De voorzieningenrechter in Utrecht heeft maandag in een kort geding de demonstratie van Pegida op de stoep van de Sayidina Ibrahim-moskee in Kanaleneiland later op de dag verboden. Volgens de rechter heeft de burgemeester goed gehandeld.
De groep had speklapjes willen braden op de stoep van de moskee. Burgemeester Jan van Zanen vindt dit, in overleg met de politie en justitie, onverantwoord. Al eerder stak hij een stokje voor eenzelfde protestbijeenkomst bij de Ulu-moskee in de wijk Lombok. Ook in andere steden zijn vergelijkbare bijeenkomsten verboden.
Pegida wil juist op een plek staan waar zij duidelijk hun mening kunnen laten horen en zien. Voorman Edwin Wagensveld: „Als je tegen de gemeente demonstreert, ga je ook niet bij een ziekenhuis staan.” Dan ga je naar de rechtbank, grapte de rechter.
Volgens hem heeft de burgemeester terecht de aanvraag afgekeurd. Van Zanen is bang voor wanordelijkheden. Het is ramadan, het is druk rond de moskee omdat het avondgebed plaatsvindt. Jongeren uit de buurt en andere wijken zagen het roosteren van varkensvlees als een ernstige provocatie. Zij zouden uit zijn op een conflict. Ook waren er geluiden van andere tegendemonstraties. De omgeving was voor de politie slecht te controleren. Daarom wilde de burgemeester geen risico’s nemen. De rechter steunt hem hierin.
Behalve in Utrecht zijn er ook demonstraties aangevraagd in vier andere steden. In Arnhem en Gouda is de groep eveneens niet welkom op de door hem gewenste plek. In Rotterdam mag de groepering donderdag wel voor de Laleli-moskee gaan staan. Den Haag heeft nog geen beslissing genomen.
Pegida wil vanaf nu voor elke moskee in het land afzonderlijk en na elkaar een aanvraag voor een protest gaan indienen.