Ziek van windmolens
Windmolens of -turbines produceren schone energie, tenminste als het behoorlijk waait. Maar ook geluidstrillingen. Met name de laagste tonen, die je niet kunt horen maar wel voelen, kunnen tot ernstige gezondheidsklachten leiden. Pakweg zo’n 15 tot 30 procent van de mensen is er gevoelig voor. Net als bij zee- of wagenziekte. Daar heeft ook niet iedereen last van. Maar dit zogeheten infrageluid wordt nog weinig serieus genomen.
Kaj Bank Olesen is nertsenfokker in het Deense Vildbjerg. Op 6 december 2013 komen achter zijn boerderij de machtige wieken van vier Vestaswindturbines in beweging. Spoedig worden zijn nertsen onrustig in hun kooien.
„Met een schril geschreeuw begonnen ze elkaar te bijten”, zegt Olesen. Hij raadpleegt zijn dierenarts. Die roept de politiek in de gemeente Herning ertoe op om de nieuwe windturbines achter Olesens boerderij snel uit te schakelen, want er zijn al een half dozijn dieren in de kooien dood. Meer dan honderd pelsdieren hebben elkaar dermate toegetakeld dat ze moeten worden afgemaakt.
Later blijkt dat dit drama zich alleen herhaalt bij westenwinden. Maar ook na het eerste paarseizoen gaat het fout. Ongeveer 500 van de 4500 nertsenwijfjes hebben miskramen en doodgeboorten. „Dat is 25 keer meer dan normaal”, stelt de nertsenfokker.
De gebeurtenissen op de nertsenboerderij brengen veel van de zo ecologisch georiënteerde Denen in verwarring. Maakt windenergie ziek? Maken de turbines door hun infrageluid, trillingen met een zeer lage frequentie onder de hoorbaarheidsgrens, die dieren waanzinnig? Kan hierdoor wellicht ook de menselijke gezondheid worden aangetast?
Krantenkoppen
Het lot van de nertsenfokker uit Jutland haalt de landelijke krantenkoppen en bereikt zelfs het parlement in Kopenhagen. Jan Hylleberg, bestuursvoorzitter van de Deense Vereniging voor Windmolens, weet nu dat de energierevolutie een probleem heeft: „Een groot aantal Deense gemeenten schort zijn plannen voor nieuwe windmolenparken op totdat het staatsonderzoek naar de gezondheidsproblemen veroorzaakt door infrageluid is afgerond.”
Dit horrorscenario staat niet op zichzelf. Wereldwijd worden er soortgelijke problemen met dieren gemeld.
Zoals een schapenboer in het Australische Waterloo die vanaf het moment dat de turbines gingen draaien een drievoudige piek in aangeboren afwijkingen waarnam. „Lammeren werden geboren zonder oren, met drie poten en hoeven die naar achteren zijn gedraaid”, rapporteerde een Australische krant.
Melkveehouder
Ook de Franse melkveehouder Yann Jolie raakt in 2011 in de problemen na de plaatsing van windturbines in de omgeving. Hij toont een lief kalfje dat kreupel is aan de voorpoten: „Voordat de windturbines hier gingen draaien heb ik zoiets hier nooit gezien. De koeien blijven ’s nachts staan, kunnen slecht slapen. Dit gebrek aan rust vertaalt zich in een aanzienlijke verlaging van de melkopbrengst, die na drie jaar zelfs is gehalveerd.”
Jolie denkt dat dit komt door abnormale trillingen die de turbines opwekken. De melkveehouder meldt zich daarop bij CEO Energy, de eigenaar van de turbines, en wendt zich ook tot het Franse ministerie voor Milieuzaken. Maar hij krijgt geen enkele reactie van beide instanties.
Gezondheidsproblemen
De problemen met zijn pelsdieren gaan de Deense nertsenfokker zelf ook niet voorbij. „Een paar weken nadat de windmolens in bedrijf waren gesteld, begonnen mijn gezondheidsproblemen”, zegt Olesen. „Ik kreeg last van ademhalingsmoeilijkheden, hoofdpijn en benauwdheid. ’s Nachts sliep ik nauwelijks. Ik stond dan maar op en ging whisky drinken. Maar dat hielp niets.”
De problemen houden aan totdat hij met zijn gezin vertrekt naar een woning 8 kilometer verderop. Alleen de nertsen moeten blijven; het gemeentebestuur in Herning stemt niet in met de verhuizing van de nertsenboerderij. Zij doen ook zijn klachten tegen de windmolens simpelweg af met: „Op basis van geluidsmetingen ziet de gemeente Herning geen grond voor een redelijk vermoeden dat de windturbines niet voldoen aan de grenswaarden voor geluidshinder.”
Inderdaad leveren de gebruikelijke veldtesten om bijvoorbeeld verkeers- en vliegtuiglawaai in kaart te brengen, bij de nertsfokkerij weinig verontrustende resultaten op. Vanuit de gedachte dat alleen meetelt wat je kunt horen, worden de geluidsdecibels door een filter gehaald die de gevoeligheid van het menselijk oor weerspiegelt, de zogenaamde dBA-metingen. Onder de 20 hertz (20 trillingen per seconde) kun je geen geluid meer horen, maar wel voelen. Zoals de laagste toon van een 32-voets pedaalregister van een pijporgel (16 Hz).
Windturbines produceren behalve hun zacht zoevende geluid ook onhoorbare trillingen tot zelfs 1 Hz. En juist dit deel van het geluidsspectrum, infrageluid van 1 tot 20 Hz, geeft aanleiding tot gezondheidsproblemen.
Schadelijke effecten
Wetenschappers van het Massachusetts Institute of Technology ontkennen dat in 2014: „Weliswaar kunnen hoge intensiteiten van infrageluid boven de waarnemingsdrempel vermoeidheid veroorzaken en afbreuk doen aan de prestaties. Het infrageluid van windturbines in de omgeving ligt echter duidelijk onder de waarnemingsgrens van de mens. Schadelijke effecten zijn dan ook niet te verwachten. Negatieve gevoelens worden eerder bepaald door persoonlijke attitudes dan door het werkelijke geluidsniveau. Een verband tussen infrageluid en de bedreiging voor de menselijke gezondheid kan niet worden vastgesteld.”
Het Canadese ministerie voor Volkgezondheid stelt eveneens dat er geen aanwijzingen zijn voor ziektesymptomen die zouden zijn ontstaan door geluidsgolven van windturbines. „Het zijn niet de akoestische of optische signalen (bewegende slagschaduwen) van de windturbine, maar het is de angst dat ze schadelijk zijn voor de gezondheid die ongemak en irritatie veroorzaakt.”
Volgens een Canadese rechterlijke uitspraak is er geen direct verband tussen windturbinegeluid en effecten op de menselijke gezondheid. Koren op de molen van Scott Smith, vicepresident van de Canadese windenergievereniging. Het maakt de Canadese windmolenindustrie behoorlijk ongevoelig voor claims dat windturbines de menselijke gezondheid kunnen schaden.
Economische belangen
In zijn beleidsnota van november 2016 over de mogelijke gezondheidseffecten van windturbines stelt het Duitse bureau voor milieubescherming Umweltbundesamt dat er door blootstelling aan infrageluid van windturbines geen negatieve effecten op de gezondheid zijn te verwachten.
De windturbine-industrie stelt zich begrijpelijkerwijs ook op het standpunt dat als je het infrageluid niet hoort, het ook geen invloed op je kan hebben. Er staan grote economische belangen op het spel.
Uit een studie van het Beierse Staatsbureau voor Milieubeheer in 2011 blijkt dat infrageluid van een windenergiecentrale van 1 MW op een afstand van 250 meter niet meer waarneembaar is. En volgens het Bureau voor Milieubescherming van Baden-Württemberg is het infrageluid na 700 meter bijna volledig gemaskeerd door omgevingsgeluid. Dan staat het licht echt op groen.
Antiwindturbineclubs
Toch verzetten steeds meer antiwindturbineclubs zich tegen de plaatsing van turbines in hun leefomgeving. Ook wetenschappers, onder wie neurobioloog dr. Markus Drexl van de Ludwig-Maximilian Universiteit in München, liggen dwars.
„De veronderstelling dat lage frequenties niet door het oor worden verwerkt omdat ze niet hoorbaar of moeilijk hoorbaar zijn, is onjuist”, zegt Drexl. Volgens hem reageren het gehoororgaan en het lichaam ook op geluiden met een zeer lage frequentie. Dat kan aanleiding geven tot allerhande ziekteverschijnselen.
Mede daardoor besluit de Beierse deelstaatregering dat de minimumafstand tot woongebouwen tien keer zo groot moet zijn als de hoogte van de windturbines. Bij windturbines van 200 meter hoog mag daarom binnen een straal van 2000 meter geen woning staan. Een Beierse krant juicht lyrisch: „Beieren is mooi – en moet dat ook blijven.”
Maar de critici van deze ”10H-regel” wijzen erop dat er dan nog nauwelijks windturbines kunnen worden bijgeplaatst. Het Umweltbundesamt waarschuwt daarom andere deelstaten om het voorbeeld van Beieren niet te volgen omdat de energietransitie met windturbines dan gelijk ten einde zou zijn.
RIVM
Gezondheidsinstituut RIVM heeft zich door middel van een literatuurstudie over de problematiek gebogen en stelt: „Sommige mensen ervaren hinder (zoals irritatie, boosheid en onbehagen) als zij het gevoel hebben dat hun omgevings- of levenskwaliteit verslechtert door de plaatsing van windturbines. Hierdoor kunnen gezondheidsklachten ontstaan. Om de invloed van windturbines op de slaap te kunnen beoordelen, zijn echter nog onvoldoende gegevens beschikbaar. De beschikbare resultaten laten geen definitieve conclusie toe. Voor andere directe effecten op de gezondheid is geen bewijs.”
Belangrijk is in dit verband de doorgegeven conclusie van Howe (2011) dat er geen specifieke noodzaak is een laagfrequente component, dus infrageluid, toe te voegen aan de regelgeving: dBA-gewogen geluidniveaus zijn volgens deze onderzoeker voldoende voor handhaving van de huidige regelgeving.
Basisschool
Huisarts Sylvia van Manen uit ’s-Hertogenbosch komt er in 2017 achter dat er plannen zijn om een aantal enorm grote windturbines aldaar te plaatsen. Eén exemplaar zou op een afstand van slechts 600 meter van een basisschool in de buurt van haar praktijk moeten verrijzen.
Ze vindt dat zorgwekkend en vraagt zich af: „Moet je daar maar over zwijgen om allerlei, wellicht onnodige, onrust te vermijden, of moet je oproepen tot beter onderzoek naar eventuele gezondheidseffecten?”
Ze gaat de medische literatuur hierover bestuderen en stuit onder andere op onderzoek van de Portugese prof. Mariana Alves-Pereira naar het effect op de schoolprestaties van een kind. „Zij toonde aan dat onder invloed van infrageluid het slaaptekort van leerlingen toenam en de ontwikkeling van hun hersenen werd geremd. ”
Ook vond de Portugese wetenschapper duidelijk ongunstige weefselveranderingen door langdurige blootstelling aan deze grotendeels onhoorbare trillingen (zie ”Baanbrekend onderzoek”).
Van Manen besluit daarom haar bevindingen in het blad Medisch Contact te publiceren onder de titel ”Windmolens maken wel degelijk ziek.” „Daarin pleit ik voor toepassing van het voorzorgprincipe en beter onderzoek, omdat het om belangrijke gezondheidseffecten gaat waarop zelfs het RIVM in zijn rapport uit 2013 geen duidelijk antwoord geeft.”
Balans opmaken
Van Manen vindt dat het RIVM na vijf jaar opnieuw de balans zou moeten opmaken. Ook zou er meer uniformiteit binnen Europa moeten komen, waar de ene overheid minimaal tienmaal de tiphoogte aanhoudt tot bewoning (Beieren), in Denemarken vier maal de tiphoogte, terwijl hier al bebouwing op 350 meter afstand is toegestaan.
Geluidstrillingen waarnemen
Het binnenoor heeft twee typen haarcellen die geluidstrillingen opvangen, de binnenste en de buitenste haarcellen.
De binnenste haarcellen bewegen vrij in de endolymfe, de vloeistof in het binnenoor, en hebben geen contact met het tectoriaal membraan of dekmembraan. De haarcellen worden geactiveerd door zenuwvezels die betrokken zijn bij het ”normale” gehoor. Zij bewegen alleen door voortgeleide trillingen van voldoende sterkte, en worden daardoor niet in beweging gebracht door laagfrequente trillingen (infrageluid) onder de circa 20 Hz.
De buitenste haarcellen worden geactiveerd door zenuwvezels die juist niet betrokken zijn bij het bewust ‘horen’. Trilharen staan in nauw contact met het dekmembraan. Deze mechanische verbondenheid zorgt ervoor dat ze gevoeliger zijn voor verplaatsingen, waardoor ze wel reageren op de laagfrequente drukgolven van infrageluid. Dit verklaart dat ook bij veel lagere dan de hoorbare tonen de cochlea –het slakkenhuis– wordt geprikkeld en mensen fysieke hinder kunnen ervaren.
Baanbrekend onderzoek
Prof. Alves-Pereira deed twintig jaar lang epidemiologisch onderzoek, vooral bij onderhoudstechnici op een Portugese luchtmachtbasis die chronisch aan laagfrequent lawaai werden blootgesteld. De gevonden effecten waren verontrustend: hart- en vaatziekten, ademhalingsproblemen, neurologische problemen en andere zogenaamde ”vibro-akoestische ziekten” – in vaktaal Vibro Acoustic Diseases. Met name toenemende hart- en vaatziekten waren verontrustend.
Ter controle werden ratten langdurig blootgesteld aan onhoorbaar lage tonen, zogenaamd infrageluid. De pericardia, oftewel de zakjes om de hartspier, bleken na langdurige blootstelling aan infrageluid aanzienlijk verdikt, ook de wanden van bloedvaten waren dikker geworden.
In de alveoli of longblaasjes en de luchtpijp traden soortgelijke structuurveranderingen op, in de vorm van klontering van lichaamscellen in de wanden. Dit kan bij de mens tot bronchitis en hart- en vaatziekten leiden. Vooral in de nachtelijke rustfase blijken weefsels extra gevoelig voor dergelijke trillingen.
Ook de reactie op normale geluiden veranderde onder invloed van infrageluid. Bij een ”sst-geluid” reageerden de controleratten, die niet aan infrageluid waren blootgesteld, aandachtig gespannen en gefixeerd, terwijl de aan infrageluid blootgestelde ratten een epilepsieachtige aanval vertoonden, en daarbij schuddend naar achteren vielen.
Prof. Alves-Pereira ontzenuwt met haar onderzoek de tegenwerping dat blootstelling aan het onhoorbare infrageluid alleen irritatie oplevert, dus slechts een psychologisch verschijnsel is. Dierexperimenten toonden aan dat daardoor wel degelijk structureel dingen in het lichaam veranderen, die onderscheiden ziektebeelden kunnen opleveren.