„De hele buurt is betrokken, in voor- én tegenspoed”
Buurvrouwen smeren de broodjes en schenken koffie, buurmannen dragen de doodskist naar het graf. Het oude gebruik van de noaberschap wordt in het Twentse dorp Markelo nog bij veel begrafenissen in ere gehouden, vooral in de buurtschappen.
Bij ongeveer de helft van de 40 tot 50 uitvaarten die begrafenisvereniging De Laatste Eer jaarlijks verzorgt, vervullen buren hun noaberplicht, schat uitvaartleider Henk Kloots. „Al is dat wel heel wat minder uitgebreid dan voorheen.”
In de nacht
De noaberplicht bij een uitvaart heeft oude papieren, aldus Kloots. „Wanneer vroeger iemand was overleden, werden onmiddellijk de naaste buren in kennis gesteld, desnoods midden in de nacht.”
De noabers regelden alles rond de begrafenis. Van het ‘aanzeggen’, het mondeling in de buurt bekendmaken van het overlijden, en de aangifte in het gemeentehuis tot het wassen en in de kist leggen van de overledene.
De directe nabestaanden konden daardoor met hun gedachten helemaal bij hun afscheid van de overledene zijn, ze hadden geen last van alle rompslomp eromheen.”
Ook op de dag van de begrafenis waren de noabers actief. Dat is ook nu nog geregeld het geval. Kloots: „De buurdames komen dan ’s ochtends in ons uitvaartcentrum de broodjes smeren die na de begrafenis worden geserveerd, ze zetten de stoelen klaar voor de rouwdienst. De mannen zijn vaak de dragers.
Als de rouwstoet naar de begraafplaats gaat, zetten de dames de zaal gereed voor de broodmaaltijd. Bij het eten gaan zij met de koffie rond.”
Klokluiden
De noabers verzorgen meestal ook het klokluiden. Kloots: „Een overlijden wordt in Markelo ’s ochtends na de klokslagen van elf uur bekendgemaakt met vijf minuten durend klokgelui.
De twee naaste buren vragen bij de koster de sleutel om de toren in te kunnen gaan. Ze hoeven niet meer aan een touw te trekken, zoals vroeger. Een druk op een knop is tegenwoordig voldoende, maar de buren nemen die taak nog wel op zich.”
Als er geen buren of familieleden zijn die kunnen of willen dragen en koffieschenken, doen vrijwilligers van de begrafenisvereniging dat. Geen kwaad woord over die medewerkers, maar Kloots acht het wel een verlies. „Het gevoel is dan volgens mij minder, het wordt zakelijk. Een buurvrouw die koffie schenkt aan haar naaste buren is er zelf bij betrokken.
Ik kan me voorstellen dat koffiedames die serveren aan wildvreemden, eerder denken: Drink die koffie maar snel op, dan kan ik naar huis.”
Paplepel
Vooral in de buurtschappen rond Markelo bestaat de noaberplicht nog volop, zegt Kloots. „In het dorp leeft het minder, zeker in de nieuwe straten.”
De plicht is vooral te zien bij mensen die vanouds van een boerderij uit de buurt komen en het van vroeger kennen.
Het heeft ermee te maken dat in de buurtschappen iedereen nog iedereen kent. Als dat ‘ons kent ons’ er niet meer zo is, valt op den duur de noaberplicht weg.”
Betrokken
Kloots vindt de noaberschap erg mooi. „De hele buurt is op elkaar betrokken, in voor- én tegenspoed. Wanneer er wat te vieren is, worden de noabers uitgenodigd. Als buren maak je gezamenlijk een wagen voor de optocht tijdens het jaarlijkse dorpsfeest. Bij verdriet kun je ook op je noabers aan. Familieleden wonen vaak ver weg, bij de naaste buurman kun je dan als eerste terecht. Die laat dan ook meteen alles uit zijn handen vallen en komt direct naar je toe als je hem nodig hebt.”
Ook jongeren in de buurtschappen komen de noaberplicht na, neemt Kloots waar. „Ze zijn ermee opgegroeid, ze kregen het met de paplepel ingegoten en blijven dat wel doen.”
Schuttingen
Een bedreiging voor de noaberplicht vormen volgens de uitvaartleider nieuwe buren van elders. „Bij ons moet een heg niet hoger dan een meter zijn, vinden we, want we willen contact houden met onze buren.
Sommige nieuwkomers geven soms nog wel een groot welkomstfeest voor de buurt, maar daarna plaatsen ze heggen en schuttingen van twee meter hoog omdat ze privacy willen.
Zulke buren zijn funest voor de noaberplicht. Wanneer er iets is, kunnen ze vaak niet bijspringen omdat ze moeten werken. Een echte noaber daarentegen neemt desnoods een halve dag vrij.”
Rijssen
Kloots is ook uitvaartleider bij begrafenisvereniging De Laatste Eer in Rijssen. „Daar zijn veel meer particuliere en commerciële uitvaartondernemingen actief, de oude noaberschap van naaste buren zie ik er minder.
In Rijssen wordt bij begrafenissen wel veel hulp geboden vanuit de kerkelijke gemeenschap waarmee de familie meeleeft. Uit die kring komen dan vaak de vrijwilligers die de broodjes en de koffie serveren. Je kunt zeggen dat de kerken er voor een deel de noaberschap overnemen.”
zomerserie Immaterieel erfgoed
Over tradities die zijn opgenomen in de Nationale Inventaris Immaterieel erfgoed. Deel 7: noaberschap. >>rd.nl/immaterieelerfgoed