Groningen toont Oranjes vreugde en verdriet
Ook op de vijfde Koningsdag in Groningen bewijst Willem-Alexander een verbindende, toegankelijke, menselijke koning te zijn. Een koning die een luisterend oor biedt, die liever selfies maakt dan koekhapt. En zo zijn eigen stempel op de traditie zet.
Strakke gezichten, begripvol geknik, een meelevende schouderklop. Op de Grote Markt in Groningen verstomt het gejuich. En dooft de feestvreugde.
„Ik heb het gevoel dat heel Nederland meeleeft met de gedupeerden van de gaswinning”, zegt een man aan de statafel bij de koning en de koningin. „Maar dat meeleven houdt op bij het Binnenhof.”
Sommige Groningers geloven dat de koning de brug is naar de politiek. „Hij praat elke week met minister-president, dus hij zal best zijn invloed aanwenden”, zegt Jack van Dijken uit Roodeschool. Jan Hink, een eindje verderop, gelooft dat niet zo. „Ik zie het koningshuis vooral als symbool van eenheid. Over invloed maak ik me geen illusies.”
Toch tonen de gesprekspartners zich na afloop buitengewoon tevreden. „Máxima was zichtbaar geroerd”, vertelt Van Dijken. „Je kon zien dat ze schrok, onder de indruk was.” De koning sprak de slachtoffers al voor de zesde keer. Vlak voor de inhuldiging kwam hij als prins al naar het noorden om hun verhalen te horen. Toen nog in de beslotenheid, nu live op televisie.
Aandoenlijk
Christel Jansen uit Kantens vertelt over het lot van de kinderen in de provincie aan prins Constantijn en prinses Laurentien. „Het is heel wat als je huis platgaat, je tijdelijk ergens anders moet wonen en je een nieuw schoolgebouw krijgt”, zegt Jansen, zelf moeder van zeven kinderen. „Onze kinderen zijn gelukkig door de ergste periode heen.” Het prinselijk paar neemt het langst van iedereen de tijd. „Dat waardeerden we heel erg. Laurentien doet veel met kinderen, dus ik was blij de juiste personen te treffen.”
Bij de tafel van Jan Hink uit Mensingeweer staan Alexia en Ariane. „De jongste zei niet zo veel. Alexia stelde heel belangstellend vragen over de huizen”, vertelt hij. „Aandoenlijk om een meisje van twaalf zo geïnteresseerd te zien. Je zou maar met je ouders naar zo’n gelegenheid moeten.”
Toch blijft Groningen niet huilend bij de puinhopen van de gaswinning staan. De stad focust het programma op de toekomst. Studenten van de Hanzehogeschool laten de koning met een draai aan de hendel waterstof produceren. Die wordt omgezet in elektrische energie. Prinses Annette klimt op het zadel van een energieopwekkende waterstoffiets. „Spring maar achterop!” roept ze naar schoonzus Marilène.
Studentencorps
Geen koekhappende koning en geen wc-pot gooiende prinsen dus op Koningsdag. Dat ging nog wel anders in 2004, toen de Oranjes Beatrix’ verjaardag vierden in Groningen. Toen stonden noten schieten, bierpul schuiven en spijkerbroek hangen op het programma.
Dat soort ongemakkelijke gein blijft Amalia, Alexia en Ariane bespaard. Zij mogen dronevliegen, praten met aardbevingsslachtoffers en luisteren naar een hoorcollege van professor Ben Feringa. Voor het Academiegebouw van de rijksuniversiteit vertelt de winnaar van de Nobelprijs voor scheikunde over moleculaire motoren. Willem-Alexander verkiest serieuze kost boven kinderspellen en oude ambachten.
Tientallen studentenverenigingen langs de route zetten Groningen op de kaart als jonge stad. Niet onterecht, want een kwart van de inwoners is student. ”Zie, de vreze des Heeren is de wijsheid” prijkt in goudkleurige letters op het vaandel dat CSFR’ers hooghouden. Van Vindicat tot Ichthus – uitbundig zingen de jonge Groningers over ”Het gras van het Noorderplantsoen”. Het roept herinneringen op bij Maurits, Marilène, Bernhard en Annette, die aan de rijksuniversiteit studeerden.
Oud-collega’s
Maurits en Marilène wacht nog een kleine reünie bij diner-café Soestdijk. De plek waar ze elkaar achter de bar leerden kennen in hun studententijd. „Ik vond haar leuk, dus probeerde onze diensten tegelijkertijd te plannen”, vertelt de prins. Voor de deur wachten oud-collega’s het stel op. Het ingelijst oude werkshirt van de prins verwisselt van eigenaar.
Vanuit de open ramen van hoge herenhuizen groeten Groningers het gezelschap. Band na band treedt op. De muziek dreunt door de straten.
„Er gaat niets, maar dan ook niets boven Groningen”, roept de koning in zijn dankwoord over de Vismarkt. Willem-Alexander prijst de stad, die „zijn probleemgevallen niet vergeet en aardbevingsslachtoffers een hart onder de riem steekt.” Het Wilhelmus klinkt. Uit het publiek zingt slechts een enkeling met de koninklijke familie mee. Het zesde couplet blijft –net als vorig jaar in Tilburg– achterwege.
Zie ook Accent pagina 1-3.