Binnenland

Varkensboer na ramp: Bijbel is echt een troostboek

„Ontzettend aangeslagen.” En: „Helemaal kapot.” Zo voelen eigenaars en medewerkers van het varkensbedrijf De Knorhof in Erichem zich na het afbranden van de stallen. Zo’n 15.000 varkens kwamen om. Varkensboer Piet Stout (62) zag de dieren elke dag. „Ze kenden mij en mijn stem.”

28 July 2017 21:30Gewijzigd op 16 November 2020 11:07
Varkensboer Piet Stout (62) zag „een stuk levenswerk” in vlammen opgaan. Hij huurt de woning bij de varkensboerderij De Knorhof in Erichem die donderdag afbrandde. Toch weet Stout zich getroost door de Bijbelse geschiedenis van David bij het verwoeste Zik
Varkensboer Piet Stout (62) zag „een stuk levenswerk” in vlammen opgaan. Hij huurt de woning bij de varkensboerderij De Knorhof in Erichem die donderdag afbrandde. Toch weet Stout zich getroost door de Bijbelse geschiedenis van David bij het verwoeste Zik

Hij is veehouder in hart en nieren en werkt inmiddels alweer ruim acht jaar op de Gelderse boerderij. Sinds vijf jaar huurt hij ook de woning die pal naast de afgebrande varkensstallen staat. De angst bestond dat het vuur zou overslaan naar het huis.

Stout is op bezoek bij een familielid in Schoonhoven als de zoon van de eigenaar van het bedrijf hem belt. „Hij zei: „Er is brand uitgebroken in de stallen. Het is heel heftig. Kun je zo snel mogelijk naar huis toe komen?””

De veeboer treuzelt niet, maar springt direct in de auto. Een reis van veertig minuten ligt dan nog voor hem. Veertig minuten waarin de gedachten vermenigvuldigen, vertelt Stout. Want wat zal hij aantreffen? Hoe is het met zijn huis, dat maar vijftien passen van de stallen staat? Al van grote afstand ziet Stout een enorme, dreigende, donkergrijze rookkolom. „En als je dan dichterbij komt, zie je de stallen over de hele lengte en breedte in vlammen opgaan.”

Trouw

Hij vindt het intriest hoe de dieren aan hun einde zijn gekomen. „De varkens zag ik elke dag. Ik had een band met ze. Sommige dieren kenden mij en mijn stem. Ze luisterden naar mij. Een varken is misschien wel trouwer dan een hond.”

Stout vond het heftig om „een stuk levenswerk” in vlammen te zien opgaan. „Het is compleet verwoest. Varkensboer is niet alleen mijn beroep, maar het met dieren omgaan is ook mijn hele levensinvulling.”

De woning is gered, vertelt hij. „Door knap werk van de brandweer. Ze spoten een watergordijn tussen de stallen en het huis. Alleen stinkt het binnen nog erg.”

Wat de oorzaak van de brand is geweest, weet Stout niet. En watde toekomst brengt? „Dat weet ik ook niet. We wachten het af.”

Stout heeft een zware nacht gehad. Niet in zijn eigen huis, maar in dat van een van zijn zoons. „Eerst was ik een uur wakker, totaal uitgeput en vol van alle indrukken. Gelukkig heb ik ook nog een paar uur mogen slapen.”

David bij Ziklag

In de nacht heeft Stout, lid van de gereformeerde gemeente in Nederland in Ochten, veel aan de geschiedenis van David bij Ziklag liggen denken. Hij weet zich erdoor getroost. „Als de Amelekieten Ziklag hebben verbrand en alles tegenzit, staat er: „Doch David sterkte zich in den HEERE, zijn God.””

De laatste woorden worden gesmoord in een snik. „Ik hoop dat het in werkelijkheid zo voor mij mag zijn. Wat een tegenslag heeft David moeten meemaken. Wat dat betreft is de Bijbel echt een troostboek. Je kunt er je leven in getekend vinden. En hoe het dan ook verder gaat, ons leven wordt bestuurd.”

Meer over
Stalbranden

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer