„Samenbindend bezig zijn en het gesprek aangaan met de flanken. Met als doel dat de partij de strijd kan aangaan op die fronten waar de waarheid in het geding is.” Dat ziet de nieuwe voorzitter van de SGP, Peter Zevenbergen, als zijn belangrijkste opdracht. Woensdag volgde hij Maarten van Leeuwen op.
Zevenbergen kent het klappen van de zweep want hij maakt al sinds 2001 deel uit van het hoofdbestuur. Sinds 2002 was hij secretaris.
Uw verkiezing komt onverwacht. Hebben de SGP-leden hier niets over te zeggen?
„Nee. De SGP-leden kiezen de bestuursleden en het hoofdbestuur verdeelt onderling de functies. Dat is altijd gebruikelijk geweest in de partij.”
Hoe komt een onderwijzer in de politiek verzeild?
„In 1977 studeerde ik af en kreeg een baan in Alblasserdam. Toen zei mijn schoonvader, zelf maatschappelijk sterk betrokken, dat ik eens naar een vergadering van de kiesvereniging moest gaan.
Dat advies volgde ik op en de politiek boeide me vanaf het begin. In 1982 kwam ik in de schaduwfractie van de SGP in Alblasserdam terecht en door omstandigheden belandde ik in 1985 in de fractie. Zo is het balletje gaan rollen.”
Wat ziet u als uw belangrijkste opdracht?
„Samenbindend bezig zijn. Er is een zekere mate van diversiteit in de partij. Dat was in het verleden overigens ook het geval. Ik wil graag een open en transparante dialoog waarin iedereen kan zeggen wat hem op het hart ligt. We moeten dan het gesprek wel aangaan vanuit de onderlinge verbondenheid met de beginselen. Dat gesprek moet wel een spits hebben, namelijk het beproeven van de geesten in de samenleving. We hebben een verantwoordelijkheid voor het geheel van de maatschappij. Het Woord van God is heilzaam voor iedereen in onze samenleving. We moeten met elkaar zoeken naar wat Gods Woord zegt. Daarbij betrekken we ook de antwoorden die in het verleden zijn gegeven. Soms veranderen de omstandigheden en die kunnen dan ook leiden tot andere politieke afwegingen. Ik wil in de komende periode regionale bijeenkomsten beleggen waarop we het gesprek aangaan met leden, bestuurders en vertegenwoordigers over deze vragen.”
Wat wilt u verder veranderen?
„We zitten goed op koers, dunkt mij. Het gezegde: „Nieuwe heren, nieuwe wetten”, gaat niet op voor deze voorzitterswissel. Ik ben wel een andere persoon dan Maarten van Leeuwen. Mijn bestuursstijl is, zo schat ik in, wat zakelijker, wat meer op afstand. Dat moet ook wel, want Van Leeuwen was gepensioneerd en had meer tijd. Ik zit nog volop in het arbeidsproces. Maar de koers van de partij zal niet veranderen. Dat is ook niet logisch; ik draag mede verantwoordelijkheid voor de koers die de partij de afgelopen jaren onder leiding van Maarten van Leeuwen heeft gevaren.”
Hoe wilt u de betrokkenheid van de achterban verbeteren?
„De betrokkenheid van onze leden op de partij is al groot. Veel groter dan bij andere partijen. Waar het enigszins kan, proberen we die te optimaliseren.
Verder hebben we een vitale jongerenorganisatie. Daar mogen we dankbaar voor zijn. Jongeren hebben we nodig in de partij. In mijn omgeving zie ik dat veel jongeren doorstromen naar de plaatselijke kiesvereniging. Dat zou op andere plaatsen mogelijk beter kunnen. Het is belangrijk dat de kandidatenlijsten van de partij een gezonde mix zijn van ervaren ouderen en betrokken jongeren.”
Jongeren uit de achterban stemmen minder vaak automatisch op de SGP. Is dat een zorg?
„Zeker. Dat zie ik ook op reformatorische scholen. Maar daar is meer over te zeggen. Jongeren zitten in een bepaalde leeftijdsfase en willen soms ook iets anders dan hun ouders. Meestal komt het wel goed. Ik zie in ieder geval bij jongeren een enorme waardering voor de manier waarop de Tweede Kamerfractie onder leiding van Kees van der Staaij bezig is. Ik ben zeker niet somber. Het aantal partijleden en het aantal mensen dat SGP stemt, neemt nog steeds gestaag toe.”
Gaat u nog meemaken dat de SGP in Den Haag regeringsverantwoordelijkheid gaat dragen?
„Ik kan niet in de toekomst kijken en weet ook niet hoelang ik nog mag leven. Een politieke partij moet ten principale bereid zijn om bestuurlijke verantwoordelijkheid te dragen. Je gaat toch in de politiek om je standpunten te verwezenlijken? Maar je kunt die verantwoordelijkheid alleen dragen als ook een aantal van jouw standpunten gerealiseerd zal worden. En dat is best een lastige afweging. Die moet van geval tot geval worden gemaakt.
Wat de situatie in Den Haag betreft: de politiek is gefragmenteerd en je weet niet van tevoren hoe de verhoudingen in de toekomst komen te liggen. De toekomst is in Gods hand.
Zelf heb ik in drie colleges van B en W gezeten. Ik voelde mij daar goed thuis. Ik had ruimte om een eigen standpunt in te nemen en heb ook regelmatig een minderheidsstandpunt ingenomen. Dan is het overigens wel zaak ook goede argumenten te hebben. Anders ben je weg.”
De flanken in de SGP lijken uit elkaar te groeien. Wat gaat u doen om ze bijeen te brengen?
„Die flanken zijn er altijd geweest. Ik heb eens een onderzoekje gedaan naar een stukje geschiedenis van de partij. Ds. Kersten heeft in de jaren twintig een partijrede gehouden over artikel 36 van de Nederlandse Geloofsbelijdenis, een aangelegen onderwerp in de partij. De bedoeling was dat voorafgaand daaraan een commissie zich over de betekenis van het artikel voor de praktische politiek zou gaan buigen. Maar die commissie heeft nooit een rapport opgesteld, omdat de leden onderling niet tot overeenstemming konden komen. Die diversiteit is er nog steeds en het is zaak om met elkaar in gesprek te blijven.”
Wat doet de SGP om de zorgen van de mensen aan de rechterflank serieus te nemen?
„De synode van de Gereformeerde Gemeente in Nederland uitte tijdens de laatste vergadering van juni dit jaar zorgen over ontwikkelingen in de partij. Concreet werden genoemd vrouwelijke raadsleden, de soms gelaten reactie op bijvoorbeeld de zondagsopenstelling van winkels en de veranderde visie op godsdienstvrijheid. Ik heb dat gelezen en het hoofdbestuur heeft het initiatief genomen om daarover het gesprek aan te gaan.”
Zou u Paula Schot feliciteren als ze weer tot lijsttrekker in Amsterdam wordt gekozen?
„In de partij wordt verschillend gedacht over de positie van de vrouw in de politiek. Maar als iemand wettig is gekozen, dan feliciteer ik zo iemand. Het is echter niet te doen als het hoofdbestuur álle lijsttrekkers moet gaan feliciteren.”
Blijft de SGP leven met de dubbelheid ten aanzien van het vrouwenstandpunt?
„Wat nu in de stukken staat, is het gevolg van een intensief proces. Ook hier geldt dat ik niet in de toekomst kan kijken. Er zijn veel ontwikkelingen gaande in de gereformeerde gezindte. De SGP is geen eilandje, maar maakt daar deel vanuit. De grote vraag is hoe je kunt veranderen en toch dezelfde kunt blijven. Dan moeten we terug naar de kern van ons belijden zoals verwoord in de apostolische geloofsbelijdenis en de Drie Formulieren van Enigheid. Dat belijden heeft echter gevolgen voor het dagelijkse leven. Ik zie in dat dat in tijd en plaats kan verschillen.”
Wat betreft de zondagsopenstelling is er ook diversiteit. Is dat gewenst?
„Het hoofdbestuur heeft een evaluatiecommissie ingesteld die zich hierover buigt. De politieke lijn is dat we niet meewerken aan meer koopzondagen, maar streven naar minder en nog beter naar nul. Soms maken raadsleden in een bepaalde constellatie bepaalde keuzes. Daar willen we naar kijken en bezien hoe we daaruit lessen kunnen trekken.”
Ook op de veranderde houding ten aanzien van godsdienstvrijheid klinkt hier en daar kritiek. Hoe gaat u daarmee om?
„We gaan het inhoudelijk debat daarover met elkaar aan. Voor mij staat vast dat de overheid de zwaardmacht niet mag gebruiken om het Evangelie te verbreiden. Het christelijk geloof is geen zaak van dwang. En tolerantie is geen zaak van onverschilligheid, maar iets wat pijn doet. Je verdraagt een mening, een religie waar je het fundamenteel mee oneens bent. Ook hier kan de geschiedenis ons helpen. De opsteller van de Nederlandse Geloofsbelijdenis, Guido de Brès, wilde geen ruimte bieden aan radicale dopersen. Waarom niet? Omdat zij de bestaande maatschappelijke orde omver wilden werpen, desnoods met geweld. Maar de gematigde dopersen wilde De Brès ongemoeid laten. Dat geeft te denken.”
Heeft de SGP toekomst?
„Het gaat niet om de partij, maar om de boodschap dat Gods geboden heilzaam zijn voor de hele samenleving. Van het houden daarvan is zegen te verwachten. We moeten getuigen in de samenleving. Dat is en blijft het doel. We moeten dat wel doen in rapport met de tijd en niet vervallen in populisme. De vorm waarin de boodschap wordt uitgedragen, doet er dan ook zeker toe. De SGP staat bekend als een gedegen partij. Vertegenwoordigers en bestuurders bestuderen de voorliggende voorstellen grondig, voorzien ze van degelijk commentaar en denken constructief mee. Dat moet zo blijven.”
Pieter Arie Zevenbergen
Pieter Arie (Peter) Zevenbergen ziet het levenslicht in 1956. Na zijn studie aan de Driestar wordt hij onderwijzer in Alblasserdam. Daarna haalt onder meer zijn doctoraal Nederlands. In 1981 maakt hij de overstap naar scholengemeenschap Guido de Brès in Rotterdam. Nu is hij daar locatieleider. Vanaf 1985 zit hij in de gemeenteraad en vanaf is hij 1994 wethouder. In 2006 zwaait hij af. In 2001 komt hij in het hoofdbestuur. Zevenbergen is ouderling van de oud gereformeerde gemeente in Kinderdijk en voorzitter van de raad van toezicht van Adullam.