Kerk & religie
Predikant ziet water in wijn veranderen in tbs-kliniek

Ze lezen samen uit de Bijbel, luisteren naar een preek van enkele minuten, drinken koffie en doen met elkaar de vaat. Elke zondag komen vijf tot tien mannen in de tbs-kliniek in Poortugaal bijeen voor een kerkdienst.

Ds. Van der Sar in het stiltecentrum in tbs-kliniek De Kijvelanden: „Gedetineerden komen vaak niet bij mij vanwege het geloof, maar vooral om hun hart te luchten.” beeld Dirk Hol
Ds. Van der Sar in het stiltecentrum in tbs-kliniek De Kijvelanden: „Gedetineerden komen vaak niet bij mij vanwege het geloof, maar vooral om hun hart te luchten.” beeld Dirk Hol

Op twee ramen is een regenboog geschilderd, op het derde raam een vrouw met een duif. Het stiltecentrum in tbs-kliniek De Kijvelanden in Poortugaal, onder de rook van Rotterdam, is de plek waar ds. Marius van der Sar regelmatig op zondag voorgaat in een dienst. De kerkgangers zitten op stoelen die in een kring staan opgesteld. Het liturgisch centrum bevat behalve een Bijbel een schildering van het laatste avondmaal en een rij waxinelichtjes die bezoekers kunnen aansteken.

Ds. Van der Sar (56) diende voorheen de protestantse gemeenten van Barendrecht en Rotterdam. Sinds 2003 is Forensisch Psychiatrisch Centrum De Kijvelanden zijn werkplek. Er verblijven 105 mannen met een tbs-maatregel. Ook bezoekt de predikant enkele andere locaties, waaronder een resocialisatiehuis in Rotterdam. Recent verscheen zijn boek ”Ds in tbs. Theologische overdenkingen” (uitg. Narratio).

Hoe kwam u als gemeentepredikant in een tbs-kliniek terecht?

„Nadat ik acht jaar in een gemeente in Rotterdam had gewerkt, keek ik uit naar iets anders. In dagblad Trouw zag ik een advertentie voor deze functie. Ik had nog nooit aan een tbs-kliniek gedacht, maar deze vacature raakte me. Vooral de zin dat je niet snel van iets moet schrikken. Maar ook dat je geduld nodig hebt en mensen moet kunnen confronteren. Ik besloot te solliciteren met de gedachte dat ik vanzelf zou merken of het iets voor me is, als ik uitgenodigd zou worden. Dat gebeurde en gaandeweg de procedure merkte ik: Dit ligt me.”

Wat is de achtergrond van de mensen die u in de tbs-kliniek ontmoet?

„Ze hebben een gevangenisstraf van minimaal vier jaar voor een delict waarvan de rechter heeft geoordeeld dat dit mede onder invloed van een stoornis is gepleegd. Doodslag, een overval, alles wat je kunt bedenken. De grootste groep is tussen de 30 en 50 jaar. Verder zijn de achtergronden divers. De één heeft weinig opleiding, een ander volgde een hogere studie en had een eigen zaak.

Incidenteel kom ik iemand uit orthodox-christelijke kring tegen, zoals een man met wie ik in zijn cel een lied van Johannes de Heer zong: ”Scheepke onder Jezus’ hoede”. Ontroerend. Een wat grotere groep weet iets van het christelijk geloof. Ik hoor nogal eens verhalen over een oma die in God geloofde. Momenteel hebben we in deze kliniek ook tien mensen met een islamitische achtergrond. Zij kunnen een beroep doen op de islamitische geestelijk verzorger die hier werkt.”

Wat kunt u voor de tbs’ers betekenen?

„Ze komen vaak niet bij mij vanwege het geloof, maar vooral om hun hart te luchten. Ik zie het als mijn taak naar hen te luisteren en te blijven luisteren. En hun vertrouwen te winnen. Dat kost tijd en het wrange is dat die tijd er is. Een gemiddeld verblijf in een tbs-kliniek duurt zeven tot acht jaar. Een van de mensen sprak over een kerker van uitzichtloosheid. Tbs’ers weten vaak niet of ze eruit komen. Met die onzekerheid moeten ze leven.”

Wat raakt u het meest in de verhalen?

„Ik vind het schrijnend als mensen vertellen dat ze geen geborgenheid hebben gekend. Ze zijn te vroeg het nest uit geduwd, als er al een nest was. Tegelijk ben ik ervan onder de indruk hoe ze het hier volhouden. Ik zie dat humor hen soms helpt, ook galgenhumor, en hoe ze bijvoorbeeld op hun kamer zorg geven aan een konijn of een vogel. Daarin kunnen ze iets geven en dat heeft alles met zingeving te maken.”

Welke plaats heeft de Bijbel in de gesprekken?

„Die gaat vaker niet dan wel open. Als mensen iets van de Bijbel weten, vraag ik soms of er een gedeelte is dat hen aanspreekt, of een Bijbelse persoon. Dan komt Petrus nogal eens voorbij. Ik denk dat dit ermee te maken heeft dat hij het heel erg liet afweten terwijl hij een grote mond had, maar toch door Jezus aanvaard bleef. De zanger Stef Bos heeft een lied over Petrus gemaakt, evenals over andere Bijbelse personen. Zo’n lied draai ik soms in de dienst.”

In hoeverre komen Bijbelse thema’s als zonde, vergeving en verzoening aan de orde?

„Die noem ik niet nadrukkelijk. In therapie moeten mensen leren verantwoordelijkheid te nemen voor hun daden. Daar zijn ze al mee bezig. Ik benader hen vooral vanuit twee vragen uit de Thora. „Adam, waar ben je?” En: „Waar is Abel, je broeder?” Iedereen wordt uitgenodigd te voorschijn te komen met alles wat hij meedraagt en waarvoor hij zich schaamt. En de tweede vraag laat zien dat we niet onverschillig moeten zijn tegenover onze broeders, mensen die ons pad kruisen.”

Hoe ziet een kerkdienst er hier uit?

„Op de liturgie staat een Bijbelgedeelte afgedrukt. Iedereen leest één of twee verzen, daarna gaat zijn buurman verder. De een leest vlot, een ander moeizaam of een beetje hakkelend, maar niemand zal de ander verbeteren. Vervolgens houd ik een preek van een paar minuten en dan praten we erover door. Ook luisteren we naar enkele liederen op een cd. Wie dat wil, kan meezingen. De dienst duurt vijf kwartier, inclusief het koffiedrinken. Na afloop doen we samen de vaat.”

Ziet u mensen in de loop der jaren veranderen?

„Ja. Ik denk aan iemand die hier lange tijd zat. Hij wilde tijdens een verlof graag het graf van een dierbare bezoeken en vroeg of ik mee ging. Eerst kochten we bloemen bij het station. Hij zei: Vroeger liep ik hier altijd met een muts over m’n hoofd en keek ik naar beneden. Nu sloot hij zich niet meer af voor zijn omgeving uit schaamte of angst. Hij durfde de wereld in te kijken.”

Kunnen kerkleden iets betekenen voor mensen in een gevangenis of tbs-kliniek?

„Bijna elk jaar krijgen de tbs’ers hier voor Pasen post van mensen uit de kerken, een initiatief van Kerk in Actie. Dat betekent veel voor hen. Bij elke kaart voor henzelf zit een gefrankeerde kaart die ze naar iemand anders kunnen sturen. Een van de tbs’er zei ooit: „Er zijn buiten dus mensen die twee postzegels aan mij besteden.” Dat raakte me.

In het Evangelie verandert Jezus water in wijn. Het water staat voor mij symbool voor chaos en de wijn voor de vreugde die Jezus geeft. Toen ik die opmerking van de tbs’er hoorde en de blijdschap in zijn ogen opmerkte, zag ik dat water wijn werd.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer