„Een vendelier zwaait met een vlag voor God, koning en vaderland”
Er wordt niet zomaar wat gezwaaid met een vlag. „Een vendelier brengt een groet aan de Allerhoogste en beeldt een gebed uit”, benadrukt Wim Sanders uit Groesbeek. De voorzitter van de Federatie van Gelderse Schuttersgilden en Schutterijen St. Hubertus waakt erover dat de diepere religieuze inhoud van het vendelen behouden blijft.
Als jongen van zeven mocht Sanders voor het eerst vendelen, bij de plaatselijke schutterij. „Een hele eer vond ik dat. Met de andere vendeliers het vendel mogen draaien ”voor God, Koningin en Vaderland”, zoals dat heette. Met de overige jongens had je meteen een vriendengroep, elke week oefende je. Trots was je als je mooi synchroon met de ouderen meezwaaide.”
Sanders (54) zou 43 jaar vendelier blijven. In het vendelen word je steeds handiger, zegt de Groesbeekse beroepsmilitair. „De stok heeft de vlag aan het ene eind en een loden bol als contragewicht op het andere eind. Weet je het evenwichtspunt van de stok, dicht bij de bol, eenmaal goed te vinden, dan kun je vrij gemakkelijk met één hand het vendel draaien. Als je dan ook nog weet hoe je de rondingen maakt zodat de vlag in beweging blijft, kun je bijna alle slagen maken die je wilt.”
Tegenslagen
De voornaamste taak van de vendeliers is het ”vendelgebed”, dat op officiële momenten wordt uitgevoerd en zeven minuten duurt. „De slagen hebben allemaal hun betekenis. De eerste slag, boven het hoofd, is een groet aan Onze Lieve Heer”, aldus Sanders.
De vendelier stelt volgens hem een goed persoon voor, iemand die zich wil inzetten voor de gemeenschap en voor zijn omgeving. „In het dagelijks leven komen wij echter tegenslagen tegen, die ons kunnen neerdrukken. In het gebed wordt uitgebeeld dat de vendelier wordt aangevallen door het kwade. Hij krijgt het alsmaar zwaarder, daarom maakt hij zijn slagen steeds verder naar beneden. Na iedere slag komt hij toch even omhoog om met een slag boven het hoofd de Allerhoogste te groeten.”
Het kwade keert telkens terug. „De laatste slag maakt de vendelier om de enkels, waarbij hij het vaandel bijna over de grond heen draait. Daarna komt hij weer naar boven en zwaait hij uiteindelijk het vaandel fier boven zijn hoofd, als overwinnaar. Het kwaad om hem heen is verdreven.”
Dorpsfeest
Het vendelzwaaien is onderdeel van de traditierijke wereld van de schutterijen en schuttersgilden, onder meer in het rooms-katholieke deel van Gelderland. Stammen de paar gilden uit de middeleeuwen, de schutterijen zijn opgericht in de periode tussen 1880 en 1930.
Allereerst om een dorp te beschermen, oftewel te beschutten, vergelijkbaar met een brandweer. De schutterijen organiseren jaarlijkse evenementen als het dorpsfeest en de schutterskermis en fungeren vaak tevens als schietvereniging (met kruisboog- en geweerschutters) en muziekvereniging (met drumband, tamboerkorps, hoornblazers of majorettes).
Hoogtepunt voor een schutterij is de opening van de kermis. „Er is dan een heilige mis met schutterseer”, vertelt Sanders. „De vendeliers staan in de kerk voor of op het altaar. Bij de consecratie, als de priester de hostie en de kelk met wijn voor het kerkvolk omhoog houdt, neigen ze hun vaandel. Ze bewegen het even na beneden.”
Na de mis is er een vendelhulde op het kerkplein. Het vendelgebed wordt dan uitgebeeld als eerbetoon aan de geestelijke en wereldlijke overheden.
Ook bij speciale gelegenheden als de komst van een nieuwe pastoor of burgemeester, wordt dat gebed uitgevoerd, soms op koningsdag.
Acrobatisch
In Gelderland, dat meer dan 70 schutterijen en schuttersgilden telt, zijn ruim 500 vendeliers actief. Sommige schutterijen hebben er verdeeld over junioren en senioren wel 25. Ze meten zich ook in showwedstrijden met elkaar.
Sanders: „Het traditionele vendelzwaaien ligt vast, maar om de jeugd te blijven boeien zijn nieuwe slagen bedacht. Wie de jeugd heeft, heeft immers de toekomst.”
Een jonge tak van sport is het acrobatisch vendelzwaaien. „Zoals een koprol maken tijdens het vendelen of opzij rollen om je lengteas terwijl je het vendel continu blijft ronddraaien. Dat acrobatisch vendelen is nog lang niet uitgekristalliseerd.”
Minstens zo belangrijk vindt Sanders het dat de achtergronden van het vendelzwaaien bij de jeugd bekend blijven. „Die hoeft een jongen van zeven, acht jaar natuurlijk niet meteen allemaal te weten, maar een knaap van veertien moet wel beseffen waar hij eigenlijk mee bezig is. Met een gebed.”
Sanders vindt het daarom goed als tijdens de repetities van tijd tot tijd over die achtergronden gesproken wordt. „Het vendelgebed is nog altijd even actueel als vroeger. De kerkgang neemt af, maar in onze moderne tijd hebben wij mensen nog steeds te maken met de strijd tussen het goede en het kwade.”
zomerserie Immaterieel erfgoed
Over tradities die zijn opgenomen in de Nationale Inventaris Immaterieel Erfgoed. Deel 3: vendelen in Gelderland.