Groen & duurzaamheid
Knabbelen aan een kastanjeboleet

Nog nooit heeft boswachter Evert Thomas (60) zoveel eekhoorntjesbrood gezien als dit jaar. Alle paddenstoelen gedijen goed. „Het zijn vochtminnende organismen en er is genoeg regen gevallen de laatste tijd.”

Boswachter Evert Thomas bij een groepje witte kluifzwammen. beeld RD
Boswachter Evert Thomas bij een groepje witte kluifzwammen. beeld RD

Waar Thomas ook het bos in stapt, overal zijn paddenstoelen te zien. Dus doet hij dat in de buurt van zijn uitvalsbasis: het kantoor van Staatsbosbeheer in het Drentse Elp, op nog geen vijf kilometer fietsen van voormalig kamp Westerbork. En het is direct raak. In de berm van de grindweg staat een halve cirkel met nevelzwammen. „Ze vormen een heksenkring, een rondje paddenstoelen.”

Ernaast staat een groepje witte kluifzwammen. Bij elke paddenstoel heeft Thomas een verhaal. Zomaar wat zwammen is er niet bij. „Veel namen van paddenstoelen zijn heel logisch. De kleur van de rodekoolzwam lijkt op rodekool. De groene anijstrechterzwam ruikt naar anijs.”

Al meer dan dertig jaar bestudeert Thomas paddenstoelen. Maar nog nooit zag hij er zoveel als dit jaar. „De eerste helft van het jaar was het droog. De sporen of zaden van paddenstoelen lagen in de grond te rijpen. Plotseling kwam er enorm veel regen. Dan krijg je dus een explosie van paddenstoelen.”

Wildplukken

De enorme hoeveelheid trekt veel paddenstoelenplukkers aan. „Wildplukken is hot. Veel recepten in kookprogramma’s op televisie bevatten ingrediënten uit de natuur. Ook paddenstoelen. Zolang het beperkt blijft tot ongeveer een champignonbakje vol, staat Staatsbosbeheer het toe. Maar mensen moeten niet met ladingen vol uit het bos komen om ze vervolgens te gaan verkopen. Dat is niet de bedoeling.”

Zelf heeft Thomas nog nooit zoveel paddenstoelen gegeten als de afgelopen weken. „Vooral eekhoorntjesbrood. Maar ook cantharellen, kastanjeboleten. Lekker in de koekenpan met wat spekjes er in. Of door de soep. Mijn vrouw Sandra heeft juist een stevige eekhoorntjesbroodsoep gekookt. Dat gaat er wel in.”

Halverwege de paddenstoelenjacht wijst Thomas een cantharel aan: een gele, trechtervormige paddenstoel met een onregelmatige rand. Een oudere heer kijkt mee en weet nog dat hij vroeger veel cantharellen plukte. „Mijn moeder was er blij mee.” Thomas hoort dat vaker. „Vroeger was het heel normaal om paddenstoelen te plukken. Zo’n beetje tot de jaren 70. Daarna is het een hele poos weggeweest en nu is het dus weer terug.”

Dat je niet perse paddenstoelen in een pan moet bereiden om ze op te eten, bewijst Thomas een stukje verderop. Hij plukt een kastanjeboleet, breekt hem doormidden, haalt de sporen er af en hapt in het overgebleven stuk van de hoed. „Heerlijk. Lekker smaakje.”

Gevaarlijk

Toch is paddenstoelen plukken niet zonder gevaar. Vlakbij de cantharellen staan russula’s, paddenstoelen met een witte stam en kleurrijke hoeden, sommigen paarsrood, anderen licht oranje. „Dit zijn duivelsbroodrussula’s. Als je die eet, krijg je een branderig gevoel op de tong. Soms zegt de naam al genoeg, bijvoorbeeld de zeer giftige braakrussula. Maar je hebt ook smakelijke russula’s. Van deze soorten moet je echt wel verstand hebben, anders ga je zo de mist in. Ik neem zelf het risico in ieder geval niet.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer