SGP-nestor ziet collega’s liever langer in de raad
Het politieke geweten, noemen ze hem in Hardinxveld-Giessendam. Jan de Vos (65) is een van de langstzittende SGP-raadsleden van Nederland. In maart stopt hij na ruim 35 jaar.
Vijftig raadsleden, achttien wethouders, zeven burgemeesters en vijf griffiers maakte hij mee. Niet zo gek, want de helft van de raadsleden in Nederland is korter dan vier jaar actief. De Vos vormt zelfs binnen zijn partij een uitzondering. „Door al die wisselingen gaat de continuïteit verloren. Ik snap best dat niet iedereen 35 jaar blijft zitten, maar snel vertrekken is niet goed voor het bestuur.”
Je hebt tijd nodig om erin te komen, weet de SGP’er, die ook 28 jaar fractievoorzitter was. „Je kennis en ervaring gaan verloren als je weggaat.” Ten minste drie periodes zou hij collega-raadsleden aanbevelen.
Dat zowel de PvdA als de VVD in zijn gemeente geen verkiesbare kandidaten kan vinden, is volgens De Vos „in- en intriest.” Overigens is het „absoluut niet” zo dat de kandidaten bij de SGP voor het oprapen liggen. „Ook wij moeten moeite doen om mensen te vinden die vier jaar de raad in willen. Tijdgebrek door een opgroeiend gezin en een fulltimebaan zijn vaak een probleem.”
Toch kan hij het raadswerk „zeer beslist” aanbevelen. „Je steekt er ontzettend veel van op. Je krijgt met zo veel mensen te maken. Als raadslid ben je als eerste op hoogte van plannen en je mag er nog iets over zeggen ook.”
Pakketten
De stukken kwamen in zijn begintijd nog door de brievenbus – hele pakketten soms. „Toen dacht ik nog dat je alles moest lezen. Je wordt er ook niet dommer van, maar het kost veel tijd. Op een gegeven moment weet je waar je op moet letten.” Desondanks schat hij nu dubbel zo veel tijd kwijt te zijn aan het raadswerk als in 1982.
Hij kan zich dan ook goed voorstellen dat de stap naar het raadslidmaatschap groot is. „Je moet er echt zin in hebben, er gevoel voor hebben. En je bent nogal wat avonden weg. Dat is een opgave, maar niet onmogelijk.”
Voor hem was het raadswerk prima te doen naast zijn baan op de salarisadministratie bij energiebedrijf Eneco. „Ik hoefde zelden over te werken en was vaak keurig om halfvijf thuis.” Zijn vijf kinderen, die het huis uit zijn, weten niet beter dan dat hun vader raadslid is. „Ze hebben nooit gezegd dat ik ermee moest stoppen.”
Waarom stopt u nu pas?
„Het was niet eerder in beeld. Ik heb het nog steeds naar mijn zin, maar nu wordt het tijd om het stokje door te geven. Bij de komende verkiezingen ben ik 66. In 2014 heb ik al tijdig aangegeven dat dit mijn laatste periode is.”
Hoe hield u het zo lang vol?
„Ik heb de gezondheid, ben nauwelijks ziek geweest. En dat krijg je van niemand anders dan van de Heere. Tot op de dag van vandaag doe ik het raadswerk met veel energie en enthousiasme. Het zit in me. De plaatselijke politiek gaat me aan het hart. Dat je mede het beleid in de gemeente kunt en mag bepalen, is een groot goed.”
Hoe verklaart u dat SGP’ers relatief lang in de raad zitten?
„Gaan voor je principes, gezagsgetrouw zijn, verantwoordelijkheid nemen – ik denk dat dat bij SGP’ers wat meer aanwezig is dan bij andere partijen.”
Natuurlijk had De Vos weleens kromme tenen als een (onervaren) collega-raadslid er door gebrek aan kennis finaal naast zat. „Ik kon het niet laten om daar in het debat op te reageren.”
Behalve raadsleden klopt ook de griffier weleens aan: Jan, hoe zit dit? „Ik ben een figuur dat overzichtjes en lijstjes verzamelt over bijvoorbeeld moties en amendementen”, legt hij uit. „Dat blijf ik doen na 21 maart. Gewoon omdat ik het leuk vind.” Hij verwacht nog regelmatig op de tribune te zitten. Of hij dan zijn mond kan houden? „Dat zal wel moeten. Het lijkt me aardig om het debat eens vanaf de zijlijn te volgen.”
Vervelen zal de gepensioneerde SGP’er zich verder niet: hij werkt 2,5 dag per week als vrijwilliger bij Woord en Daad en is sinds dit jaar secretaris van de provinciale afdeling van de SGP in Zuid-Holland. Zijn naam prijkt straks nog wel op het stembiljet bij de SGP, als lijstduwer. Voor veel voorkeurstemmen vreest hij niet. „Dan ga ik er toch niet in.”