Bij de Gamma verkopen ze klusstroopwafels, en op een dag had ik die hard nodig. Dat was in de derde week na de oplevering van het nieuwbouwhuis, na dagenlang schuren, stof happen, schilderen.
De installateurs moesten een langere slang hebben om het nieuwe gasstel in de nieuwe keuken in het nieuwe huis te kunnen aansluiten. Het liep al tegen elf uur, en om twaalf uur moesten ze van de vloer af zijn, want dan begon de vloerenman met egaliseren. Voor de rest van de planning zou het mooi zijn als dat gasstel die dag klaar zou zijn. Dus reed ik die ochtend naar de Gamma voor een gasslang. Intussen konden de installateurs verder met de spotjes.
Belangrijker nog dan de gasslang waren de spotjes: die moesten aangesloten worden voordat de afzuigkap kon worden afgemaakt, enkele dagen later. Ik had wel gehoord wat de elektriciens tegen elkaar mompelden. „Hé, maar dit kan helemaal niet.” „Nee, maar dat gaat niet lukken.” „Dat snoer is niet lang genoeg.”
Allemaal mijn schuld. Die spotjes boven het raam had ik op de valreep daar bedacht. Ingebouwde spotjes vind ik zo vernuftig, zo profi staan, een beetje alsof de boel helemaal onder controle is in een huis, want zulke spotjes belanden nooit per ongeluk ergens, daar is dan echt over nagedacht. Heel anders dan een schemerlamp die dan hier, dan daar kan staan, en soms omvalt.
„Gaat het lukken?” vroeg ik even later, alsof ik niet gehoord had hoe onmogelijk alles was.
„Gaat lukken, mevrouw!” zei de ene elektricien opgewekt, juist diegene die het vaakst had verkondigd dat dit niks werd. „Het komt helemaal goed!” beloofde hij. En dat deed het.
Echt. De wereld heeft vaklui nodig!
Vlak na de oplevering was daar schilder Jan. Hij kwam om acht uur, dronk koffie om tien uur, lunchte tegen halfeen, dronk thee om halfdrie en vertrok om halfvijf. (Alle werklui in de andere huizen deden dat ook.) Tussendoor voorzag hij muren van behang – gestaag doorwerkend, tot in de puntjes precies.
Dat muren netjes maken echt een vák is, ontdekte ik een aantal maanden eerder, toen een vriendin vol vertrouwen een klusjesman inhuurde. Hij sausde bij haar de muren met structuurverf en stuukte een wandje. Na afloop zaten de kozijnen, radiatoren, vensterbanken, rolgordijntjes en tuinstoelen onder de scherpe witte spetters. Dat bleek een signaal voor meer onheil: in hoeken zaten klodders en op het plafond strepen. Eén plint was meegesausd. De rand van het gestuukte muurtje golfde. Garantie of compensatie? Nop.
Vóór die tijd dacht ik: ik ga zelf het nieuwbouwhuis behangen, want, zoals Pippi Langkous al zei: Ik heb het nog nooit gedaan dus ik denk wel dat ik het kan. Na die verhalen over de prutsschilder durfde ik niet goed meer. Voor de zekerheid zocht ik een bedrijf uit de buurt dat al bestaat sinds 1860 en dat het predicaat Koninklijk heeft. Een van de beste besluiten ooit, zo bleek.
Sauzen deed ik wel, met hulp van schilder Jan en van anderen, maar vlak voordat Jan vertrok sausde hij nog snel de muur van de gang een keer over, hij kon het niet laten, want je zag strepen. Die eerste laag moet „vet” hè, zei hij. „Veel saus. Anders krijg je spijt.”
Na Jan kwam keukenman Wout. Hij haalde alle op maat gezaagde delen uit zijn bus en ging gewoon kastjes neerzetten en de keuken maken. Tussen de middag arriveerde de leverancier van het terrazzo aanrechtblad, met zijn zelfgemaakte kar waarop hij het loodzware blad luchtig door het huis manoeuvreerde. Zwijgend keken de keukenman en hij elkaar aan, het enige linkje tussen hen was de tekening van de keuken die per mail was verstuurd; ze zeiden niet van „Hé, wat knap” of „Tjonge, wow, wat prachtig”, nee, ze zwegen, ze legden het blad neer, sjorden nog ietsje, deden wat met millimeters – en het paste perfect. Ze hadden niet eens klusstroopwafels op.
Een tijdje later wierpen de spotjes zacht licht op de kleurige stukjes steen in het terrazzoblad, en op de vloer van beton ciré. Het huis is aangekleed, in de tuin bloeien bloemetjes. Allemaal dankzij topvakmannen.
Tijd om erover te zwijgen en er lekker te gaan wonen.
Klussers heb je in soorten en maten
Het lijkt erop dat er vakmannen, klussers en beunhazen bestaan.
1) Je hebt vaklui die goed en degelijk werk afleveren, nauw kijken (op de millimeter), schoon werken, hun troep opruimen en meenemen, en hun afspraken nakomen. Toppers.
2) Je hebt vakmannen die het lastig vinden om afspraken te houden, die zelf wel nauw kijken maar wier medewerkers minder precies zijn, en die het afval van de klus achterlaten bij jouw deur. Als ze die minpuntjes oplossen zijn het ook toppers.
3) Je hebt handige klussers die in een mum van tijd lampen ophangen, de wasmachine aansluiten, gaatjes boren en een schilderij ophangen. Zuinig op zijn als je die onder je vrienden hebt.
4) Je hebt onhandige klussers die graag klussen; huisgenoten houden bij hen het hart vast.
5) Je hebt onhandige klussers die niet willen klussen, maar dit uit bespaaroogpunt heel af en toe toch aandurven. Zij doen er bijvoorbeeld een halve zaterdag over om een rolgordijntje op te hangen. (Hm...)
6) Je hebt beunhazen die veel geld vragen voor de klus die ze uitvoeren, er zelf van overtuigd zijn dat ze goed werk leveren, maar feitelijk maar wat aanrommelen. Voor deze laatste groep is het oppassen geblazen.
Oproep: Hoe kiest u uw vakman?
Ambachtslui, schilders en bouwers hebben het druk. Op dit moment kunnen ze het zich veroorloven om niet direct een klant terug te bellen, of om soepel om te gaan met afspraken. Wat dus ook gebeurt, hoor ik her en der. Maar als het vertrouwen bij een koper weg is, lijkt de rest ook mis te gaan, heel apart. Voor bedrijven zal het voor de lange termijn toch het beste zijn om klanten als koningen te blijven zien. Huizen moeten regelmatig geschilderd worden, en als de markt over vijf jaar soms weer is ingestort, is het prettig als mensen bij jou terugkomen.
Intussen moet het voor vakmannen ook weleens lastig zijn: sommige mensen willen de allerlaagste prijs, de allerbeste resultaten, en er schijnt weinig geduld te zijn.
En voor de consument is het de vraag: met welke vakman ga je zakendoen, als je nog niet eerder een schilder, hovenier of aannemer hebt ingeschakeld? De verkoopverhalen zijn vaak prachtig. Pas nadat een klus is uitgevoerd, weet je pas echt of de keus voor die persoon, dat bedrijf of dat product een goede was. Recensies op internet en klussites zeggen iets, maar lang niet alles.
Hoe kiest u uw vakman? Zijn drama’s (zoals prutswerk en/of een financiële strop) te voorkomen of elegant op te lossen – en hoe dan? Welke keurmerken zijn betrouwbaar? En hoe kijken vaklui hiertegen aan? Stuur uw ervaringsverhaal of tips voor 2 juni naar consument@refdag.nl, of per post naar RD, t.a.v. redactie consument, Postbus 670, 7300 AR Apeldoorn. Bij veel wijze raad van RD-lezers volgt binnenkort een extra artikel over dit onderwerp.
serie Verhuizen
Verhuizen! Leuk hoor. Maar wat een gedoe ook. Waarom zou je ergens anders willen wonen, en wat komt erbij kijken? Deel 10 (slot): klussen.