Macabere stilte in Khatyn
Het is stil in het Wit-Russische Khatyn. Macaber stil. Schoolkinderen lezen de namen van leeftijdgenootjes die in de Tweede Wereldoorlog naar een schuur werden gedreven. Ze verbrandden er levend.
Even voorbij Minsk strekt zich een lichtglooiend natuurgebied uit. Hier woonden 75 jaar geleden 149 mensen, onder wie 75 kinderen. De jongste die op 22 maart 1943 om het leven kwam, was slechts zeven weken oud.
Wraakactie
Met brute hand regeren de nazi’s Minsk en alle daaromheen liggende dorpen. De bewoners van Khatyn weten niet wat zich die morgen 6 kilometer verderop langs de snelweg afspeelt. Een groep partizanen richt de geweren op een passerend konvooi motorvoertuigen. Een Duitse officier wordt hierbij gedood.
Er volgt een wraakactie. Deze keer zijn de inwoners van het rustige dorpje Khatyn slachtoffer. Ze zijn zich van geen kwaad bewust. Niets hebben ze van de schietactie gemerkt, maar hun doodvonnis is al geveld. Allemaal worden ze hun houten huizen –”hata’s” in het Wit-Russisch– uitgedreven. Vrouwen, kinderen, oude mensen. Zieken worden hun bed uitgetrapt. Ze worden allen richting een grote schuur geduwd.
Zo ook Joseph en Anna Baranovsky met hun negen kinderen. En Alex en Alexandra Novitsky met hun zeven kinderen. Ze huilen en schreeuwen om hulp. Ze moeten toezien hoe hun hata’s in brand worden gestoken. Khatyn brandt.
Ook het zeven weken oude baby’tje Tolik moet mee. In de armen van zijn moeder, Vera Jaskevitsj. Zijn zusje Lena rent naar het bos, maar voor de ogen van haar vader wordt ze doodgeschoten.
Allen worden een houten schuur in gedreven. De deuren gaan op slot. De Duitsers overgieten de schuur met benzine. Binnen enkele minuten staat alles in brand. Een gejammer breekt los. De mensen worstelen zich naar buiten. Als brandende fakkels proberen ze te ontsnappen, maar de soldaten hebben zich met hun machinegeweren rond de schuur opgesteld.
Ouders gooien hun kinderen naar buiten, maar ze worden neergeschoten. Het is een vuurzee. Kinderen stikken of verbranden. Het dorp wordt verwoest.
Alleen de stenen schoorstenen van de huizen, de ”komins”, staan nog overeind. Een verstikkende stilte daalt neer.
Josef Kaminsky weet aan de dood te ontsnappen. Laat in de middag vindt hij zijn half verkoolde zoon. Er is nog leven in de jongen, maar even later sterft hij in de armen van zijn vader.
Ingestort dak
Zo staan ze 75 jaar later vóór ons, als standbeeld. Vader en zoon. Een zoon die sterft in de armen van zijn vader.
De stilte ligt als een deken over het terrein. Elk halfuur klinkt heel ijl het geluid van een klok uit een van de komins.
De kinderen volgen zwijgend de gids. Ongetwijfeld horen zij hem het verhaal vertellen van de twee kinderen die wisten te ontsnappen naar een dorp in de buurt maar die een week later bij een soortgelijke actie wél omkwamen.
In totaal zijn er zeven overlevenden, zes kinderen en één volwassene: Josef Kaminsky.
Op de schoorstenen staan de namen van de omgekomen gezinnen en hun leeftijden. Er zijn twee granieten platen te zien die het instortende dak van de schuur voorstellen. De weg achter het standbeeld eindigt bij een symbolische begraafplaats. Hier staan de urnen met aarde van de honderden Wit-Russische dorpen die met bewoners en al vernietigd zijn. Khatyn staat symbool voor al die dorpen.
Mensen lopen langs de ”Muur van Rouw”. Elke erker staat voor een concentratiekamp. Op de plaquettes staan de aantallen omgekomen mensen. Overal liggen kransen, bidprentjes en knuffels.
Bij een monument brandt een eeuwigdurende vlam, ter nagedachtenis aan iedereen die tijdens de oorlog is omgekomen.
Wit-Rusland zwaar getroffen in oorlog
In de Tweede Wereldoorlog vormde Wit-Rusland het middelpunt in de confrontatie tussen Duitsland en de Sovjet-Unie. Het was een van de zwaarst getroffen gebieden in Midden-Europa. De hoofdstad Minsk was het belangrijkste doelwit van de nazi’s. In Wit-Rusland vielen in totaal 2,2 miljoen doden: een op de vier inwoners. Meer dan 600 dorpen en steden werden verbrand.
De Amerikaanse schrijver Timothy Snyder noemt in zijn boek ”Bloedlanden. Europa tussen Hitler en Stalin” Wit-Rusland een van de landen waar het meest geleden is. Zowel door de terreur van Stalin als door de vernietigingspolitiek van Hitler. In Wit-Rusland waren de Joden de op twee na grootste etnische groep. In steden zoals Minsk, Pinsk, Babroejsk en Vitebsk was meer dan de helft van de inwoners Joods. In sommige dorpen woonden alleen maar Joden.
Piet en Dineke Compaan uit Zuidlaren bezochten de afgelopen jaren veel oorlogsmonumenten in Wit-Rusland en spraken met overlevenden en nabestaanden. De monumenten markeren de vele massagraven in het land. „Wat zich aan het oostfront heeft afgespeeld, komt minder vaak in het nieuws. Dit geldt ook voor de concentratiekampen. Auschwitz is bekend, maar van Baranavitsji hebben velen nog nooit gehoord.”