„Leed donorkind vaak onderschat”
Volwassenen met een kinderwens moeten zich veel beter bedenken voordat ze in zee gaan met een buitenlands bemiddelingsbureau.
Daarvoor pleitte rechtsfilosoof dr. Britta van Beers maandagavond tijdens een bijeenkomst in debatcentrum De Rode Hoed in Amsterdam. In het centrum presenteerde publiciste Larissa Pans haar boek ”Onbeperkt vruchtbaar”. Ze spreekt daarin met wensouders, artsen, ethici en donorkinderen over de grenzen van het maakbare moederschap.
Van Beers toonde zich met name kritisch op vruchtbaarheidsklinieken die embryo’s tot standbrengen met eicellen van de wensmoeder en zaad van anonieme spermadonoren. Een draagmoeder brengt het kind vervolgens tegen betaling ter wereld. „Deze klinieken houden een voortplantingsindustrie in stand en verhandelen mensen van vlees en bloed”, aldus Van Beers.
„Wensouders zijn industriegebruikers”, zei de uit België afkomstige Steph Raeymaekers, zelf kind van een anonieme zaaddonor in De Rode Hoed. „Mijn lotgenoten en ik zijn het resultaat van een contract dat onze ouders zijn aangegaan, van een constructie die absurd is. Hoe kun je kinderen verwekken met genetisch materiaal van iemand die je niet kent?”
In Nederland zien gynaecologen steeds meer 40-plussers die een beroep doen op nieuwe vruchtbaarheidstechnieken omdat ze nog moeder willen worden. Vrouwen die niet meer met eigen eicellen zwanger kunnen worden, wijken vaak uit naar het buitenland. Oorzaak zijn de forse tekorten aan gedoneerde eicellen bij de drie eicelbanken die Nederland telt.
Is het vruchtbaarheidstoerisme in te dammen door vrouwen te belonen voor het doneren van eicellen?, vroeg een van de bezoekers. Van Beers ziet daar weinig in. „In Spanje staan de arme studentes in de rij. Zij doneren om hun studieschuld af te lossen. Willen we dat ook in Nederland?”