Veel te jong om een wapen te kopen
„Ik draag de volle verantwoordelijkheid voor de moord die ik heb gepleegd. Terecht dat ik vastzit. Maar als ik als jongere van negentien niet zo gemakkelijk aan een wapen was gekomen, had ik waarschijnlijk mijn misdaad niet gepleegd”, zo zegt gedetineerde Jerry Metcalf.
Jerry zit inmiddels 22 jaar vast in een zwaarbewaakte gevangenis in the middle of nowhere in Michigan. De vrijheid om te gaan en te staan waar hij wil, zal hij waarschijnlijk nooit meer krijgen.
Metcalf heeft levenslang voor het doden van een man met wie hij als twintiger in een handgemeen raakte. Toen Jerry er niet in slaagde de man op de grond te krijgen, greep hij zijn geweer er richtte de loop op zijn tegenstander. Die tartte hem door te zeggen dat hij toch niet het lef had om te schieten. Jerry: „Dat maakte al het boze in me los. Ik verloor in één seconde tijd mijn menselijkheid, mijn zelfbeheersing en mijn waardigheid. Ik haalde de trekker van mijn semi-automatisch geweer over en hield hem vast tot het hele magazijn met kogels leeg was.”
Dit wapen was niet het eerste dat Jerry in eigendom kreeg. „Ik was zeventien toen ik voor de derde keer werd beroofd. Vier mannen grepen me vast, sloegen me in elkaar en namen mijn geld mee. Ik besloot toen een wapen aan te schaffen. Eerst kocht ik op de zwarte markt een pistool, illegaal want ik was nog geen achttien. In de volgende jaren kocht ik steeds zwaardere wapens. Ik wilde de sensatie ervaren van het schieten met zwaarder geschut. Maar nooit had ik de idee dat ik daadwerkelijk iemand zou neerschieten. Toch gebeurde het. Ik was twintig en was een moordenaar.”
Metcalf wil op geen enkele manier onder zijn verantwoordelijkheid uit. „Ik heb een moord gepleegd. Ik ben schuldig. Maar ik denk wel dat het zover niet was gekomen als ik niet zo jong wapens had kunnen kopen.”
In de gevangenis houdt Jerry zich nu bezig met het praten met gedetineerden die nog een mogelijkheid hebben om terug te keren in de samenleving omdat ze een lagere straf hebben gekregen. „Ik beschouw het als mijn missie hen te overtuigen nooit (meer) een wapen aan te raken. Het bezit van een wapen is een gevaarlijke verleiding waarvoor je op onverwachte momenten –vaak ook ongewild– zwicht.”
Daarnaast probeert hij met artikelen en via e-mailcontacten mensen te overtuigen van de noodzaak om de leeftijdsgrens voor wapenbezit op te trekken van 18 naar 21 jaar. „En als het kan mag die grens van mij nog hoger”, stelt Metcalf. „Ik wil niet zeggen dat er een totaalverbod op wapens moet komen. Dat is onbereikbaar in ons land. Maar ik wil dat het besef groeit dat weinig mensen in staat zijn om een geweer verstandig te gebruiken. Vandaar dat het antecedentenonderzoek voor een wapenvergunning op zijn minst uitgebreid zou moeten worden met een psychologische test.” Tot nu toe heeft de oproep van Jerry Metcalf en vele anderen nauwelijks effect gehad. Het recht op wapenbezit ligt bij Amerikanen uiterst gevoelig. Zelfs de steeds vaker voorkomende schietpartijen in kerken en scholen is voor hen nauwelijks aanleiding om dit recht te beperken. „Het kwaad zit niet in het wapen, maar in de mens”, is het veelgehoorde argument. „Er zijn mensen die niet met een pistool of geweer om kunnen gaan. Die moet je eruit filteren, zo wordt dan gesteld.”
Het hebben van een eigen geweer is voor Amerikanen het ultieme symbool van hun vrijheid. Het recht ligt vast in het zogenoemde tweede amendement dat in 1791 werd opgenomen in de Bill of Rights. De reden voor de opstellers was dat milities snel in actie moesten kunnen komen wanneer er gevaar dreigde. Dan was het handig als elk zijn wapen thuis had. Toen de milities verdwenen en er geordende politiediensten kwamen, bleef het recht op wapenbezit gehandhaafd. Veel Amerikanen geeft het een veilig gevoel dat men zich altijd kan verweren tegen een dreiging van welke aard dan ook. Zeker mensen die op eenzame vlaktes wonen, waar het soms meer dan een halfuur duurt voordat de politie na een oproep verschijnt, willen niet graag hun pistool afstaan.
Blanke Amerikanen
Het wapenbezit is onder blanke Amerikaanse mannen het grootst. Zo’n 48 procent van hen heeft een pistool of geweer, tegen 23 procent van de niet-blanke mannen. Van alle wapenbezitters heeft een derde vijf of meer verschillende wapens in huis. In totaal zijn er in Amerika zo’n 8 miljoen zogenaamde ”superowners”.
De discussie over het wapenbezit is vooral sinds 2000 opgelaaid. Aanleiding zijn schietpartijen waarbij veel slachtoffers vallen. Alleen al dit jaar telt de lijst van dit soort schietincidenten in totaal 23 getroffen scholen.
Mede naar aanleiding daarvan klinkt uit grote groepen in de samenleving de roep om het wapenbezit te beperken. Na de schietpartij op de school in Parkland (Florida) in februari van dit jaar, waarbij de van school gestuurde leerling Nikolas Cruz zeventien slachtoffers maakte, leek die oproep effect te hebben. Scholieren in heel Amerika organiseerden protestmarsen. Trump nodigde leerlingen en ouders van slachtoffers uit voor een ontmoeting in het Witte Huis. Hij zegde toe maatregelen te overwegen.
De hoop dat er echt iets gaat veranderen, is inmiddels vervlogen, ook al zijn er nadien alweer diverse schietpartijen geweest op scholen, waarbij er één of meer slachtoffers zijn gevallen. Het enige waar president Trump nu aan denkt, is het bewapenen van leerkrachten zodat die met geweld een schutter kunnen stoppen.