Roemenen naar stembus voor huwelijk in grondwet
De Roemeense kiezer kan deze zaterdag en zondag naar de stembus om het huwelijk in de grondwet vast te leggen als een verbond tussen man en vrouw. Nu spreekt de wet alleen van „echtgenoten.” De conservatieven vrezen dat dit te vaag is.
Het lijdt geen enkele twijfel wat de gemiddelde Roemeen denkt over homorelaties. Vorig jaar nog meldde het Amerikaanse Pew Research Center op basis van een peiling dat 74 procent van de bevolking tegen de openstelling van het huwelijk voor mensen van gelijk geslacht is. Binnen het parlement is er ook maar één partij die de grondwet wil laten zoals die is. De rest is voor aanpassing.
Toch is het referendum geen gelopen race. De conservatieven zijn bang dat er niet genoeg mensen naar de stembus komen. Van de 18 miljoen kiezers moet 30 procent (ruim 5 miljoen) zijn stem uitbrengen. Om iedereen een kans te geven, kan er twee dagen gestemd worden. Voorstanders van het homohuwelijk noemen dit manipulatie van de spelregels.
Christelijke beschaving
De stemming zaterdag en zondag vloeit voort uit een actie van de Coalitie voor het Gezin (Coalitia pentru Familie). Die verzamelde 3 miljoen handtekeningen voor een referendum. De aanpassing van de grondwet is volgens het platform nodig om „de waarheid van onze christelijke beschaving te bewaren.”
De Roemeens-Orthodoxe Kerk onderschrijft dat. „Wij moeten de nieuwe gezinsmodellen tegenwerken”, zei patriarch Daniel in de campagne. „Daarin is de natuurlijke eenheid van man en vrouw slechts een van de opties.”
Een van de woordvoerders van de Coalitie voor het Gezin, pastor Cristian Ionescu, zegt in een filmpje dat de nieuwe gezinsmodellen zich niet met Gods wet verdragen. „Niet stemmen of nee stemmen betekent dat je instemt met hen die God willen verwijderen uit onze instellingen, onze gezinnen en uit onze harten.”
Overbodig
Enkele rechtsgeleerden hebben gesteld dat aanpassing van de grondwet overbodig is. In het burgerlijk wetboek is het huwelijk al omschreven als relatie van man en vrouw; een wijziging van de grondwet voegt daar niets aan toe. Voorstanders reageren daar weer op door te zeggen dat de grondwet grotere symbolische waarde heeft en dat een wijziging ook voorkomt dat het burgerlijk wetboek in de toekomst makkelijk wordt aangepast.
Mensenrechtengroepen vinden de aanpassing bedenkelijk. Veel van deze organisaties zien de openstelling van het huwelijk als een logisch uitvloeisel van de gelijkberechtiging van alle mensen. Als de aanpassing wordt aangenomen, „laat dit zien dat het land is losgeraakt van de liberaliseringsgolf rond homorechten in het Westen”, aldus Paul Ivan, een Roemeen die werkt bij het European Policy Center in Brussel.
De lhbt-gemeenschap in Roemenië roept op tot een boycot van de volksraadpleging. Blijkbaar ziet men weinig kans om een meerderheid te halen. Als de opkomst onder de 30 procent blijft, is de uitslag in ieder geval niet geldig.
De internationale homobeweging ILGA Europe noemt de stemming gevaarlijk. „Roemenië heeft de verantwoordelijkheid om alle burgers te beschermen – hetero en homo”, aldus Arpi Avetisyan. De beperking van de omschrijving van het gezin tot een vader en moeder met kinderen is „behoorlijk onzorgvuldig”, omdat er tegenwoordig veel meer soorten gezinnen zijn. „De diversiteit van gezinnen wordt wel erkend door Europese gerechtshoven.”
Amnesty International (AI) schaart zich aan de kant van de homobeweging. De aanpassing is een „breuk met internationale mensenrechten”, zegt de organisatie. Daarnaast vreest AI dat dit besluit drempelverlagend werkt voor discriminatie en zelfs geweld tegen homo’s in de hand kan werken.
Dat laatste is niet denkbeeldig. Als het gaat over geweld tegen homo’s staat Roemenië er –net als diverse andere Oost-Europese landen– ronduit slecht voor. In de index van de 28 EU-lidstaten van ILGA Europe staat Roemenië op plaats 25.
Het huwelijk en de EU
De Europese Unie doet niet aan huwelijkswetgeving. Dat is een taak voor de 28 lidstaten. Toch zijn landen ook niet helemaal vrij om te beslissen als het gaat om huwelijk en gezin. Deze zomer bepaalde het Europees Hof van Justitie in Luxemburg bijvoorbeeld dat Roemenië homo’s die in andere EU-lidstaten zijn getrouwd, wel moet erkennen als wettig gehuwd.
Deze uitspraak geldt ook voor alle andere lidstaten. Landen die alleen het klassieke huwelijk kennen, krijgen via de achterdeur dus toch met het homohuwelijk te maken. Dit vonnis bracht de procedure rond het Roemeense referendum in een stroomversnelling.
Eind vorige week sprak het Roemeense grondwettelijk hof uit dat homokoppels dezelfde rechten dienen te hebben als andere stellen. De vraag is wat dit precies betekent. Dat kan worden opgevat als een bevestiging van de Europese uitspraak, maar voorstanders van het homohuwelijk leggen de uitspraak nog ruimer uit en zeggen dat het homohuwelijk ook in Roemenië moeten kunnen worden gesloten.
Dat het huwelijk in de EU een nationale zaak is, betekent ook niet dat Brussel zich niet met homorechten bemoeit. Integendeel: deze hebben voor veel EU-instellingen hoge prioriteit. De vicevoorzitter van de Europese Commissie, de Nederlander Frans Timmermans, maakt er bijvoorbeeld geen geheim van dat het homohuwelijk volgens hem overal zou moeten worden toegestaan.
Het Roemeense referendum geeft daarnaast spanning binnen de partijfamilies in het Europees Parlement. Vanuit de Socialistische fractie is een duidelijk signaal gegeven aan de sociaaldemocratische partij PSD van premier Viorica Dancila. In de Liberale fractie wordt de Roemeense stemming als een stap terug gezien. Beide groepen maken zich sterk voor de rechten van lhbt’ers in de EU.
Opvallend is hoe West-Europese media over de volksraadpleging in Roemenië schrijven. Veel kranten zien het niet als een versterking van het klassieke huwelijk, maar zoeken er een homo-onvriendelijk motief achter. The Independent spreekt over het „verbod op het homohuwelijk” en de Wiener Zeitung rept van een „omstreden” en „homofobe” stemming.
Homohuwelijk wereldwijd in 28 landen erkend
Wereldwijd hebben 28 landen het huwelijk opengesteld voor mensen van gelijk geslacht. Daarvan liggen er vijftien in Europa.
Het aantal landen dat het homohuwelijk erkent, groeit nog steeds. Maar ook het aantal landen dat het klassieke huwelijk in de grondwet heeft vastgelegd neemt toe. Dat zijn er in Europa in elk geval al veertien, en mogelijk sluit Roemenië zich daar dus als vijftiende bij aan.
Nederland was in 2001 wereldwijd het eerste land dat het homohuwelijk invoerde. De landen die voor het homohuwelijk zijn liggen in West-Europa, en de meer traditionele landen in Oost-Europa. Deze scheiding valt samen met andere verschillen in visie, bijvoorbeeld op de rol van de kerk in de samenleving en de mate waarin immigranten welkom zijn.