Stalin wilde met hongersnood Oekraïense „geest breken”

Oekraïne herdacht zaterdag de Holodomor, de hongersnood onder Stalin die 85 jaar geleden begon en tussen de 3 en de 7 miljoen levens kostte. Zynowij Maslo (95) is een van de weinigen die het kunnen navertellen.

Michiel Driebergen
27 November 2017 09:36Gewijzigd op 16 November 2020 12:03
Zynowij Maslo (95), die de hongersnood overleefde, en zijn dochter Antonia Natoka (64). beeld Michiel Driebergen
Zynowij Maslo (95), die de hongersnood overleefde, en zijn dochter Antonia Natoka (64). beeld Michiel Driebergen

Zijn naam is Maslo. Dat betekent ”boter”, vertelt Zynowij Maslo. Het gesprek met hem moet op luide toon gevoerd worden. Want op zijn 95e is hij ietwat hardhorend. Maar zijn handdruk is ferm, zijn stem krachtig, en als hij iets benadrukken wil staat hij op, steekt zijn vinger in de lucht en kijkt je met priemende ogen aan.

De ontmoeting vindt plaats in Kozjanka, een dorp met zo’n 2000 inwoners op 80 kilometer van de Oekraïense hoofdstad Kiev. Er is een suikerfabriek, een driesprong met een soldaat als Sovjetmonument en een ‘stadion’, oftewel een modderig veld met een paar bankjes erlangs. Dat in dit landschap 85 jaar geleden miljoenen mensen werden uitgehongerd, is onvoorstelbaar.

„Laat hem eerst spreken, want de pijn moet eruit. Daarna kun je vragen stellen”, zegt dochter Antonina Natoka (64).

Het verhaal van Maslo speelt zich af in het dorpje Pivni, 3 kilometer verderop. „Ik werd in 1922 geboren in een familie van boeren en ik heb alles gezien. Het is me onder de huid gekropen.”

Dan begint de oude man te vertellen, onafgebroken, in paragrafen van toenemende gruwelen, met telkens een pauze, met een diepe ademhaling en dan het woord ”dalsje”, ofwel ”verder”. Over hoe Jozef Stalin begin jaren dertig boeren steeds hogere belastingen oplegde, af te dragen in graan en groente. Dat vervolgens hun land, vee en de landbouwwerktuigen werden geconfisqueerd ten bate van de kolchoz, de collectieve boerderij waarvan er drie werden gebouwd in het dorp. Dat zijn vader, net als veel andere boeren, weigerde daar als arbeider aan de slag te gaan en de 10-jarige Zynowij op een dag bij zich riep. „Als ik niet thuiskom, vertel dan aan mama dat ik gevangenzit.”

Controle

Aanvankelijk verbouwde de familie wat groente in het tuintje naast het huis. Maar ook dat werd al gauw verboden. Niets mocht worden geproduceerd buiten de kolchoz om. De ”activisten” –zoals Maslo hen noemt– van de Komsomol, de communistische jongerenorganisatie, kwamen de hutjes langs om te controleren. De eerste man ging naar de schuur, de tweede klom op zolder en de derde ging in de kelder kijken. Met lange stokken prikten ze in de grond om te zoeken naar begraven oogst. „Het waren geen soldaten die van ver kwamen. Het waren onze eigen mensen”, zegt Maslo luid.

In de nacht ging vader met zijn graanmolentje in de weer, om de laatste graankorrels te vermalen. „Dan moest ik de wacht houden. Als de honden blaften, waren er misschien activisten in de buurt.”

Terwijl de suikerfabriek bleef produceren, sloeg in het dorp de honger toe. Vluchten was verboden. De voorraad honing die grootvader had gekweekt in de bijenkast raakte op. Zynowij beproefde zijn geluk in de rivier, waar hij vis of kikkers probeerde te vangen. Hij roofde de nesten van de vogels leeg. De restanten van een schapenvacht die vader wist te bemachtigen, was een buitenkans. Ze schoren de wol en kookten de huid. Ze maakten zelfs gerechten van gras.

Maiskolven

De terreur ontzag niemand. Een jongetje werd doodgeschoten toen hij maiskolven gapte die bij de fabriek lagen opgestapeld. Het afval van de suikerfabriek was niet voor mensen bedoeld; het diende als veevoer binnen de muren van de kolchoz.

Vanaf begin 1933 stierven de mensen massaal. Eerst zwollen hun benen en armen op, vervolgens mergelden ze uit tot ze alleen nog bestonden uit botten en huidplooien. Soms stortten ze midden op straat ineen. „De mensen namen amper de tijd om de doden te begraven.”

En het allerergste gebeurde. Op een ochtend kwam de buurjongen waarschuwen dat zijn moeder niet wakker werd. Ze bleek overleden. „Ik graaf wel een gat in de tuin”, had hij de doodgraver gezegd, maar de volgende morgen was er geen graf. „Hij heeft haar opgegeten, zei mijn moeder tegen mijn vader.”

Toen verzon Zynowijs vader een list – net op tijd, want zijn benen begonnen te zwellen. Een broer van grootvader werkte als sjouwer bij de spoorwegen. Met diens hulp slaagde vader erin zichzelf per trein weg te smokkelen, naar Rusland, want er ging een gerucht dat daar geen honger was. Een paar weken later voegden moeder en zoon zich op dezelfde manier bij hem, in de regio bij Leningrad, het huidige Sint-Petersburg. De jongen was afgemat, maar zijn leven en dat van zijn ouders was gered. Anderhalf jaar later, in 1935, keerde het gezin terug. Grootvader, grootmoeder en een oom waren dood.

Grote zwijgen

Vervolgens brak het grote zwijgen aan. Aanvankelijk vooral omdat de ellende voortduurde. Tijdens de Tweede Wereldoorlog werd Maslo door de nazi’s tewerkgesteld in Duitsland, en vervolgens, vanaf 1944, werd hij ook nog als ‘volksverrader’ –zoals het Sovjetregime de uit Duitsland teruggekeerde Oekraïners beschouwde– verbannen naar een goelagkamp. Tien jaar lang verrichte Maslo dwangarbeid in een goudmijn in het uiterste oosten van Rusland.

Pas halverwege de jaren vijftig keerde Maslo terug in het dorp, waar hij als boekhouder aan de slag ging. De Holodomor bleef taboe, ook op school, aldus zijn dochter Antonina Natoka, die werkte als geschiedenislerares – nog steeds trouwens, al is ze eigenlijk ”pensionerka”. „Ook nu nog vinden veel mensen dat we vooruit moeten kijken in plaats van naar het verleden.”

Natoka haalt een reusachtig zwart boek tevoorschijn, gepubliceerd in 2008. Het is een poging van een groep historici om alle namen van de slachtoffers te boekstaven. Maar het boek is zeer onvolledig, benadrukken vader en dochter. Via eigen onderzoek slaagde Maslo erin 152 namen van overledenen toe te voegen.

Op de vraag hoe Zynowij Maslo de Holodomor karakteriseert, zegt hij: „Het was niet alleen een straf, het was ook een methode om onze geest te breken.” Was de hongersnood gericht tegen Oekraïne of de boerenklasse? Daar moet Maslo even over nadenken. „Ze namen het voedsel weg en verboden de boeren het dorp te verlaten. Dat betekende dat ze het dorp wilden uitmoorden. Het ging om Oekraïense dorpen. En in Rusland was geen honger.”

„Het meest pijnlijke is dat het lokale activisten waren –buren en voormalige vrienden– die de politiek van de terreur uitvoerden”, vult Antonina Natoka aan.

De internationale erkenning als genocide is voor haar belangrijk. „Het betekent dat andere landen niet onverschillig zijn. Dat brengt ze op een hoger niveau van beschaving.”

Oekraïne: Erken de Holodomor

Dertig jaar geleden mocht professor Stanislav Koeltsjitski niks over de Holodomor publiceren. En als hij al resultaten uit zijn historische onderzoek kon openbaren, was het dat de hongersnood een niet te vermijden, natuurlijke ramp was. De erfenis van Stalin mocht niet worden besmeurd.

Sinds de val van de Sovjet-Unie in 1991 speelt de Holodomor een belangrijke rol in de Oekraïense zoektocht naar nationale identiteit. „De hongersnood was een zeer goed doordachte criminele daad. Zelfs veel van degenen die zelf slachtoffer waren, konden niet doorzien dat het een kunstmatig gecreëerde ramp was”, aldus de 80-jarige historicus, die wereldwijd beschouwd wordt als autoriteit als het gaat om het Sovjetschrikbewind.

De term Holodomor dateert van na de val van de Sovjet-Unie en verraadt de intentie achter de hongersnood. Letterlijk betekent het ”doden door honger”. De massasterfte was volgens Koeltsjitski „de wraak van Stalin op Oekraïense dorpelingen vanwege hun weigering om te werken in de kolchoz.”

Door het uithongeren van miljoenen mensen dwong Stalin de anderen om hun verzet tegen de collectivisatie van de landbouw op te geven. Die behelsde dat boeren hun land, vee en werktuigen onderbrachten in een gezamenlijk boerenbedrijf, waar ze vervolgens als arbeiders aan de slag moesten. „Het was niet de bedoeling om iedereen te doden, want het regime had mensen nodig om in kolchozen opbrengst te genereren.”

Inmiddels is de hoogleraar vrij om in de Sovjetarchieven te duiken, maar de term genocide is een angel in het conflict met buurland Rusland. In november 2006 verklaarde het parlement in Kiev de Holodomor officieel tot volkerenmoord. Het Russische parlement daarentegen nam in 2009 een resolutie aan waarin het in algemene bewoordingen het Sovjetbeleid veroordeelde, maar tegelijk uitsprak „dat er geen historisch bewijs is dat de hongersnood was georganiseerd op etnische gronden.”

„Het was genocide, niet zozeer vanwege etniciteit maar vanwege sociale klasse”, riposteert professor Koeltsjitski. „Het ging om het verwoesten van de Oekraïense natie.”

De historicus wijt het huidige conflict met Rusland, dat drie jaar geleden uitmondde in een bloedige oorlog in het oosten van Oekraïne, aan „een verschillende perceptie van het Sovjetverleden”. „Poetin ziet Rusland en Oekraïne als één land”, verwijst hij naar de regelmatig door de Russische president gebezigde uitspraak dat „Russen en Oekraïners praktisch hetzelfde volk” zijn. „Daarmee zegt hij dat Oekraïne niet bestaat. Moskou wil ons land, onze geschiedenis, Moskou wil ons.”

De Russische houding is parlementariër en oud-minister van Buitenlandse Zaken Boris Tarasjoek (68) een doorn in het oog. Zijn vader overleefde de hongersnood ternauwernood: van diens twaalf broers en zussen kwamen er zeven om.

„Rusland ziet zichzelf als opvolger van de Sovjet-Unie. Daarmee raakt elke Oekraïense poging om de slachtoffers van de Holodomor te herdenken direct aan de Russische belangen.” Dat ook Oekraïners meehielpen met graan invorderen, doet daar volgens de politicus niets aan af. „Zij voerden bevelen van Moskou uit.”

Tarasjoek, die zaterdag bij de Holodomor-herdenking aanwezig was, noteert tevreden een toename van de belangstelling voor de hongersnood in Oekraïne – zeker sinds de Oranjerevolutie in 2005 en de Maidanrevolutie in 2014. „Wij zullen deze pijnlijke bladzijde uit onze geschiedenis nooit meer vergeten.”

De afgelopen jaren erkenden verschillende landen de Holodomor als genocide, waaronder de VS, Canada en buren van Oekraïne zoals Polen en Hongarije. De Europese Unie karakteriseert de hongersnood sinds 2008 als ”misdaad tegen de menselijkheid”.

Groot-Brittannië bespreekt de erkenning in het parlement, maar in Nederland staat de volkerenmoord zelfs niet op de agenda. Tarasjoek interpreteert het uitblijven van erkenning in West-Europese landen als gebrek aan steun voor Oekraïne. „Waarom Nederland die stap nog niet heeft gezet? Mag ik een wedervraag stellen: Waarom stond Nederland een referendum over het associatieverdrag toe? Ik denk dat het antwoord op die vraag dezelfde oorsprong heeft. Het is een vraag aan Nederland en de Nederlanders.”

Stalins harde hand

De Holodomor vond plaats in het deel van Oekraïne dat in de jaren dertig tot de Sovjet-Unie behoorde en dat met harde hand werd geregeerd door Jozef Stalin (1878-1953). De schattingen over het aantal doden lopen uiteen van 3 tot 7 miljoen mensen. Historicus en professor Stanislav Koeltsjitski gaat uit van een aantal van 4 miljoen slachtoffers.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer