Als het aan de gemeente Molenwaard ligt, groeit het Zuid-Hollandse stadje Nieuwpoort uit tot „één van de toeristische iconen” van de regio. Wethouder Paul Verschoor: „Nieuwpoort is één van de best bewaarde vestingsteden van ons land.”
Het is gezellig druk op het terras aan de Buitenhaven in het centrum van het stadje. „We komen hier regelmatig”, zegt een ouder echtpaar uit Rotterdam. „We gooien de fietsen achter op de auto en maken een tochtje door de Alblasserwaard. Het is vlakbij, maar je bent er toch even helemaal uit. Dit terras is onze vaste tussenstop.”
Natascha den Hartog en Bianca van der Weij uit het naburige Groot-Ammers nippen van een glaasje wijn. „Nieuwpoort is een leuk stadje met een eigen sfeer. En het gemeentehuisje is natuurlijk prachtig. Het leuke is: wij komen hiernaartoe voor de gezelligheid en inwoners van Nieuwpoort komen naar Groot-Ammers om boodschappen te doen. Ammers is maar een dorp, maar heeft wel veel meer winkels.
Moet Nieuwpoort een toeristische trekpleister worden? Dan moet het wel meer te bieden hebben dan nu het geval is, een paar leuke winkeltjes of een expositieruimte zou al schelen.”
Wethouder Paul Verschoor: „De vesting heeft een prachtig historisch decor met veel monumentale panden.” Dit voorjaar stelden het college van burgemeesters en wethouders het ”Toeristisch Plan Nieuwpoort” vast, waarin staat hoe de toeristische ontwikkeling tot stand moet komen.
Stadsrechten
Wethouder Verschoor wijst op de sterke kanten van Nieuwpoort dat nog geen 1500 inwoners telt, maar als enige van de dertien kernen in Molenwaard stadsrechten heeft. „De geschiedenis is hier tastbaar. Nieuwpoort is bij uitstek geschikt om te voet te verkennen. Toeristen maken een wandeling over de wallen, bezoeken museum Het Stadhuis en drinken aansluitend een kopje koffie op het terras. Daarom mikken we vooral op dagjesmensen.”
Om de attractiviteit van de vesting te versterken zijn er al projecten op gang gekomen, zoals de aanleg van het Struinpad, de verlichting van de monumentale panden, de reconstructie van de vestingwallen en de renovatie van het Stadhuis.
Bovendien liggen er plannen om ”Het geheim van Nieuwpoort” te gaan vertellen en activiteiten te organiseren rond ”350 jaar Oude Hollandse Waterlinie” in 2022. Ook wil de gemeente aanhaken bij bestaande evenementen, zoals de jaarlijkse Kaarsjesavond en het Brei- en haakfestival.
Leefbaarheid
De gemeente weet niet precies hoeveel bezoekers de vesting nu jaarlijks trekt en heeft evenmin een concrete doelstelling voor de toekomst. Wethouder Verschoor: „We mikken op een ‘gezond’ aantal bezoekers dat past bij de grootte van het stadje. Daarom overleggen we de komende tijd met de inwoners om te kijken of ze toerisme een uitdaging of juist een bedreiging vinden. De leefbaarheid van de ‘Poorters’ staat voorop.”
Die leefbaarheid is precies waar de familie Westhoek, die al een jaar of dertig in de vesting woont, zich zorgen over maakt. „Het is erg leuk als hier meer bezoekers komen. Zo’n impuls kunnen we best gebruiken: de afgelopen jaren zijn de bakker, de slager en het supermarktje al verdwenen.
Anderzijds moet het niet te gek worden. Parkeren is nu al een probleem. Bussen en vrachtwagens worstelen zich door de Hoogstraat en regelmatig geeft zo’n bus een auto die niet goed geparkeerd staat een duwtje.
Het zou al veel schelen als de parkeerplaatsen aan de rand van de vesting beter worden aangegeven. Op mooie dagen is het hier trouwens toch al best druk. Dan passeren er groepen motoren of fietsers en die zorgen voor veel lawaai. Dat mag best wat minder.”
Margré Batens van Batens Tweewielers heeft daar geen last van. „Een beetje levendigheid kunnen we goed gebruiken. Ik verwacht niet dat onze zaak meer klandizie krijgt door de komst van dagjesmensen, maar extra drukte zorgt wél voor gezelligheid. Het is nu soms heel erg stil.”
Dominee Geert Jelle Post, predikant van de plaatselijke Christelijke Gereformeerde Kerk, begrijpt best dat de gemeente extra aandacht vraagt voor Nieuwpoort. „Dit is een prachtig stadje met een mooi museum. En de natuur is ook schitterend. Heerlijk om aan de Lek even met elkaar een broodje te eten.”
Wat de mensen echt niet mogen missen? Post lacht: „De kerk natuurlijk. De deuren staan iedere zondag open. Laat ze maar komen.”