Kruis weg, Xi Jinping in de plaats
Duizenden christenen in het zuidoosten van China hebben christelijke symbolen in hun woonkamer moeten vervangen door een portret van president Xi Jinping. De repressie tegen christenen in China neemt toe, maar heeft niet het gewenste effect.
Christenen in de regio Yugan moeten leren om hun vertrouwen te stellen op de partij, en niet op religie. Zo motiveerde voorzitter Qi Yan van de Communistische Partij in de plaats Huangjinbu het besluit om christelijke afbeeldingen
in huishoudens te laten vervangen door portretten van de Chinese leider. De ruil is een voorwaarde van de regering om in aanmerking te komen voor armoedebestrijding.
„Veel mensen op het platteland zijn onwetend”, zei Yan dinsdag tegen de krant South China Morning Post. „Ze denken dat God hun helper is. Na het werk van onze partijkaders zullen ze hun misvattingen echter inzien en denken: we moeten niet langer op Jezus vertrouwen, maar op de partij voor hulp.”
De Communistische Partij van China heeft de bestrijding van armoede tot haar topprioriteit gemaakt. President Xi wil dat armoede in 2020 tot het verleden behoort in China. Met zijn campagne zoekt hij ook meer controle van de onderkant van de maatschappij, die tijdens de jaren van economische groei veelal is genegeerd.
In Yugan moet de officieel atheïstische partij vechten voor haar invloed, tegen-over het christendom dat steeds meer aanhang krijgt. Yugan staat zowel bekend om zijn hoge armoedecijfers als om zijn grote christelijke gemeenschap. Meer dan 11 procent van de 1 miljoen inwoners
leven onder de armoedegrens, terwijl zo’n 10 procent zich tot het christendom rekent.
In heel China wint het christendom intussen aan populariteit. Volgens sommige schattingen zijn er meer christenen in het land dan de 90 miljoen leden van de Communistische Partij.
De verwijdering van portretten van Jezus, kruisen en Bijbelteksten is al sinds maart gaande, maar kreeg pas recent grotere bekendheid doordat een rapport van de partijafdeling in Huangjinbu via sociale media uitlekte. Daarin staat te lezen dat de partijkaders met succes bij christelijke families „het harde ijs in hun handen hebben doen smelten” en „hen hebben bekeerd van geloof in religie tot geloof in de partij.” Meer dan 600 dorpelingen zouden „vrijwillig” hebben meegewerkt.
Het rapport is inmiddels offline gehaald, maar de berichten zijn bevestigd door dorpelingen en het lokale partijkader. Een inwoner van een dorp in Yugan liet tegenover de South China Morning Post weten dat de verwijdering vaak helemaal niet vrijwillig ging. „Ze (de christenen, red.) hebben echter geen keus”, zei deze Liu. „Als ze niet instemmen, krijgen ze geen uitkering.”
Volgens de lokale partijleider Qi is de situatie niet zo dramatisch. Christenen is volgens hem niet gevraagd om de posters en symbolen helemaal weg te doen, maar die geen centrale plaats meer in de huizen te geven. „Ze kunnen die nog in andere kamers hangen (...). Wat we hen vragen, is om in het midden van hun woonkamers iets op te hangen wat de vriendelijkheid van de partij niet doet vergeten.”