Bangladesh is er vertrouwd mee dat de rivieren buiten hun oevers treden. Maar de overstromingen van de afgelopen dagen behoren tot de meest extreme in de geschiedenis van het land. Ook Nepal en India zijn getroffen. „Ruim 700 mensen zijn overleden, 24 miljoen mensen hebben hulp nodig. Schoon drinkwater, voedsel en onderdak zijn van levensbelang”, meldde het Rode Kruis vanmorgen.

De ramp „lijkt zich in stilte te voltrekken”, aldus de organisatie. „Hele gemeenschappen zijn geïsoleerd van de buitenwereld. Mensen zijn alles kwijtgeraakt. Van hun identiteitspapieren tot hun huizen en inboedel. Het water uit Nepal stroomt door naar lager gelegen gebieden in Bangladesh en India. De situatie wordt in deze gebieden alleen maar schrijnender.”

De overstroming is een van de „grotere rampen” van de afgelopen dertig jaar in Bangladesh, zegt ook Maarten van Middelkoop. Hij is namens Woord en Daad agrarisch projectleider in onder meer Bangladesh. „Sinds overstromingen in 1988 zijn de rivieren niet meer zover buiten hun oevers getreden. In het noorden is het waterpeil de afgelopen dagen weliswaar gedaald, maar in het zuiden nog niet. Het water in de twee grote rivieren sleurt kilometers aan stukken land mee. Tienduizenden huizen, vaak simpele optrekjes, zijn verwoest.”

Woord en Daad is betrokken bij de bouw van jaarlijks zo’n 800 woningen in het dichtbevolkte land. Bengalen kunnen dan via een leenconstructie een huis bouwen. „Voorwaarde is dat de betonnen fundering 50 centimeter boven het vloedpeil ligt en dat het huis wordt voorzien van een degelijk toilet.” Vanmorgen had Van Middelkoop nog geen concreet beeld van de schade en wist hij ook nog niet of de christelijke organisatie een hulpactie op touw zet. „We bouwen ook woningen nabij de rivieren. Het zou me verbazen als we géén schade hebben.”

Onder meer doordat Bangladesh zo’n tien jaar geleden kampte met verwoestende cyclonen hebben de autoriteiten maatregelen genomen om voor natuurgeweld vluchtende landgenoten te helpen. „Zo verrezen de afgelopen jaren op honderden plaatsen shelters. Dat zijn kale betonnen flats waar mensen onderdak kunnen vinden en beschermd zijn tegen het water. Ook is daar schoon drinkwater te krijgen.”

Bangladesh kampt met immense problemen, zegt ook Ali Sekender (61), geboren in dat land, maar al tientallen jaren woonachtig in Nederland. Hij is bestuurslid van de kleine stichting Pani (Bengaals voor water), die hulp verleent in Bangladesh. Vanmorgen nog had Sekender een onderhoud met zijn contactman in het zwaargetroffen land. Sekender schildert de situatie op een eiland in het noorden: „Alle 800 huishoudens hebben schade. Het water kwam tot in de slaapkamers. Als het water is gezakt, zijn de problemen niet voorbij. Mensen kampen met verwoeste woningen en mislukte oogsten.”