Rechercheur Paalman: Kans dat we Jos Brech nooit vinden
De jacht op Jos Brech, verdacht van de moord op de 11-jarige Nicky Verstappen, is in alle hevigheid losgebarsten. Jan Paalman (63), jarenlang rechercheur, moet nog maar zien of de man wordt ingerekend. „Hij heeft twintig jaar de tijd gehad om zich voor te bereiden op zijn vlucht.”
Prachtnieuws voor de politie. Zo noemt Jan Paalman, die jarenlang rechercheur was in Oost-Nederland, woensdag de doorbraak in het onderzoek naar de moord op Nicky Verstappen. Het jongetje werd in 1998 omgebracht nabij Brunssum.
Gaat uw politiehart sneller kloppen bij dit nieuws?
„Het zal de rechercheurs een goed gevoel geven dat nu eindelijk de vermoedelijke dader in beeld is. De politie kan dit succes goed gebruiken. De laatste jaren immers was de politie geregeld in opspraak. Door het tekort aan mankracht blijven veel zaken op de plank liggen. Als je meldt dat je fiets van 600 euro gestolen is, is er nauwelijks kans dat de politie gaat zoeken naar de dief.”
De politie doet al twintig jaar onderzoek. De aanhouder wint?
Paalman, die zelf recherchewerk deed in de omvangrijke strafzaak rond de vuurwerkramp: „Ja. Feit is wel dat verdachte Jos Brech na de moord twee keer is ondervraagd door de politie, als getuige. De rechercheurs die met hem aan tafel hebben gezeten, zullen zich denk ik wel achter de oren krabben. Hadden we zijn telefoon nadien niet moeten afluisteren? Waren we wel scherp genoeg? Feit is ook dat Brech in het verleden in beeld was vanwege een zedendelict, al volgde toen geen veroordeling. Was de politie wat dat betreft wel alert genoeg?”
De geëmotioneerde moeder van Nicky Verstappen uitte woensdag haar dank tegenover misdaadverslaggever Peter R. de Vries. Zonder zijn inspanningen zou het onderzoek naar de zaak al lang zijn doodgebloed, zei ze. Verdient De Vries het predicaat meesterspeurder?
„Hij is vasthoudend en heeft invloed. Het is een man van statuur. Als een gewone burger de politie vraagt om extra onderzoek, kan de politie die persoon misschien nog aan het lijntje houden. Bij Peter R. de Vries is dat een ander verhaal. Van belang is in ieder geval dat de politie na een levensdelict onmiddellijk onderzoek doet. De eerste uren zijn cruciaal. Dan zijn sporen nog vers en zuiver. En dan zijn getuigenverklaringen mogelijk nog niet beïnvloed door verhalen in de media.”
Mede door DNA-verwantschapsonderzoek kwam de politie Brech op het spoor. De man uit Simpelveld wilde niet meewerken en dat wekte verdenking. Bewijst deze zaak de waarde van geavanceerd DNA-onderzoek?
„Zeker. Ik pleit ervoor om vaker DNA af te nemen, al bij de inverzekeringstelling van verdachten. De politie maakt dan wat mij betreft een foto en een vingerafdruk én neemt DNA af. Alles in één keer. Nu is dat nog niet mogelijk in Nederland. Alleen bij daders die veroordeeld zijn voor langere celstraffen mag DNA worden afgenomen. Of mijn plan ertoe leidt dat de overheid dan steeds meer indringt in de persoonlijke levenssfeer van burgers? Mijn stelling is: als je niks misdaan hebt, heb je niets te vrezen van de overheid. Natuurlijk moet niet meteen voor ieder wissewasje van iemand DNA worden afgenomen.”
Verdachte Jos Brech staat op de nationale opsporingslijst. De politie roept de hulp in van het publiek om de man te vinden. Denkt u dat die zoektocht gaat slagen?
„Ik heb mijn twijfels. Deze man heeft twintig jaar lang zijn vlucht kunnen voorbereiden. Hij kan lang van tevoren al onderdak hebben geregeld. Zelfs kan hij een vrouw tegen het lijf hebben gelopen en een gezin hebben opgebouwd. Dan kan hij onder een valse naam en met een vermomd uiterlijk nu ergens in het buitenland een teruggetrokken bestaan leiden. Toen het DNA-verwantschapsonderzoek werd aangekondigd en hij een oproep kreeg om DNA af te staan, zal hij hebben gedacht: nu ben ik de pisang. Hij zag de bui hangen. Als de man wordt gevonden, zal dat denk ik met hulp van bekenden en kennissen van hem zijn. Die weten wie hij is, die kennen zijn gelaatstrekken. De kans dat een willekeurige toerist in Frankrijk de politie op het goede spoor zet, acht ik uitgesloten.”
De politie zoekt hem al een maand of twee, onder meer in Frankrijk. Hoe gaat zo’n zoekzocht?
„De politie probeert hem te traceren door bijvoorbeeld zijn eventuele pintransacties na te gaan. Ook proberen ze zo veel mogelijk van zijn gewoonten te achterhalen. Is hij fan van een bepaalde drank? Dan kunnen rechercheurs bijvoorbeeld navraag doen bij slijterijen in de buurt waar hij verbleef. Hebben de verkopers daar een onbekende man aan de toonbank gehad? Of: was de man fan van een bepaalde voetbalclub? Waar speelde die club? Zat de verdachte misschien de nacht na de wedstrijd van dat elftal ergens in een hotel in de buurt van het stadion waar de ploeg speelde? Soms kan een ogenschijnlijk klein detail de politie op het goede spoor zetten.”
De verdachte is gespecialiseerd in bushcraft, waarbij mensen overleven in bossen. Wat zegt dat u?
„De man kan zich kennelijk wekenlang schuilhouden in een bos. En met pijl en boog aan zijn eten komen. Maar ik kan me haast niet voorstellen dat je bijvoorbeeld een halfjaar continu in een bos vertoeft. Je zult toch wel een keer geld moeten pinnen. Je wilt toch weleens een teken van leven van je familie krijgen. De kans bestaat natuurlijk ook dat de man zich van het leven heeft beroofd of dat nog gaat doen.
Maar al met al is de kans groot dat de man definitief van de aardbodem is verdwenen. En dat is zeer frustrerend voor de familie van Nicky Verstappen. Twintig jaar ligt het boek al open. Nu kan het nog niet dicht.
Ik weet als voormalig rechercheur hoe belangrijk het is voor nabestaanden om precies te weten wat er gebeurd is in de laatste ogenblikken van hun geliefde. Familieleden vragen je het hemd van het lijf. Jos Brech kan waarschijnlijk antwoorden geven aan de familie van Nicky Verstappen.
Ik herinner me hoe ooit een man met zijn auto verongelukte op het spoor. Hij was aangereden door een trein. Twee weken later kwam ik nog eens terug bij de echtgenote, met een map met allerlei foto’s van de auto, de trein, de omgeving. Ik kon met een foto waarop de laagstaande zon te zien was, aangeven dat de man zeer waarschijnlijk geen zelfmoord had gepleegd. Maar dat hij was verblind door de zon. Dat gegeven was voor de familie heel belangrijk voor de verwerking van het drama.”