Robin Bijlard trouwde met een christelijk meisje uit Bunschoten. Soms ging hij met haar mee naar de kerk. Diep vanbinnen knaagde echter de twijfel. Tot die ene zondag. „Toen overtuigde God mij Zelf.”
Praten over zaken die zijn hart raken, vindt Bijlard (60), werkzaam als ingenieur bij het Rijksvastgoedbedrijf, niet heel gemakkelijk. In de pas verbouwde woonkeuken van zijn hoekwoning in Bunschoten zoekt hij naar woorden, hapert, valt soms even stil. Toch wil hij zijn verhaal delen. Om anderen te bemoedigen. „God leeft en doet ook nu nog wonderen.”
Hij groeide op als oudste van drie jongens in een middenstandsgezin in Hilversum. Zijn vader stond met een snackwagen op markten. Bijlard bezocht een christelijke basisschool en een christelijke mts, maar het geloof speelde geen rol in zijn opvoeding. „Bij het verlaten van de basisschool kreeg ik een Bijbel. Daar las ik af en toe in. Vooral als ik onder druk stond. Dat gaf mij rust.”
In een kroeg in Bunschoten ontmoette hij zijn huidige vrouw Corrie (53). Toen hij hoorde dat ze christelijk was, had hij daar weinig moeite mee. „Ik vond het prima, als ze mij maar m’n gang liet gaan. Op zondagochtend ging zij naar de kerk. Ik vertrok dan met m’n broertje naar de motorcross. Daarna haalde ik Corrie op.”
Af en toe ging hij mee naar de kerk, maar de prediking zei hem niet veel. „Ik begreep er weinig van. Bovendien had ik niets op met dat gebulder. Ik kreeg het idee de grootste boef van Nederland te zijn. Dan dacht ik: wegwezen Robin, hier moet je niet zijn.”
Zwanger
Na anderhalf jaar verkering raakte Corrie zwanger. Ze besloten te trouwen en in te gaan wonen bij Corries ouders. Op de huwelijksdag hield ds. J. Westerink, destijds predikant van de christelijke gereformeerde kerk in Bunschoten, een korte meditatie en gaf het echtpaar Gods zegen mee. Corrie: „Ik wilde niet officieel trouwen in de kerk, omdat Robin niet geloofde. Het was mooi dat ds. Westerink ons op deze manier toch iets meegaf.”
Na hun huwelijk kwam Corrie tot verandering. „Ik werd serieuzer. Ik ging belijdeniscatechisatie volgen en legde schuldbelijdenis af. Ik wilde Robin graag meenemen in dat proces, maar daar was hij toen nog niet aan toe.”
Ook Bijlard kreeg meer interesse in het christelijk geloof. Corrie en zijn schoonmoeder speelden daarin een belangrijke rol. „Ik had veel vragen over God en de Bijbel. Mijn schoonmoeder legde me met veel geduld en liefde de dingen uit. Corrie nam het initiatief om hardop te bidden voor de maaltijd en om samen Bijbel te lezen en te bidden.”
Hij stopte met motorcrossen op zondag, ging af en toe mee naar de kerk en gaf zich op voor catechisatie voor jongeren die niet christelijk waren opgevoed. „Die catechisatie was wekelijks bij een ouderling thuis. Ik heb veel van hem geleerd.”
Daarna volgde hij twee jaar belijdeniscatechisatie bij ds. Westerink. „Hoewel ik eerst niet zo veel van hem wilde weten vanwege zijn preekstijl, leerde ik hem waarderen. Ik ontdekte dat hij een liefdevolle, geduldige man was. Als ik dingen uit een preek van hem niet begreep, liep ik uit de kerk weleens met hem mee naar huis. Dan gaf hij me een kop koffie en praatten we wat.”
Aan het einde van de belijdeniscatechisatie besloten enkele catechisanten belijdenis van het geloof af te leggen. Bijlard kon dat niet en had het daar moeilijk mee. „Ik zocht in de Bijbel naar bevestiging: bestaat God wel echt?”
De Bunschotenaar wachtte tot God hem duidelijkheid zou geven. „Ik vroeg aan God: Schud mij maar door elkaar. Heilige Geest, laat mij zien dat de Bijbel echt is. Ik wilde wat ervaren. Vrienden en collega’s baden voor mij. Soms zonder dat ik ervan wist.”
Op zondagochtend 10 december 1995 kwam die bevestiging er. „De avond ervoor waren Corrie en ik met vrienden naar een concert van de Engelse christelijke muzikant Adrian Snell geweest. Ik sliep die nacht slecht. Er spookte van alles door mijn hoofd.”
Hij besloot ’s ochtends niet naar de kerk te gaan, maar naar zijn ouders. „Ik heb hun verteld dat ik definitief voor God en de kerk koos. Die beslissing gaf mij rust.”
’s Middags bezocht hij een kerkdienst waarin ds. H. Polinder voorging. Zijn vrouw Corrie paste op hun twee kinderen. Geëmotioneerd: „In die preek, waarin het ging over het offer van Abraham, zag ik mijn hele leven voorbijtrekken. Ik voelde mijn ongehoorzaamheid tegenover God en kon niet meer in mijn bank blijven zitten. Huilend ben ik naar voren gelopen en neergeknield voor de preekstoel. Daar heb ik mijn verzet tegen God opgegeven. Ik kon niet anders.”
De gebeurtenis maakte grote indruk op de gemeente en ook op Corrie, die er na de dienst van hoorde. Bijlard: „De Heilige Geest was zo krachtig aanwezig. In de consistorie hebben we de Heere verwonderd gedankt.” Kort daarna deed Bijlard geloofsbelijdenis en werd hij samen met de andere catechisanten gedoopt.
Joram
Als markering van deze gebeurtenis besloten Corrie en Robin hun derde zoon Joram te noemen. Bijlard: „Zijn naam betekent Jahweh is verheven. Hij is inmiddels 21 jaar, maar elke keer als ik die naam hoor, herinnert die mij aan wat God heeft gedaan.” Joram is tegenwoordig actief als evangelist in Cyprus voor de Stichting European House Of Prayer. „Het is mooi om te zien hoe hij in vertrouwen op God zijn weg gaat. Hij en zijn vrouw zijn op dit moment in Nederland vanwege de geboorte van hun zoon. Ze weten nog niet of ze terug kunnen en wachten wat God hun duidelijk maakt.”
Zijn ouders, die inmiddels zijn overleden, reageerden sceptisch op zijn verandering. „Ik kon er niet met hen over praten. Dat ervaarde ik wel als een gemis.” Ook zijn twee broers moeten weinig van het geloof hebben. „Met mijn ene broer heb ik helaas weinig contact. De ander heeft de zaak van mijn vader overgenomen. Hij werkt hard en geniet van het leven. Zij maken een andere keuze in hun leven. Dat vind ik wel moeilijk.”
Evangelisatie
Na zijn omkering heeft Bijlard nooit meer getwijfeld aan het bestaan van God, hoewel hij periodes van strijd kent. „Ik heb lang geworsteld met de vraag of ik mocht stoppen als lid van het schoolbestuur in Bunschoten. Ik heb dat twintig jaar met veel liefde gedaan, maar het kostte me veel tijd en energie. In een preek over Jona sprak God tot mij. Toen was de beslissing om te stoppen niet moeilijk meer.”
Corrie: „Binnen een paar dagen wist hij het. Terwijl ik al een halfjaar op hem had ingepraat.”
In zijn gemeente is Bijlard betrokken bij evangelisatiewerk. In het verleden deelde hij folders uit aan toeristen in Bunschoten waarin ze werden uitgenodigd voor een kerkdienst. Tegenwoordig geeft hij met een vriend de Emmaüscursus voor mensen die weinig weten van het christelijk geloof.
In de omgang met niet-christenen vindt Bijlard het belangrijk om niet betweterig over te komen. „Dat stoot mensen af.”
Ook hecht hij veel waarde aan persoonlijk contact. „Met veel waardering denk ik terug aan de ouderling die mij catechese aan huis gaf. Dat was laagdrempelig en schepte vertrouwen, waardoor ik mijn vragen durfde te stellen. Een kerkelijke ruimte kan mensen vooral in het begin afschrikken.”
Borduurwerk
De kerk adviseert hij om „mee te gaan met de tijd. Toen ik voor het eerst in de kerk kwam, was dat een onbekende wereld voor mij. Alles ging er zo stijfjes aan toe. Om jongeren niet kwijt te raken, mag de kerk van mij in beweging komen. Alhoewel ik begrijp dat ouderen niet altijd op verandering zitten te wachten.”
Zijn leven overziend is Bijlard dankbaar voor de ommekeer die hij heeft meegemaakt. „Soms begrijp ik niet waarom dingen zo moesten gaan. Maar dan houd ik mij voor dat mijn leven een borduurwerk is van God. Ik kijk tegen de onderkant aan en zie alleen maar draden. God ziet de bovenkant. Mijn leven is veilig in Zijn hand.”
Ds. J. Westerink: Begin niet gelijk over regeltjes
In zijn ambtsperiode heeft ds. J. Westerink uit Urk het diverse keren meegemaakt dat een niet-christelijke jongere zich aansloot bij de kerk. Ook Robin Bijlard kan hij zich nog goed herinneren. „Ik weet dat zijn schoonmoeder een grote rol in zijn leven heeft gespeeld. Zij vertelde hem met veel liefde en voorzichtigheid over de Heere en Zijn dienst.”
De christelijke gereformeerde emeritus predikant gaf Bijlard belijdeniscatechisatie en heeft hem, samen met nog een paar anderen, gedoopt. „Daarna is hij een heel trouwe en meelevende broeder in de gemeente geworden.”
In de omgang met jongeren die voor het eerst met de kerk in aanraking komen, adviseert de emeritus predikant om niet gelijk met allerlei wetjes en regeltjes aan te komen. „In Zwolle, waar ik ben opgegroeid, kreeg een behoudende ouderling contact met een fervente voetballiefhebber. Die jongen voelde zich aangesproken door het Evangelie, maar hij wilde z’n voetbaltraining niet opgeven. De ouderling adviseerde hem toen om ’s ochtends naar de kerk te gaan en ‘s middags naar voetbal. Na een ingrijpende gebeurtenis besloot de jongen twee keer per zondag naar de kerk te gaan. „Want daar hoor ik te zijn”, zei hij.”
Die ouderling kwam met zijn benadering dus verder dan mensen die gelijk beginnen over allerlei wetjes en regeltjes, zegt ds. Westerink. „Daar win je niemand mee. Als de Heere Jezus in je leven verschijnt, gaan mensen het vanzelf aan je merken dat het Evangelie je raakt.”
De Urker predikant heeft de indruk dat in behoudende gemeenten vaker niet-christelijke jongeren de weg naar de kerk vinden dan in progressieve. „Sommige mensen vinden de prediking er misschien zwaar of te afsnijdend, maar er zit vaak ook veel gunnends in. Neem bijvoorbeeld de preken van ds. Van der Poel uit Ede. Die kon zoiets zeggen als: „Is dat geen kostelijk Evangelie?” Je proefde de liefde tot de Heere en Zijn dienst bij die man.” Tegen mensen die jaloers zijn op een radicale bekering van de kroeg naar de kerk, zegt ds. Westerink: „Wees dankbaar dat de Heere zo’n weg voor jou niet nodig acht.”
zomerserie Overtuigd
Tegen de trend van kerkverlating en geloofsafval in komen er mensen tot verandering. Het Reformatorisch Dagblad luistert deze zomer naar het getuigenis van zoekers die gevonden zijn. Deel 3: Robin Bijlard.