Als de generale synode van de Protestantse Kerk in Nederland (PKN) vrijdag goedkeuring geeft aan de kerkordelijke wijzigingen die nodig zijn om het plan Kerk 2025 te kunnen uitvoeren, krijgt de kerk vanaf volgend jaar een totaal andere structuur.
De opvallendste verandering is dat het aantal van 74 protestantse classes teruggebracht wordt tot 11. Dat betekent in de praktijk dat niet meer iedere gemeente die tot een bepaalde classis behoort ook ambtsdragers naar die classis zal afvaardigen.
Dat niet meer alle gemeenten in deze regionale kerkvergaderingen zijn vertegenwoordigd, zou kunnen betekenen dat ook de generale synode, die wordt samengesteld uit afgevaardigden van de elf classes, niet meer de breedte van de kerk vertegenwoordigt.
Om toch tot een zo eerlijk mogelijke verkiezing van de leden van de nieuwe classes te komen, stelt het synodebestuur nu een ingewikkeld verkiezingstraject voor. Daarbij krijgen de zogenoemde ringen een grote rol. Deze ringen –verbanden van gemeenten binnen de classes– krijgen echter niet de status van een ambtelijke vergadering, omdat daardoor een extra bestuurslaag in de kerk gecreëerd zou worden. En de bedoeling van Kerk 2025 is juist om de structuur van de Protestantse Kerk ingrijpend af te slanken.
Classispredikant
Kritiek op de rol van de classispredikant, die in elke classes wordt benoemd, spitst zich vooral toe op de vraag of hij of zij als ambtsdrager over andere ambten kan heersen. Volgens het gereformeerde kerkrecht mag het ene ambt namelijk nooit boven het andere staan.
Nogal wat gemeenten zijn bang dat dit met de classispredikant wel kan gebeuren. Hij of zij kan namelijk ingrijpen in gemeenten als dat noodzakelijk wordt geacht. Dat zou kunnen betekenen dat de classispredikant een collega op non-actief zet, zonder dat er een besluit ligt van een ambtelijke vergadering.
In de voorstellen van het Generale College voor de Kerkorde (GCKO) is daarom besloten dat het breed moderamen van de classis uiterlijk binnen twee maanden een besluit van de classispredikant moet bekrachtigen of een nieuw besluit moet nemen.
Ook zou de classispredikant het volgens nogal wat gemeenten veel te druk krijgen door alle taken die hij of zij krijgt. Vandaar dat het synodebestuur nu besloten heeft deze persoon geen technisch voorzitter van de classis te laten zijn. Er komt dus naast de classispredikant in iedere classis een aparte voorzitter.
Omdat het moderamen van de classis veel bevoegdheden krijgt, is besloten het moderamen aan te duiden als breed moderamen. Dit breed moderamen heeft op classicaal niveau een status die ongeveer vergelijkbaar is met die van de kleine synode op landelijk niveau.
Witte plekken
Als de synode met de toekomstplannen instemt, wordt het ook mogelijk dat er plekken in Nederland zijn waar geen gemeente meer is die behoort tot de Protestantse Kerk. Leden die in deze zogenoemde witte plekken op de landkaart wonen en zich niet willen aansluiten bij een naburige gemeente, worden door de kerk ingeschreven in een landelijk register.
Volgens de plannen moet het ook mogelijk zijn in deze gebieden makkelijker een soort huisgemeente op te zetten. De kerkelijke regels worden hiervoor versoepeld.
Samenwerking
In de plannen moet samenwerking tussen gemeenten of wijkgemeenten gemakkelijker worden. Daarom krijgt de (algemene) kerkenraad meer bevoegdheden.
In alle plannen blijven de vier soorten gemeenten die er zijn in de Protestantse Kerk bestaan, te weten: protestantse, hervormde en lutherse gemeenten en gereformeerde kerken. Wanneer gemeenten in een bepaalde plaats willen fuseren tot een protestantse gemeente, kan ervoor gemeenteleden die niet mee willen in de fusie naast die gemeente een hervormde gemeente of gereformeerde kerk worden geïnstitueerd.
Vrijdag kunt u het synodenieuws volgen op rd.nl via een liveblog.