Het probleem van de plasticsoep op én van de kaart
Plasticsoep. Student Boyan Slat heeft er zijn roeping van gemaakt om het goedje uit de oceaan te krijgen. Vandaag, op World Cleanup Day, gaan duizenden mensen de straten in en de stranden op om zwerfafval op te ruimen en daarmee plastic in zee tegen te gaan. Tijd om het probleem met plastics aan de hand van de Plastic Soup Atlas in kaart te brengen.
Plastic is niet weg te denken uit onze maatschappij. Het is overal. Terwijl het nog maar een eeuw geleden is uitgevonden. Sinds die tijd veroverde kunststof de wereld. Zijn opmars was onstuitbaar. Was er rond 1950 nog maar 2 miljoen ton aan plastic geproduceerd, in 2017 stond het totaal aan plastic op 8,3 miljard ton. En als de huidige groei doorgaat zitten we in 2050 op 34 miljard ton (zie grafiek).
Zo’n 40 procent van het plastic dat tegenwoordig wordt gemaakt, is verpakkingsmateriaal en belandt na eenmalig gebruik in de vuilnisbak – óf erger: in de vrije natuur. „Plastic is de spiegel van de wegwerpmaatschappij”, stelt dr. Michiel Roscam Abbing in de Plastic Soup Atlas.
Ideaal materiaal
Dat plastics zo succesvol zijn, valt te begrijpen, schetst de auteur. Kunststof is er in allerlei soorten en maten en kan vele nuttige eigenschappen hebben. Eigenschappen als het geven van stevigheid of juist soepelheid. Plastic kan verder waterdicht, slijtvast, licht van gewicht, onbreekbaar of isolerend zijn.
Al met al blijkt plastic dus een ideaal materiaal om producten van hout, leer, katoen, papier of metaal te vervangen. Tel daarbij op dat veel plastics ook nog goedkoop en snel te produceren zijn, en je hebt een recept voor de massaproductie van rietjes, bekertjes, flessen, draagtassen en wat niet al.
Afval
Waar het plastic in de oceaan vandaan komt? Het merendeel is afval. In met name ontwikkelingslanden in Zuid-Amerika, Afrika en Zuidoost-Azië worden nog duizenden tonnen aan plastic rechtstreeks in rivieren of de zee gedumpt. Zo kom je makkelijk van je vuilnis af, zo lijkt.
De dumpingen in de rest van de wereld betekenen niet dat westerse landen buiten schot blijven. Al hebben ze daar misschien een goed afvalverwerkingssysteem, er verdwijnen alsnog tonnen aan plastic in zee. Veel verzorgingsproducten –en waar worden die meer gebruikt dan in het rijke Westen?– zitten boordevol plastic bolletjes. Scrubs, zonnebrandcrèmes en tandpasta’s bevatten zogeheten microbeads. Uit onderzoek bleek dat in één portie scrub van ongeveer 5 milliliter tussen de 4600 en 94500 microplastics zitten.
Ook iedereen met een wasmachine draagt bij aan de plasticsoep. Slijtage aan synthetische kleding zorgt ervoor dat er miljoenen minuscule kunststofvezeltjes per wasbeurt in het riool verdwijnen en uiteindelijk in zee eindigen. Fleecetruien zijn de grootste boosdoeners.
Volgens schattingen komt er wereldwijd elk jaar ongeveer 8 miljard kilogram aan plastic in zee terecht. Dat is evenveel als wanneer je een jaar lang elke minuut een vuilniswagen leeg kiepert.
Onzichtbaar
Nu van de oorzaak naar het probleem. Een plastic zak in zee valt na twintig jaar uit elkaar. Piepschuim na 50 jaar en een petfles na 400 jaar. Het duurt wel even, maar opgeruimd staat dan netjes. Of niet? Nee dus. Want er blijven onzichtbaar kleine deeltjes over die nooit vergaan.
Het rondslingerende plastic is een gevaar voor dier én wellicht ook weer de mens. Zo raken zeehonden en dolfijnen verstrikt in resten van netten. Vissen en vogels eten kleine stukjes plastic op met als gevolg dat ze ziek worden en doodgaan. Zeeschildpadden zien doorzichtige plastic zakken regelmatig aan voor een malse kwal.
De Plastic Soup Atlas beschrijft enkele schrijnende voorbeelden. Zo spoelde in Spanje in 2012 een dode potvis aan met 30 vierkante meter landbouwplastic in zijn maag. In 2014 ging een dolfijn op een strand in Ierland dood voor de ogen van de omstanders. Oorzaak? Er zat een plastic ring van een sixpack bier om zijn snuit. En een laatste voorbeeld: metingen toonden aan dat noordse stormvogels in Noordwest-Europa gemiddeld 35 stukjes plastic in hun lichaam hebben.
De gevolgen van het uiteenvallen van plastics in de onzichtbare kleine deeltjes zijn nu nog niet te overzien. Kunnen gifstoffen –zoals weekmakers en kleurstoffen– ophopen in zeedieren en zo in de voedselketen terechtkomen? En hoe zit het met de nanoplastics (een nanometer is 10-9, dus 0,000000001 meter)? „Nanoplastics zijn het minst begrepen onderdeel van de plasticsoep, maar in potentie het gevaarlijkst”, aldus de auteur. Zullen die deeltjes lichaamsweefsel binnendringen en in vitale organen, zoals de hersenen, schade aanrichten?
Geïnspireerd
Iedereen die nog weleens een ballon oplaat of gemakzuchtig omspringt met afval, zou dit indrukwekkende boek moeten lezen. En iedereen die dit boek leest, zal geïnspireerd raken door het positieve slot.
Want al is het probleem de wereld nog niet uit, wat gebeurt er al veel. Boyan Slat gaat de oceanen schoonmaken. Er zijn skateboarden, tapijttegels en flessen met afwasmiddel van gerecycled oceaanplastic. Er bestaan plasticvrije supermarkten. Bedrijven halen microbeads uit hun verzorgingsproducten. Plastic tasjes worden verboden. Consumenten gaan bewuster om met plastic. Een ding is duidelijk: de plasticsoep staat op de agenda en gaat –stap voor stap– van de kaart.
Plastic Soup Atlas van de wereld
Enigszins misleidend is de titel wel. Wie denkt dat hij in het boek een ruime variatie aan kaarten en grafieken zal aantreffen, komt bedrogen uit. De inhoud maakt dit manco echter weer ruimschoots goed. Met een knipoog naar de topografie krijgt de lezer alsnog ‘kaarten’ voorgeschoteld: een menukaart. De eerste vijf hoofdstukken schetsen het probleem van de plasticsoep. Zo komt het issue ”op de kaart”. Een van de hoofdstukken heet ”Van soep tot bouillon”. Daarna volgen vijf hoofdstukken over „inspirerende initiatieven om de plastic soup van de kaart te halen.”
Het boek is opgedragen aan alle kinderen, „in de hoop en overtuiging dat zij zullen leven in een wereld waarin de plastic soup van de kaart is gehaald.”
Hoe een stel badeendjes het symbool van de plasticsoep werd
Op 10 januari 1992 stormt het hevig op de Stille Oceaan. Door golven van wel 12 meter hoog verliest vrachtschip Ever Laurel een zeecontainer. De container is gevuld met allerlei plastic badspeeltjes, waaronder de bekende gele eendjes.
Zo’n 29.000 groene kikkers, rode bevers, blauwe schildpadden en gele eendjes beginnen aan een lange zeereis. Een fractie spoelt in de loop der jaren op allerlei stranden aan. Van Alaska, Australië, Japan tot op de westkust van de Verenigde Staten en Chili. Ruim tien jaar later –in 2003– strandt een kikkertje zelfs in Schotland, na een tocht van bijna 30.000 kilometer. In 2007 spoelen nogmaals eendjes aan in West-Europa.
De tot de verbeelding sprekende eendjes leveren een schat aan informatie op voor oceanografen die zeestromen bestuderen. Tegelijk worden de plastic beestjes een icoon voor het probleem van plastic afval in zee.
Boekgegevens
Plastic Soup Atlas, Michiel Roscam Abbing; uitg. Plastic Soup Foundation, Amsterdam, 2018; ISBN 978 90 8803 095 6; 128 blz.; € 29,95.