Consument

Hondenpoep en vliegen zal ik niet missen

Hoe idyllisch een huis op aarde ook lijkt, hoe perfect de plek: er zal altijd iets zijn wat ervoor zorgt dat het geen paradijs wordt.

1 May 2018 15:41Gewijzigd op 16 November 2020 13:12
beeld RD
beeld RD

Zojuist gleed mijn laars uit over hondenpoep.

Ik kwam thuis in mijn tijdelijke huisje, een blokhut op een van de meest idyllische plekken in Nederland. Het was avond, het was donker, en bij het licht van de buitenlamp zag ik een dikke hondendrol liggen. Ik liep er met een boog omheen om de paarden een wortel te gaan geven, maar op de terugweg gleed ik dus alsnog uit.

Het komt zo. Op een hete zomerdag streek ik hier neer, op het erf van een ander, in afwachting van de oplevering van het nieuwbouwhuis. De verhuizing vanuit m’n verkochte appartement was achter de rug… wat verzamelt een mens veel spullen, er kwam bijna geen einde aan alles wat ergens een plek moest krijgen. Onduidelijke rommel uit de berging veranderde in kilo’s voor de vuilstort. De koper nam een kast en bureau over, en de buren konden de Billyboekenkast en de grijze koelkast goed gebruiken. Maar er bleef natuurlijk van alles over, want ja, de wasmachine en droger komen straks weer van pas, net als de potten en pannen en het theezeefje en alles, en verder zijn natuurlijk fotoalbums en boeken belangrijk. Tijdens die verhuizing werd ook erg duidelijk waarom e-books zijn uitgevonden, maar dat terzijde.

In die tijd dacht ik: zodra ik eenmaal in de blokhut zit, daar op die idyllische plek, gá ik me toch vakantie vieren… zes of tien maanden lang, na het werk weliswaar. Het is er zó mooi.

Het was er heel mooi, en ik dronk thee met de nieuwe buren, we keken uit over de wei met de drie paarden, en we spraken over de kansen van zo’n grote tuin als deze. Toen kwam ik op een idee: je zou hier lekker op andermans honden kunnen passen. Baasjes zitten best weleens verlegen om een goede oppas voor hun viervoeter, en opvang in huiselijke kring is soms te verkiezen boven een verblijf in een pension.

Jaaaa, zei de buurvrouw, en ze werd onmiddellijk hondenoppas. Oude hondjes, grote blaffers en springerige puppy’s kwamen logeren. Dus liep ik voortaan als ik naar de blokhut ging een roedel honden tegen het lijf. De beesten dromden het huisje binnen zodra ik de deur opendeed, ze jankten klaaglijk als ik eten kookte, sommigen roofden de afvalbak leeg, en sowieso aten ze onmiddellijk de rondzwervende brokjes van mijn eigen honden op. Een nerveuze reu plaste tegen de stoel. In die tijd dacht ik: je kunt ook te véél van het goede (in dit geval: honden) hebben. Les 1: denk na voordat je een ander een briljant idee aan de hand doet.

En ik maar in hondenpoep stappen.

Er was meer (en dit is een waarschuwing voor iedereen die droomt van idyllische witte huizen aan een zandpad in een groen land, met paarden naast het raam en koeien bij de achterdeur). Er waren vliegen.

Tot voor kort vond ik vliegen niet zo erg, ik bedoel, ze wrijven zo grappig hun voorpootjes tegen mekaar, hè? En ze hebben grote ogen en zo. Als het even kon bracht ik de slomere buiten via een jampotje. Maar alles is veranderd. Eerst wilde ik geen kleefstroken ophangen waaraan ze tijdenlang hulpeloos wriemelend blijven kleven. Ik wilde geen elektrische vliegenmepper gebruiken, die een vlieg rondtollend op de grond laat creperen. Toen ze echter met tientallen tegelijk om mijn hoofd zoemden, buzzend in m’n haar bleven hangen en óveral op landden –echt, als je niet oppaste verdronken er drie in de koffie– zette ik op een dag al die moordwerktuigen in. Tegelijk. Om uiteindelijk over te gaan op de ouderwetse vliegenmepper.

Een halfjaar later kwam ik nog een vlieg tegen in een vergeten potje lemon curd. Maar op foto’s zie je niets van dat alles. Voor het echte verhaal blijven woorden nodig.

Binnenkort meer over klussen.

Muizenpraatje

In het schuurtje wonen muizen. In het schuurtje staan mijn spullen.

Op een dag zag ik het. Er waren hapjes uit een tas, er zat een gat in een fleece deken en er lagen heel, heel veel keuteltjes. Ook rook het raar. Straks bouwen ze nog een nestje in de wasmachine. Kan dat? Hoe ziet een wasmachine er ook alweer uit aan de achterkant? En de kabels… Oh lieve help. Snoeren. Elektriciteit. Nieuw huis. Brand.

„Muizen in het schuurtje vrees ik…” appte ik.

„Ohhhh chips”, aldus buurvrouw C. „Ik zal de muizenvallen brengen. We kunnen ook Poekie erin zetten.” Poekie is de stoere zwarte kat. „Of wacht… Ik heb nog zo’n elektronische muizenverjager liggen. Die piept. Moeten we alleen opletten dat wijzelf en de honden en de paarden er niet gek van worden.”

Ja. Het was al erg genoeg allemaal, zonder zo’n apparaatje dat extra chaos zaait.

Toen de eerste schrik gezakt was, appte ik:

„Op zich vind ik muizen best leuk.”

Buurvrouw C.: „Ik ook… ik had vroeger een tamme muis. Een grijze. Echt een liefje.”

Ik: „Ik denk dat het verdwaalde veldmuizen zijn.”

C.: „Misschien helpt het als we een paar dekens neerleggen als ruilmiddel, die mogen ze dan hebben in plaats van jouw spullen. Weet je, praten met ze helpt ook.”

Ik: „Ik ga zsm met ze praten. Welke taal verstaan ze het beste, weet jij dat?”


Ontspullen ja…

Ontspullen, dat zou je moeten willen, het is een trend. Materialisme is niet best, vinden christenen; matigheid is beter. En denk eens aan vluchtelingen die niks hebben!

En toch.

Als de muizen aan je bezittingen knagen merk je opeens hoe je hangt aan dat mooie vloerkleed, aan papieren archieven, aan dat antieke kastje van opa. Wat dat betreft, is een verhuizing best confronterend. Als haast al je bezittingen een tijdlang uit het zicht staan, in de opslag, mis je ze soms gewoon. Tijdens een muizencontrole in het schuurtje stuitte ik op een paar koffiemokken, met stukjes eraf en al, en ik dacht verheugd: „O ja! Mijn koffiemokken, daar zijn ze!” Nou ja zeg… Gewoon kóffiemokken en theekopjes. Spullen gaan blijkbaar ook over identiteit en over iemands geschiedenis. Ze wegdoen is daarom helemaal niet makkelijk.

In juli 2016 verscheen in het RD Ontspullen als christenplicht. Opruimcoach Tineke Wuister zei daarin: „Vaak hebben we niet in de gaten hoeveel aandacht, tijd en energie onze spullen ons kosten.” Bij het verhaal stonden vijf nuchtere adviezen, gebaseerd op het boek ”Gelukkig met minder” van Francine Jay. Heel kort nog een keer:

  1. Verhef minimaliseren niet tot wet.

  2. Voel je vrij om opruimtips selectief op te volgen.

  3. Bedenk wat je wilt houden, niet wat weg moet.

  4. Geef overtollige spullen een goede bestemming.

  5. Stop met kopen!

serie Verhuizen

Verhuizen! Leuk hoor. Maar wat een gedoe ook. Waarom zou je ergens anders willen wonen, en wat komt erbij kijken? Deel 9: tussentijds ergens wonen.

Meer over
Verhuizen

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer