„Nood onder teruggekeerde Syrische vluchtelingen groot”
Een Syrische vrouw verliest tijdens hevige beschietingen haar man en een zoon. Ze zoekt elders in Syrië een veilig heenkomen. Uiteindelijk keert ze terug naar haar kapotgeschoten appartement in Oost-Ghouta. Het Rode Kruis biedt haar hulp.
Juriaan Lahr ontmoette de Syrische weduwe afgelopen week. Woensdag keerde het hoofd internationale hulpverlening van het Nederlandse Rode Kruis terug van een bezoek aan Syrië. De nood onder teruggekeerde Syrische vluchtelingen is groot, stelt hij. Reden voor zijn organisatie om donderdag een speciale geldinzamelactie te starten voor Syriërs die terugkeren.
Nu het geweld in diverse regio’s in Syrië is afgenomen, zoeken binnenlandse vluchtelingen massaal hun huizen weer op. Volgens de Verenigde Naties zijn in de eerste helft van dit jaar 750.000 ontheemden binnen Syrië teruggekeerd, meer dan in heel 2017. Ook 16.000 Syriërs uit omringende landen, zoals Libanon en Jordanië, zochten recent hun oude woonplek weer op.
Lahr bezocht hen in onder andere Aleppo en omgeving, Damascus en Oost-Ghouta. „Het zijn mensen die binnen Syrië vaak meerdere keren op de vlucht zijn geslagen. Ik sprak een boer in de omgeving van Aleppo. Hij was indertijd midden in de nacht uit angst vertrokken. Twee jaar lang was hij op de vlucht geweest in zijn land. Hij had op vier locaties gezeten. Toen hij hoorde dat het weer veilig zou zijn, keerde hij terug. Zijn huis had geen deuren meer en ramen en kozijnen lagen eruit. Ook al zijn meubilair was weg.”
Het Rode Kruis bood hem hulp in de vorm van schoon drinkwater, voedsel en matrassen. Ook kreeg hij zaden om zijn werk weer te kunnen oppakken en voedsel te verbouwen voor hem en zijn gezin. Aan dit soort ondersteuning is schreeuwend behoefte, stelt Lahr. „Mensen hebben direct na terugkeer hulp nodig om de eerste dagen door te komen en een steuntje in de rug om een nieuw bestaan op te bouwen.”
Er is veel hulp nodig. „In een plaats als Oost-Ghouta is 60 tot 80 procent van de huizen kapotgeschoten. Je ziet overal puinhopen liggen, ingestorte gebouwen, karkassen van appartementen. En daar blijken dan toch weer mensen te wonen, die een enorme veerkracht hebben.”
Lahr benadrukt dat het belangrijk is dat de ontheemden zich goed laten informeren over de situatie in hun regio, omdat diverse gebieden in Syrië nog steeds onveilig zijn. „Het is begrijpelijk dat mensen als ze de mogelijkheid hebben, terugkeren. Vaak zijn ze als vluchteling met heel veel anderen ondergebracht in shelters, zoals oude schoolgebouwen. Daar hebben ze ook geen perspectief. Als je dan terug kunt, doe je dat.”
Het Rode Kruis gaat de hulp intensiveren, in nauwe samenwerking met haar Syrische zusterorganisatie Rode Halvemaan. Zo plaatst het in diverse woonwijken watertanks, waar de bevolking drinkwater kan halen. „Ook helpen we bij kleine reparaties aan huizen, zoals het plaatsen van deuren of kozijnen. En we kunnen mensen helpen om bijvoorbeeld een bedrijfje te starten. Zo gaven we iemand in Aleppo een startkapitaal om een kleine supermarkt te beginnen.”