„Titel nationaal park ook nadelig”
Een positief gevolg van de titel nationaal park voor Schiermonnikoog is dat er een netwerk van schelpenpaden op het eiland is gekomen. Bewoner Jan Pieter Dijkstra (65) doet fietsend over die paden een boekje open over de voor- en nadelen van zo’n benaming.
Mensen die in Nationaal Park Schiermonnikoog wonen, zijn er niet. Want het dorp Schiermonnikoog, de bebouwing eromheen en de Banckspolder vallen buiten het nationaal park. De rest van het eiland hoort wel bij het park, maar daar wonen geen mensen.
Eilander Dijkstra woont aan de rand van het dorp, en daarmee ook aan de rand van het nationaal park. Dat begint aan de overkant van de weg. De natuurtuin van de Dijkstra’s sluit mooi aan op de natuur van het park. De geboren en getogen eilander is ermee opgegroeid. „De meester van school nam ons vroeger al tijdens schooltijd mee voor een wandeling om de westkant van het eiland. Onderweg liet hij vogelnesten zien.”
Ook thuis was Dijkstra omringd door natuurmensen. „Mijn vader had een vergunning om meeuweneieren te rapen. Die werden opgegeten. Ik ging vaak met hem mee. Ook ging ik met mijn buurmannen vissen op het wad.”
Die verbondenheid met de natuur was vroeger heel gewoon. Nu zijn er volgens Dijkstra veel eilandbewoners die er helemaal niets mee hebben. „Mijn vriendin ging pas wandelen met iemand die op het eiland geboren is. Ze sloegen een paadje in waar die ander nog nooit was geweest. Terwijl dat paadje vlak bij het dorp lag.”
Gratis reclame
Voor veel eilandbewoners is de titel nationaal park niets anders dat een gratis reclame die voor meer toeristen en dus meer inkomsten heeft gezorgd. Dijkstra profiteert er zelf ook van, omdat hij boven zijn woning twee appartementen verhuurt. „Die zijn het hele jaar door bezet. Vroeger kwamen er alleen in de zomer vakantiegasten en waren de eilandbewoners de rest van het jaar op zichzelf aangewezen.”
De titel nationaal park geeft bepaalde verplichtingen, vindt de onderhoudsmonteur. „Als gastheer van een uniek natuurgebied moet je zorgen voor absolute rust. Een restaurant midden in natuurgebied De Berkenplas heeft nu twee keer per jaar een live muziekoptreden op het terras en wil dat graag vaker doen. Dat vind ik dus niet kunnen.”
De druk op de natuur is door al die toeristen fors toegenomen, vindt Dijkstra. „Natuur moet tegenwoordig beleefd worden. Het liefst zo dichtbij mogelijk. Dus gaan er rubberboten en schepen vol toeristen het Wad op om de zeehonden van dichtbij te bekijken. Maar die worden zo wel iedere keer verjaagd.”
Een ander voorbeeld laat het bestuurslid van de Natuur- en Vogelwacht zien in het stuifduinengebied bij het Kapenglop, ten noorden van het dorp. Hier mogen mensen vrij struinen door de duinen. Dijkstra doet dat ook, maar omzeilt voorzichtig de orchideeën die hier groeien.
Verderop blijft hij op grote afstand van de oeverzwaluwen die in een afgekalfd stukje duin broeden. Dat omzeilen en afstand houden zullen onwetende toe- risten niet snel doen, met het verdwijnen van zeldzame orchideeën en oeverzwaluwnesten tot gevolg.
Educatie
Toch kan Dijkstra al fietsend naar de Westerplas ook wel positieve dingen van een nationaal park noemen. „De natuureducatie is goed op gang gekomen. Voordat Schiermonnikoog nationaal park was, hadden we een klein museum waarvandaan in de vakanties weleens een excursie werd georganiseerd. Nu is er een professioneel bezoekerscentrum waar het hele jaar door excursies worden georganiseerd voor hele schoolklassen. Super!”
Serie Parkbewoners
Op bezoek bij mensen die in een nationaal park wonen. Deel 1: Schiermonnikoog.