De bodem van de beerput rond #MeToo is nog niet in beeld
Er gaat letterlijk geen week voorbij of er komen verdrietige berichten naar buiten over seksueel wangedrag. Je vraagt je telkens af of het nóg erger kan. En helaas, het antwoord is: Ja. De bodem van de beerput als gevolg van #MeToo is nog lang niet in zicht.
De eerste verhalen over seksueel misbruik in de kerk, inmiddels bijna tien jaar geleden, leidden tot grote verontwaardiging. Dat was niet verwonderlijk. Het betrof de Rooms-Katholieke Kerk, niet het meest populaire instituut in de Nederlandse samenleving. Daarbij ging het om misbruik van kinderen en jongeren die, zo was althans het beeld, bewust bij elkaar gesprokkeld werden in internaten en tehuizen, als dekmantel voor de duistere praktijken. Voeg daarbij dat het vaak ging om jongens die het slachtoffer werden van oudere mannen die daarbij misbruik maakten van hun machtspositie en geestelijke status. Wat het nog erger maakte, is dat deze mannen vanwege diezelfde geestelijke status ongehuwd waren en bij hun inwijding plechtig beloofd hadden om kuis te blijven leven.
Schande! En voor zover de verhalen later bleken te kloppen, is dat ook zo. Na het instellen van de commissie-Deetman, in 2010, hebben meer dan 2000 mannen en vrouwen melding gedaan van seksueel misbruik. „De lijst van plegers telt duizend namen van priesters, geestelijken en religieuzen waaraan tussen 1945 en 2010 tienduizenden jongens en meisjes waren toevertrouwd”, stelt het rapport in 2011. De commissie noemt de berichten „schrijnend, ingrijpend en talrijk.”
Soortgelijke woorden klonken dinsdag, bij de presentatie van een studie naar misbruik van kinderen en jongeren in de Duitse Rooms-Katholieke Kerk. Hier zouden over een periode van bijna zeventig jaar in totaal 3677 jongeren misbruikt zijn door 1670 geestelijken. Een organisatie die zich voor de slachtoffers inzet, denkt dat het aantal nog veel groter is. Paus Franciscus zei dezelfde dag bij een bezoek aan Estland dat hij goed begreep dat gelovigen hier woedend over zijn. „Wij moeten ons bekeren”, was zijn conclusie.
Voor die woede is inderdaad aanleiding genoeg. Behalve de onderzoeken in Nederland en Duitsland verschenen soortgelijke rapporten in de VS, Ierland, België en Australië. In andere landen doken ook berichten op, maar niet over zulke grote aantallen slachtoffers.
Wie het allemaal op een rij zet, begrijpt waarom mensen de kerk verlaten en dat –zoals onlangs VVD-Kamerlid Dijkhoff en tv-persoonlijkheid Albert Verlinde– aan de grote klok hangen. Wie wil er nog lid zijn van zo’n kerk, die aan de ene kant de homoseksuele praxis afwijst, maar waar tegelijkertijd priesters jongetjes misbruiken?
Een op de tien
Of ligt dat toch iets genuanceerder? Zeker, want de verontwaardiging is anno 2018 wel anders dan in 2010. Intussen is duidelijk geworden dat seksueel wangedrag zich niet beperkt tot streng religieuze gemeenschappen. De laatste jaren buitelen de voorbeelden daarvan over elkaar heen. Bij defensie en op sportclubs, bij jeugdzorg, in ziekenhuizen en in de kinderopvang, maar ook in politieke kringen rond Dijkhoff en in de wereld van media en filmstudio’s waarin Verlinde zich beweegt.
Valt het dan wel mee, met dat misbruik in de kerk? Helaas niet. Maar buiten de kerk is het niet beter. De commissie-Deetman voerde een groot onderzoek uit en stelde vast dat 9,7 procent van alle Nederlanders van veertig jaar en ouder als kind of puber tegen zijn of haar zin seksueel benaderd is door een volwassen niet-familielid. Een op de tien! Kinderen in tehuizen en internaten waren extra kwetsbaar, maar ongeacht of die nu rooms waren of niet. En, stelde Deetman, het overgrote deel van het misbruik heeft plaatsgevonden buiten de Rooms-Katholieke Kerk, nog afgezien van misbruik door familieleden en leeftijdsgenoten. Tegelijkertijd blijft het beschamend om te constateren dat het binnen de kerk niet beter is.
Als de misbruikcijfers en de opvattingen over seksualiteit voor Dijkhoff en Verlinde de reden waren om hun gram uit te storten over hun moederkerk, dan hebben ze boter op hun hoofd. Zeker na het nieuws van afgelopen weken. Dinsdag verdween de 81-jarige Amerikaanse acteur Bill Cosby voor minstens drie jaar achter de tralies, omdat hij door zestig vrouwen is beschuldigd van aanranding en verkrachting. Leslie Moonves, directeur van het machtige tv-netwerk CBS, stapte drie weken geleden op na beschuldigingen van twaalf vrouwen. Het rijtje is eenvoudig uit te breiden, ook met Nederlandse namen uit de wereld van media, muziek en entertainment. Zo is een talentvolle gitarist donderdag aangeklaagd voor het misbruik van dertien jongetjes en rezen er vorige week verdenkingen tegen een bekende dirigent.
In politieke kringen rommelt het ook. In de VS woedde deze week een hevig debat over vermeende handtastelijkheden van beoogd opperrechter Brett Kavanaugh. In Nederland trad onlangs VVD-Kamerlid Han ten Broeke terug en raakte D66-voorman Alexander Pechtold in opspraak.
Emancipatie
Het is inmiddels bijna een jaar geleden dat de Amerikaanse actrice Alyssa Milano vrouwen opriep om zich te melden met de reactie ”Me Too” (”ik ook”), als ze seksueel lastiggevallen waren. Ze postte het bericht via Twitter op 15 oktober ’s avonds en de volgende morgen hadden 55.000 mensen geantwoord. Op Facebook ging het nog veel harder: binnen een etmaal werd #MeToo door 4,7 miljoen mensen in 12 miljoen posts gebruikt. Eind 2017 verkoos weekblad Time de vrouwen achter #MeToo tot Persoon van het Jaar.
Intussen is wel duidelijk dat #MeToo meer is dan een hype. Media, en vooral sociale media, spelen een bijzondere dubbelrol bij deze ontmaskering van seksueel grensoverschrijdend gedrag. Ze hielpen vrouwen (en mannen) eindelijk over de drempel om ervoor uit te komen dat ze lastiggevallen waren. Vaak ging het om kwesties van tientallen jaren geleden, diep weggeduwd, maar niet vergeten. Tientallen bekende persoonlijkheden vertelden voor de camera hoe ze gedwongen waren tot seksuele handelingen. In hun kielzog durfden duizenden ‘gewone’ mensen ook uit hun schulp te kruipen. Vervolgens hielpen diezelfde media om de daders, vaak mannen, aan de digitale schandpaal te nagelen.
Deze sneeuwbal rolt inmiddels een jaar en is het symbool van een nieuwe golf in de seksuele revolutie. Maar dit keer is het een positieve. Deze bevrijdt vrouwen (en mannen) van een juk waaronder zij nooit gebukt hadden mogen gaan. Daders zijn gewaarschuwd: #MeToo biedt hun een wapen, zelfs tegen seksistische grappen en billenknijpers.
In het licht van de cijfers van ‘Deetman’ (een op de tien Nederlanders van boven de veertig is als minderjarige seksueel benaderd door een volwassen niet-familielid) is het einde van #MeToo nog niet in zicht. Dat zal in reformatorische kring niet anders zijn, helaas. Ook hier zullen heel wat beschamende kwesties onder het tapijt geschoven zijn. Dat is geen goede zaak, want die zogenaamde mantel der liefde kan levenslang littekens veroorzaken bij slachtoffers.
Er zit wel een kwalijke keerzijde aan de rol die media hierin spelen. Intussen zijn er schrijnende voorbeelden van ongegronde of onbewijsbare beschuldigingen. Ook dan is de vermeende dader al snel veroordeeld door het brede publiek. Sociale media bevorderen dat en veroorzaken een heus volksgericht. Als later blijkt dat iemand toch onschuldig was, blijft hij levenslang gebrandmerkt.
Daarnaast kunnen politieke motieven meespelen om iemand te beschuldigen of juist te verschonen. De verhoren van de Amerikaanse kandidaat-rechter Kavanaugh, donderdag, illustreren hoe moeilijk het is om de waarheid boven tafel te krijgen. Ook de populaire Braziliaanse presidentskandidaat Bolsonaro zag deze week zijn positie wankelen, nu miljoenen vrouwen hem op Facebook uitmaken voor vrouwenhater.
Halfslachtig
Een andere keerzijde van #MeToo is de halfslachtigheid ervan. Het is zonder meer positief als deze beweging afrekent met het idee dat vrouwen slechts een gebruiksvoorwerp zijn. Maar laat #MeToo dan ook een volgende stap nemen: de erkenning dat in deze samenleving de visie op en de praktijk rond seksualiteit zo haaks staan op wat de Bijbel daarover leert. Laat #MeToo dan ook de strijd aanbinden met pornografie, met allerlei vormen van seksualiteit buiten het huwelijk tussen een man en een vrouw, en met een cultuur waarin liefde en trouw vervangen zijn door lust en ontrouw. Of, zoals de Amerikaanse theoloog Albert Mohler schreef: de cultuur van „verwarring en verwoesting, zowel van het beeld van God in ieder mens als van het geschenk van God in seksualiteit.” Die cultuur heeft niet alleen dezelfde wortels als de schrijnende voorbeelden van seksueel wangedrag, maar is er ook de voedingsbodem voor. Die bodem is nog niet in zicht. En dan komt niemand eronder uit: #MeToo.