzitter Kees van Dam. „Middelharnis heeft iets meer status dan Sommelsdijk. Die tegenstelling speelt nog best. Een echte Sommerdieker zal nooit in Menheerse gaan wonen, zoals we dat in dialect zeggen.”
Kees van der Boom (73), met zijn vrouw Jo oprichter van de gelijknamige boekhandel in Sommelsdijk, beaamt de verschillen. „Middelharnis is wat stadser, deftiger. Je krijgt er niet zo snel contact.” Bij de geboren en getogen Sommelsdijker speelt het onderscheid nog steeds. „De weekmarkt, elke woensdag hier voor de boekhandel in de Voorstraat, hoef je niet te verplaatsen. Dan komt er niemand meer. Die hoort in Sommelsdijk.”
Han van den Nieuwendijk, de 71-jarige eigenaar van de Flakkeesche Bazar op de Westdijk, dé winkelstraat in Middelharnis, denkt daar anders over. „Ik zou de markt graag hier hebben, op het Zandpad.” Toch merkt hij dat diverse klanten van de woensdagse weekmarkt in Sommelsdijk ook zijn kookwinkel in oude stijl opzoeken.
Kerkelijk
Middelharnis en Sommelsdijk zijn behoorlijk kerkelijk. Van de 14.500 inwoners zijn 2700 mensen lid van een hervormde gemeente van Gereformeerde Bondssignatuur, 1100 van de protestantse gemeente, 1000 van de hersteld hervormde gemeente, 900 van de gereformeerde kerk, 750 van de gereformeerde gemeente en 480 van de christelijke gereformeerde kerk.
Van den Nieuwendijk is lid van de Gereformeerde Gemeenten. De ondernemer moest zich tegen zijn zin aansluiten bij de winkeliersvereniging. Die organiseert dingen waarmee hij het niet eens is. „Zoals de wereldse muziek in de winkelstraat. Er spelen bandjes op koopavonden en in deze tijd staat er een kerstboom.”
Zowel hij als oud-boekhandelaar Van der Boom is bang dat de winkels in Middelharnis en Sommelsdijk op den duur ’s zondags open zullen zijn. Van der Boom: „Op zondag is het hier nog rustdag. Dan gaan de stammen nog op. Maar onlangs heeft een benzinepomp er een winkeltje bij gekregen. Dat floreert op zondag. Helaas gaat deze ontwikkeling ook hier door.”
Zondagsopenstelling is een heikel onderwerp in de politiek van Goeree-Overflakkee. Deze gemeente ontstond in 2012 na een fusie van Goedereede, Dirksland, Middelharnis en Oostflakkee. Bij de herindelingsverkiezingen in 2011 werd de SGP met 9 van de 29 zetels veruit de grootste. Daarnaast haalde de ChristenUnie 4 en het CDA 3 zetels. Met deze twee partijen en de VVD vormde de SGP het college en kreeg twee van de vijf wethouders.
Om erger te voorkomen, zagen de christelijke partijen zich genoodzaakt in 2016 de Nota Zondagsrust goed te keuren. Daarin werd de openstelling van supermarkten op zondag en tweede feestdagen in het toeristische buitengebied van Ouddorp toegestaan, evenals evenementen in het oosten van het eiland, vanouds wat minder kerks.
Spanningsveld
Ondanks de nota blijft de zondagsopenstelling een spanningsveld. Recent deed een raadsmeerderheid pogingen om het zwembad in Stellendam ’s zondags open te krijgen. Ging eind vorig jaar de oliebollenkraam in Middelharnis op oudejaarsdag dicht, omdat die op zondag viel, nu mag die open als oudejaarsdag op zondag valt.
Deze zomer was er ophef over de sluiting door burgemeester Ada Grootenboer (CDA) van een circus in Middelharnis. Dat stond te dicht bij de gereformeerde gemeente, de Sionkerk, waardoor de kerkgang zou worden gehinderd. „Zeer discutabel”, stelt fractievoorzitter Jaap Willem Eijkenduijn (57) van oppositiepartij PvdA op zijn woonboot in Middelharnis. Volgens hem zaten er voldoende meters en enkele bedrijfspanden tussen het circus en de Sionkerk.
Principiëler vindt Eijkenduijn echter de vraag of anderen mogen bepalen hoe hij de zondag invult. „Het kan niet zo zijn dat mensen hier zeggen hoe ik moet leven. Ik ben óók voorstander van één rustige dag in de week, en vind het dus heerlijk om op maandag te gaan zeilen.”
Op dit punt scheiden de wegen van Eijkenduijn en zijn SGP-evenknie Van Dam, die elkaar „vrienden” noemen. „De Heere God heeft ons de opdracht gegeven de zondag te heiligen”, aldus Van Dam. „Dat geldt niet alleen SGP’ers, maar de hele bevolking. Deze opvatting botst. Het is juist een zegen dat er een rustdag mag zijn.”
Conservatief
De dreigende teloorgang van de zondagsrust heeft te maken met een veranderende bevolkingssamenstelling. Het eiland was eerst gesloten; de meeste inwoners waren conservatief christelijk. „De mensen die hier zijn opgegroeid, ook de niet-kerkelijke eilanders, respecteren de waarden en normen van de Biblebelt. Ze weten dat het voor kerkelijke mensen gevoelig ligt om op zondag iets te doen”, vertelt hoofdredacteur Martijn de Bonte van het Eilanden-Nieuws.
Met de ontsluiting van het eiland, sinds de opening van de Haringvlietbrug in 1964, veranderden de bevolking en de wensen rond de zondag. Inwoners uit de regio Rotterdam kiezen voor de rust en ruimte van het eiland, én voor de relatief lage huisprijzen. De bevolking van Goeree-Overflakkee groeit, met dank aan de nieuwkomers. De Bonte: „De meesten vinden het prima dat het hier rustig is, ook op zondag. Maar is er een kleine groep die ervoor strijdt dat op zondag alles moet kunnen.”
PvdA-voorman Eijkenduijn is zo’n ”overkanter”, zoals de eilanders ‘import’ noemen. „Mijn vrouw en ik wonen al 25 jaar op het eiland, Maar we blijven overkanters, al vind ik dat een geuzennaam.”
De PvdA viel bij de raadsverkiezingen afgelopen voorjaar terug van vier naar drie zetels. De meeste seculiere eilandbewoners kozen toen voor de lokale partij Vitale Kernen Goeree-Overflakkee. De VKGO, die als leus voert: ”Tégen de zondagsrust, maar vóór een rustige zondag”, verdubbelde, van drie naar zes zetels. Koud was de douche voor de christelijke partijen. Die raakten hun meerderheid kwijt. De SGP verloor twee van de negen zetels, de CU een van de vier. Daarop smeedde de SGP, nog altijd de grootste, een coalitie met VKGO, CDA en VVD. Zij verloor daarbij een van twee wethouders en de ChristenUnie haar enige.
De coalitie is volgens SGP-voorman Van Dam een voorbeeld van hoe christen en niet-christenen van oudsher met elkaar leven. „Dat gaat uitstekend en met respect. Ze leven gemoedelijk naast elkaar.” Wel merkt de SGP’er, al twintig jaar raadslid, dat de mensen mondiger worden.
Een duidelijk voorbeeld daarvan vormt het journalistenechtpaar Frans en Maria Evers. Vanuit hun rijtjeshuis in Nieuwe Tonge volgen ze Van Dam en zijn fractie met argusogen. Op hun raam prijkt een poster van de Partij voor de Dieren. „Wij rammelen stevig aan de poorten van de macht”, zegt Maria Evers (64). Daarbij moet vooral de SGP en haar achterban het ontgelden. Maria, die zegt ietsist te zijn: „Je hoeft niet met je geloof in een eventuele Schepper te koop te lopen door ’s zondags met een hoed op naar de kerk te gaan.” En: „De SGP vormt nog altijd een machtsblok.”
Toen het echtpaar zich in de jaren 80 vanuit Den Haag op het eiland vestigde, vielen ze om van verbazing over de dominantie van het behoudende protestantse christendom. Frans Evers (72), atheïst, verontwaardigd: „De gemeenteraad ging stáán tijdens nota bene een ambtsgebed.”
Op het eiland bestaan twee verschillende werelden, vindt Frans. Die tegenstelling stipt hij aan in zijn columns op de site die zijn vrouw beheert: „Vanuit eigen frustratie en voor bewustwording van de lezers over de macht van de SGP. Maria is erg fel, gelukkig. Ik schrijf mijn columns vanuit de optiek ”hoe krijg ik de humor terug?”.”
Het aanbod van SGP’er Van Dam om eens samen koffie te drinken, wijst het echtpaar tot nu toe af. Maria: „Wij bewaren liever afstand: we zijn professioneel en willen geen ouwejongenskrentenbrood. In deze gemeenteraad gaan ze te vriendschappelijk met elkaar om.”
Niet gecharmeerd
Van Dam, ouderling-kerkvoogd bij de hersteld hervormde gemeente, vindt het jammer dat het schrijversduo zijn uitnodiging afwijst. „Niemand is gecharmeerd van hun schrijfsels. De SGP en ik als persoon worden aangevallen, op een sensationele manier. Ik heb er wel een les uit geleerd. De vijandschap heeft ervoor gezorgd dat ik me heb afgevraagd: waarom doe ik dit en wie ben ik? Dat heeft me bij de Heere Zelf gebracht. Ik mag het van Hem verwachten en hoef dit werk niet in eigen kracht te doen. Eigenlijk moet ik het echtpaar Evers bedanken. En dat meen ik oprecht.”
Tweeling, maar toch verschil tussen de dorpen
Middelharnis en Sommelsdijk vormen een twee-eenheid. De dorpen zien er hetzelfde uit. „Ze hebben elk een dorpskerk met een ring eromheen”, vertelt Martijn de Bonte (32), hoofdredacteur van Eilanden-Nieuws, de grootste én christelijke lokale krant. In beide dorpen loopt vanaf de kerk de Voorstaat naar de haven.
Maar dan komen de verschillen. De haven van Sommelsdijk werd vroeger gebruikt om aardappels af te voeren, in Middelharnis meerden de vissers aan.
Sommelsdijk was een boerendorp; Middelharnis een vissersplaats. En de vissers waren rijker dan de arbeiders. „Van Sommelsdijkers wordt gezegd dat ze met een tasje achterop hun fiets rijden”, weet De Bonte.
„Voor als ze iets op straat vinden. Er zijn oudere Sommelsdijkers die voor geen goud in Middelharnis willen wonen, en andersom.”
Zijn blad constateerde begin dit jaar dat Middelharnis het buurdorp qua inwonersaantal passeerde door een groei met 105 mensen, terwijl Sommelsdijk met 3 burgers kromp.
„Een Sommelsdijker stelde in een ingezonden brief dat de groei van Middelharnis komt doordat het nieuwbouwproject DOCK 187 bewust op door Middelharnis „geannexeerd” grondgebied is gebouwd. Dat zou volgens de projectontwikkelaar beter verkopen.”
Middelharnis heeft veel meer winkels dan Sommelsdijk en de meeste middelbare scholen van het eiland. Bovendien is het gemeentehuis van de gemeente Goeree-Overflakkee er gevestigd.
Toch is er veel grensverkeer tussen de dorpen. „Veel inwoners uit Middelharnis bezoeken de weekmarkt in Sommelsdijk. Jonge kinderen gaan over en weer naar de basisscholen in beide dorpen.” Langzaam ebt de tegenstelling weg, denkt de hoofdredacteur. „De brandweerkorpsen zijn eind vorig jaar gefuseerd. Het nieuwe gebouw staat in Sommelsdijk. De tegenstelling is vooral nostalgie.”
serie In de Biblebelt
Wat houdt plaatsen in de Biblebelt bezig? Twaalf portretten. Deel 10.