RD-onderzoek: Krappe helft CU’ers mild over PVV-raadsleden
Krap de helft van de CU-politici vindt dat hun collega-raadsleden van de PVV meevallen. Dat blijkt uit onderzoek van het Reformatorisch Dagblad onder CU’ers en SGP’ers in 22 gemeenten waar ook de PVV is vertegenwoordigd.
Van de 21 lokale CU-politici oordelen er 9 overwegend mild over hun PVV-collega’s in de gemeenteraad. Zeven CU’ers nemen een tussenpositie in: ze oordelen neutraal dan wel genuanceerd over de PVV-fractie. Vijf CU-raadsleden zijn grotendeels negatief over hun PVV-collega’s.
De CU in Terneuzen is bijvoorbeeld lovend over de vierkoppige PVV-fractie. „De PVV is me 1000 procent meegevallen”, zegt CU-fractievoorzitter Gerry Loof. „De politici timmeren hard aan de weg en zijn serieus bezig met het politieke handwerk.” Blij verrast is ze door de houding van de PVV met het oog op de komst van zo’n 2500 arbeidsmigranten naar Terneuzen. „PVV-fractievoorzitter Patrick van der Hoeff zegt dan niet: „We moeten die Polen niet.” Hij is nuchter en ziet in dat Terneuzen zit te springen om arbeidskrachten uit het buitenland.”
Recalcitrant
Ook de ChristenUnie in Utrecht vindt dat de PVV in de raad is meegevallen. „Ik ben absoluut positief. Ik beschouw PVV-raadslid Henk van Deún als een belangrijk, meedenkend raadslid met behoorlijke kennis van lokale vraagstukken.” CU’er André Bos, tot voor kort fractievoorzitter van de CU-SGP in Zoetermeer, is eveneens mild over de PVV. „De twee PVV-raadsleden doen hun huiswerk en proberen op een normale manier te participeren in het bestel. Ze zijn hier niet gekomen om de recalcitrante Harry uit te hangen.”
Een van de vijf kritische CU’ers is voorman Tjalling Vonk van de CU-SGP in Rotterdam. Hij vindt dat de PVV-eenmansfractie „buitengewoon zwak en lachwekkend opereert” en „nog geen deuk in een pakje boter slaat.”
Landelijk CU-voorzitter Piet Adema stelde vrijdag dat CU-raadsleden „natuurlijk positief kunnen zijn over bijvoorbeeld de inzet van hun PVV-collega’s. Ook kunnen CU’ers in de raad samenwerken met PVV’ers bij het indienen van moties en amendementen.” Toch ziet Adema samenwerking binnen een college tussen CU en PVV „nu niet gebeuren.” „Ook al ben je lid van een lokale PVV-fractie, je bent nog steeds onderdeel van de landelijke PVV. En die heeft opvattingen die ver van ons afstaan. Zo maakt de PVV de democratie belachelijk. De partij sluit bevolkingsgroepen, zoals Marokkanen, uit. Dat raakt aan de rechtstaat.”
Beperkt
Politicoloog en PVV-watcher dr. Chris Aalberts, die kennisnam van zo’n 40 reacties die het RD onder CU’ers, SGP’ers en PVV’ers verzamelde, concludeert dat „de toegevoegde waarde van de PVV lokaal heel beperkt is. De fracties zijn vaak maar klein.” De partij mist op lokaal niveau „een cultuur”, stelt Aalberts. „Er zit grote onvoorspelbaarheid in het optreden van PVV’ers. Je kunt zeggen dat Wilders sinds de gemeenteraadsverkiezingen in het hele land zijn discipelen heeft zitten, maar of die ook een belangrijke rol spelen en of gemeentebesturen ook wat aan hen hebben, vraag ik me af. PVV’ers zouden iets kunnen zeggen over de islam, maar dat is zo ongeveer hun enige onderscheidende punt.”