Kerk & religie

Evangelist H. Bor: Heeft de kerk geloof, hoop en liefde begraven?

„Is de kerk in Nederland bezig geloof, hoop en liefde te begraven?” Deze vraag stelde evangelist H. Bor woensdag op de ontmoetingsdag te Boven-Hardinxveld.

Van onze correspondent
5 July 2018 11:12Gewijzigd op 16 November 2020 13:41
In de hersteld hervormde kerk te Boven-Hardinxveld vond woensdag een jaarlijkse ontmoetingsdag plaats.  beeld RD, Anton Dommerholt
In de hersteld hervormde kerk te Boven-Hardinxveld vond woensdag een jaarlijkse ontmoetingsdag plaats.  beeld RD, Anton Dommerholt

Het is traditie dat op de eerste woensdag in juli een jaarlijkse ontmoetingsdag wordt gehouden in de hersteld hervormde kerk te Boven-Hardinxveld. Dit jaar trok de ontmoetingsdag 125 bezoekers. Naast evangelist Bor spraken ds. P. de Ouden, hersteld hervormd predikant te Katwijk, en de plaatselijke predikant dr. P. de Vries.

Evangelist Bor sprak over de opwekking van de jongeling te Naïn uit Lukas 7.

Hij citeerde Johannes Calvijn, die deze geschiedenis een afspiegeling van het geestelijk leven noemt. „Het is geen mooie, maar wel een rijke geschiedenis. De moeder van de jongen heeft afscheid genomen van haar enige zoon. Op de baar ligt haar geloof, haar hoop en haar liefde.”

Bor trok een vergelijking vanuit deze geschiedenis naar de kerk tegenwoordig. „Veel mensen verlaten de kerk omdat het leven eruit is. Laten we daarom bidden om een levendmaking. In Naïn gebeurt het. Jezus komt de stad in. Hij komt tot de dode. De dragers staan stil en moeten de dode voor Hem leggen. Als ook wij onze dood bij Hem neerleggen, spreekt Jezus het verlossende woord: „Sta op.””

Als dat gebeurt gaan volgens Bor doden de stem van de levende God horen. „Dan gaan doden leven en Hem verheerlijken. Ziet de jeugd dat ook in ons leven?”

Verdenken

Ds. Den Ouden hield de bezoekers van de ontmoetingsdag de geschiedenis van Jona voor. Jona preekte in Ninevé over de toorn van God. Hij waarschuwde dat God de stad zou gaan omkeren. Op de preek van Jona roept de koning een vasten uit. „Wie weet, God mocht Zich wenden.”

Dat ”wie weet” was volgens ds. Den Ouden geen vorm van twijfel, maar van zekerheid. De koning sprak het volk moed in. „Als wij in ons leven niet verder komen dan ”wie weet”, gaan we van onszelf en niet van God uit.”

Volgens hem moeten we de Schrift buiten twijfel stellen. „Het is de grootste zonde als we God verdenken in Zijn genadige gezindheid. Hij heeft Zijn beloften gegeven en die met een eed gezworen. Met een ”wie weet” zetten we dan een vraagteken achter het bloed van Christus en Zijn genadige gezindheid.”

De predikant uit Katwijk zag een regelrechte lijn lopen van Ninevé naar het kruis. „Jona preekte in Ninevé de toorn van God. Aan het kruis is Gods toorn over Ninevé geblust.”

Niet rooskleurig

„Zijn Naam moet eeuwig eer ontvangen.” Met deze woorden uit Psalm 72 opende ds. De Vries de middagbijeenkomst. „Die Naam moet bij al onze activiteiten centraal staan.”

Psalm 72 noemde hij een psalm van de heerschappij van Christus. „Die is alle eeuwen door zo geweest. Hij regeert van zee tot zee. De kerk is daar te vinden waar het Evangelie van die ene Naam wordt verkondigd.”

Met het uiterlijk van de kerk is het volgens ds. De Vries niet rooskleurig gesteld, hoewel hij niet pessimistisch wilde zijn.

„Zijn Naam wordt van kind tot kind voortgeplant. Het is die Naam die de wereldwijde kerk verbindt.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer