NS-geld voor „de zwarte bladzijde”
De Jodentransporten tijdens de oorlog blijven een moeilijk hoofdstuk vormen in de geschiedenis van de Nederlandse Spoorwegen (NS). Dinsdag werd bekend dat de NS schadevergoedingen willen betalen aan overlevenden en nabestaanden.
„De fluit slaakt een doordringende kreet, een trein met 1020 Joden verlaat Holland. De eis was dit keer niet eens groot: duizend Joden maar, die twintig zijn reserve voor onderweg, het is toch altijd mogelijk, dat er een paar sterven of doodgedrukt worden en zeker wel dit keer, nu er zoveel zieken meegaan zonder een enkele verpleegster.”
Etty Hillesum zag in 1943 een trein wegrijden uit Kamp Westerbork. Een van de meer dan honderd treinen waarmee Joden, Roma en Sinti werden afgevoerd naar vernietigingskampen in Duitsland en Polen. Het spoorwegpersoneel werkte eraan mee; pas in september 1944 ging het in staking.
Geen getouwtrek
De ouders van Salo Muller (82) zaten ook in zo’n trein. Zelf overleefde hij de oorlog –op acht onderduikadressen–, maar zijn ouders kwamen om in Auschwitz. Daarom wil Muller schadevergoeding van de NS. Die weigerden dat eerst, maar komen nu toch over de brug. Muller is er blij mee. „Het verzacht het leed niet. Het is een kleine pleister op je wonden. De NS hebben 102.000 Joden vervoerd en daar hebben ze geld voor gekregen, en daar ging het me om.”
Muller sprak meermalen met NS-president-directeur Van Boxtel. Samen besloten ze af te zien van juridisch getouwtrek. Een commissie krijgt de opdracht te bekijken hoe de NS op morele gronden kunnen overgaan tot individuele vergoedingen.
„Een prima resultaat”, zegt voorzitter J. Grishaver van het Nederlands Auschwitz Comité. „Ik hoop dat er snel duidelijkheid komt, want het aantal overlevenden dat dit nog meemaakt, wordt snel kleiner. Het moet niet moeilijk zijn snel te achterhalen wie er voor een vergoeding in aanmerking komt.”
Verdienste
De NS beschouwen de Tweede Wereldoorlog als „een zwarte bladzijde” in de geschiedenis van het bedrijf. In september 2005 bood toenmalig topman Veenman „uit de grond van zijn hart en in alle bescheidenheid” verontschuldigingen aan. Samen met het Centraal Joods Overleg hingen de NS op 66 stations posters op die herinnerden aan de deportaties. Het Spoorwegmuseum in Utrecht wijdde er in maart 2013 de expositie ”Beladen treinen” aan.
Omgerekend naar hedendaagse valuta verdienden de NS 2,5 miljoen euro aan de transporten van Joden naar doorgangskamp Westerbork en vervolgens naar de concentratiekampen in het oosten. Het bedrijf stuurde de nazi’s dertig keer een rekening, en als betaling uitbleef, volgde een aanmaning.
Ook verzet
Tot een financiële compensatie aan de overlevenden en aan nabestaanden van de Holocaustslachtoffers kwam het niet. Wel droeg het spoorwegbedrijf financieel bij aan monumenten en gedenkplaten.
Afgelopen voorjaar besloten de NS ook tot een bijdrage –geld, archiefmateriaal en historische voorwerpen– aan het Nationaal Holocaust Museum in Amsterdam. „De NS vinden het belangrijk dat er blijvend, ongecensureerd en ongepolijst aandacht is voor de Holocaust en de rol die de Nederlandse Spoorwegen toen gespeeld hebben”, zei president-directeur Van Boxtel. Hij wees erop dat er ook NS’ers door oorlogshandelingen of verzet om het leven gekomen zijn. Dat neemt echter niet weg dat de rol van de NS tijdens de deportaties naar de kampen „moeilijk is om mee te leven.”