Al acht eeuwen staat de Dorpskerk in het centrum van Oene. „Ik ga weinig naar de kerk, maar hij moet daar wel blijven staan.”
Maandagmorgen. De klok hoog in de toren slaat tien keer. Links ervan is café-restaurant Dorpszicht. Vijftig meter verder bevindt zich de plaatselijke supermarkt.
Oud-ouderling Teunis Nooteboom en koster Willem Junte komen bijna woorden tekort om de kerk aan te prijzen, om de verschillende stenen uit uiteenlopende bouwperioden te laten zien, de toren van tufsteen, het orgel van J. H. H. Bätz, de lage zijbeuk met lage kruisribgewelven uit 1951.
De Dorpskerk was jarenlang de kerk van ds. J. T. Doornenbal (1909-1975). Maar niemand mag het bedehuis ”de kerk van Doornenbal” noemen, vinden Nooteboom en Junte. „Daarmee zouden we de latere predikanten tekortdoen. Door de jaren heen is hier gepreekt naar Schrift en belijdenis.”
Vierhonderd kerkgangers
Beiden stellen dat de Oener Dorpskerk zich niet heeft vervreemd van de dorpsgemeenschap. Vorige week op de eerste landelijke Dorpskerkendag was de teneur dat de gemiddelde dorpskerk zijn langste tijd heeft gehad. Er zijn steeds minder kerkgangers en veel dorpskerken staan zelfs leeg. „Maar dat geldt niet voor de kerk van Oene.”
Nooteboom: „Er wonen ongeveer 1500 mensen in het dorp en omgeving, van wie er op zondagmorgen zo’n 400 in de kerk zitten. In de tweede dienst ligt dat aantal wat lager. Al komen al die anderen niet in de kerk, toch heeft de Dorpskerk ook voor hen waarde. Geen enkele winkel gaat hier op zondag open. De mensen hebben respect voor de identiteit van het dorp.”
Oene is nog steeds de oude dorpsgemeenschap uit vroeger jaren. „Toch is er ook wel import, vooral uit het Westen, van mensen die rust zoeken”, zegt Nooteboom. „De evangelisatiecommissie van de hervormde gemeente brengt iedere nieuwe dorpsbewoner een bezoek, met een bloemetje en een woord van welkom. De een stelt dat op prijs en zal misschien een keer komen. De ander zegt: „Leuk van jullie. Het is fijn dat jullie gelovig zijn, maar wij zijn het niet.””
Tentweek
In de laatste week van de zomervakantie wordt in het dorp de Witte Tentweek gehouden. Daar komen ook buitenkerkelijke kinderen. Er worden Bijbelverhalen verteld, een Bijbeltekst aangeleerd, christelijke liederen gezongen en geknutseld. De zondag daarop komen al die kinderen in de kerk en mogen ze de geleerde tekst opzeggen.
De Dorpskerk zou misschien nog wel meer naar het dorp kunnen uitstralen, zegt Junte. „Maar toch gebeurt er best veel goeds. Met Kerst organiseren we een kerstmarkt rond de kerk, waaraan alle plaatselijke ondernemers meedoen. De kerk is dan open, ons koor Jubilate Deo zingt, er is samenzang en de muziekvereniging speelt.
Iets dergelijks gebeurt in de zomer op de twee Oener dagen. In de kerk is iemand aanwezig die de kerkelijke gebruiken uitlegt en onder de toren staat een boekenkraam van de evangelisatiecommissie. Ook voor rand- en buitenkerkelijken is de kerk het centrale punt van het dorp. In Oene is er geen mens die daaraan twijfelt.”
Nooteboom: „Wij prijzen ons gelukkig dat er in het dorp maar één kerk staat.”
Hart van het dorp
Bij de SPAR parkeert een jonge vrouw haar snelle VW Golf. Ze moet gauw een boodschapje doen, zegt ze. „De kerk? Ik ben wel christelijk, maar ga niet vaak naar de kerk. Maar Oene wil de kerk niet kwijt. Wie de Dorpskerk weghaalt, haalt het hart uit het dorp weg.”