Prof. Paul: Darwin leverde geen enkel bewijs voor evolutie
Schepping of evolutie? Geloof of wetenschap? „Het is van tweeën één. Óf de mens is toevallig ontstaan en moet het doel van zijn leven zelf uitzoeken. Óf de mens is een schepsel van God dat er goed aan doet overeenkomstig Gods richtlijnen te leven.”
Met deze stelling opende prof. dr. M. J. Paul zaterdag zijn lezing op de najaarsvergadering van Solidamentum in de Utrechtse Jeruzalemkerk. Zo’n veertig leden van de reformatorische studentenvereniging waren aanwezig.
Prof. Paul, hoogleraar Oude Testament aan de Evangelische Theologische Faculteit (ETF) en senior docent aan de Christelijke Hogeschool Ede (CHE), besprak het ingrijpende verschil en de consequenties van het innemen van het geloofsstandpunt van een God Die alles schiep tegenover het standpunt van een evolutie die op resultaten van de wetenschap zou steunen.
Ideeën worden niet zozeer door het menselijk verstand, maar door het hart bepaald, aldus prof. Paul. „Darwin leverde in zijn boek ”Over het ontstaan van soorten” geen enkel bewijs voor de evolutie. Hij was zo speculatief dat zelfs zijn collega-biologen verbaasd waren over die onwetenschappelijkheid.”
De hervormde oudtestamenticus gaf de studenten een „leessleutel” voor het boek Genesis. „Het eerste boek van de Bijbel staat als eenheid in verbondenheid met andere Bijbelboeken. Dat mensen wetenschappelijke resultaten niet kunnen rijmen met gelovig Bijbellezen, komt doordat geleerden de historiciteit van een wereldomspannende zondvloed en het ontstaan van de talen bij de torenbouw van Babel niet willen aanvaarden.”
Ds. M. H. Schot, predikant van de gereformeerde gemeente in Hendrik-Ido-Ambacht, sprak over het verband tussen schepping en herschepping en de verbinding van de scheppingsleer met de leer over het werkverbond en het genadeverbond. „Van Adam werd gehoorzaamheid aan Gods wet geëist, met als beloning het eeuwige leven. Als verbondshoofd overtrad hij de wet. Na zijn val gold de straf voor hem en zijn nageslacht.”
De predikant wees de studenten op de eerste hoofdstukken van de Romeinenbrief, waar beschreven staat dat de gevallen en totaal verdorven mens niet voor God bestaan kan, dan alleen door de gerechtigheid van Christus, de nieuwe Adam. „Zoals er in het werkverbond sprake was van toerekening, zo ook in het genadeverbond”, betoogde ds. Schot. „Wie een theïstische evolutie aanhangt en van Adam een fictieve figuur maakt, heeft ook geen zicht op de toerekening van Christus’ gerechtigheid, omdat in Romeinen 5 Christus als een nieuwe Adam wordt voorgesteld. De verbondsleer is nauw verweven met de scheppingsleer. Wordt de leer over de schepping omgeduwd, dan valt alles om.”