„Een onwijs gave oproep”, vond Coraline Roubos de vraag van de redactie naar een nooit vergeten leerkracht of docent. Daardoor ging zij na veertien jaar op de koffie bij de juf die haar in groep 6 en 7 weer zelfvertrouwen gaf.
Het is een drukte van belang deze donderdagavond op de Mauritsweg in Ridderkerk-Rijsoord. De deelnemers aan de fietsvierdaagse maken hun intocht na vier avonden fietsen. De fanfare marcheert de lange, rechte weg op en neer.
De vijf kinderen van Marianne van der Wel-Beeke (36) staan voor het huis op de uitkijk. Ze zijn nieuwsgierig naar alles wat er voorbij komt, maar ook naar de leerling van hun moeder die na zo veel jaar op bezoek komt. En naar de mensen van de krant natuurlijk.
Precies op tijd arriveert Coraline (24) met een prachtig boeket bloemen voor haar voormalige juf. „Voor alles wat u voor mij heeft gedaan”, zegt ze erbij.
Binnen zet echtgenoot Erik koffie. Zonder dat er één vraag is gesteld, zitten de twee vrouwen al herinneringen op te halen. Roubos: „Ik weet nog dat u proefles kwam geven.” Van der Wel-Beeke: „Ja, dat vergeet ik ook niet snel. Je werd toen boos, en ik wist nog niet hoe ik daarmee om moest gaan.”
Voor de hand
Een baan in het onderwijs lag voor Van der Wel-Beeke voor de hand. Haar halve familie werkt in die sector en zelf wist ze ook al vroeg dat ze juf wilde worden. Ze is geboren in Harskamp, maar grotendeels opgegroeid in Middelburg, waar haar vader directeur van de Herman Faukeliusschool was. Na de pabo in Gouda werd Beeke in 2003 als 22-jarige benoemd op de Ds. Koelmanschool in Gorinchem. „Een echte streekschool”, aldus de twee.
Beekes eerste klas was de groep 6 waarin ook Coraline Roubos zat. Geen gemakkelijk begin: „Het was een klas met veel leerlingen die extra aandacht vroegen”, vertelt Van der Wel-Beeke terwijl haar jongste zoon bij haar op schoot kruipt. „Het was ook een zwakke groep. Veel leerlingen hadden niet veel zin in school, omdat ze bijvoorbeeld moeite hadden met rekenen of taal.”
Doeners
Roubos, geboren en getogen in Hardinxveld-Giessendam, herkent het helemaal. „Wij waren bijna allemaal doeners. Dus al die theorie vonden we niets aan. Ik vond er ook niets aan op school en ben regelmatig huilend door mijn moeder naar school gestuurd.”
Met de komst van de jonge juf Beeke veranderde er wat in de groep. Precies omschrijven kan ze het veertien jaar later niet, maar ze ging vooral veel doen met de klas. „Ik ben nogal creatief, dus we hebben dat jaar veel geknutseld. Bijvoorbeeld als beloning voor hard werken tijdens rekenen.”
Roubos herinnert zich nog dat de nieuwe juf een project begon, alleen in haar groep 6. „Over de watersnood. Natuurlijk omdat de juf uit Zeeland kwam. Bijna alle vakken stonden in het teken van het project. Daardoor werd school plotseling veel leuker. Ik weet nog precies welk boek ze in die tijd voorlas: ”Houen jongens!” van K. Norel.”
Goede verhalen
Goede verhalen voorlezen of vertellen vond en vindt Van der Wel-Beeke heel belangrijk. In haar gezin doet ze het nog steeds graag. „Echt goede verhalen waar kinderen ook wat van leren, zijn er niet zo veel. Kinderen lezen graag boeken zoals Dolfi en Wolfi of Pietje Puk, maar die hebben eigenlijk weinig inhoud, geen boodschap. Ze leren er niets van. Ik pak liever boeken van Henk Koesveld, die echt gegraven heeft in de geschiedenis en waar kinderen veel van leren.” Roubos: „U vertelde ook over Kuno, de zoon van Siward. Dat ging over de Noormannen, ik weet het nu nog. Prachtig was dat verhaal!”
Sfeer
Langzamerhand veranderde de sfeer in de klas. De jonge juf Beeke wist de groep naar haar hand te zetten. „Ze was een strenge, maar ook een leuke juf”, vertelt Roubos. „Je moest echt naar haar luisteren, maar ze kon ook onverwachts grappige dingen doen. Halverwege de les moest bijvoorbeeld iedereen op zijn stoel gaan staan en er weer afspringen. Of zelfs op de tafel en er weer af. De eerste keer vonden we allemaal erg raar, maar het was een leuke onderbreking van de reken- of taalles.”
Van der Wel-Beeke: „Ik was als het ware in het diepe gegooid. Ik werd voor die groep geplaatst en moest er wat van maken, of ik nu wilde of niet. Aan de ene kant probeerde ik streng te zijn, maar aan de andere kant wel liefde te tonen: elk kind moest voelen dat hij er mocht zijn zoals hij was.”
Die aanpak werkte, in ieder geval bij Coraline Roubos. De 10-jarige leerling kon in groep 6 absoluut niet omgaan met tegenvallers. „Ik werd dan vreselijk boos en kon bijvoorbeeld met dingen gaan smijten. Juf Beeke bleef gelukkig rustig. Ik had haar twee jaar achter elkaar, ook in groep 7. Vanaf die tijd kreeg ik een training sociale vaardigheden om te leren omgaan met tegenvallers. Dat heeft gelukkig geholpen.”
Band
Er ontstond een band tussen de jonge juf en de pittige leerlinge. Van der Wel-Beeke: „In het tweede jaar had ik dezelfde klas en ben ik een poosje uit de running geweest vanwege een depressieve periode. Elke week kreeg ik van Coraline een kaart met een verhaaltje. Meestal stond er wel in dat ze hoopte dat ik snel terugkwam. Dat deed me goed. Het gevoel dat die kinderen mij misten en mij graag terugzagen, hielp mij mede om weer op te krabbelen.”
Om te laten zien waar ze woonde, nodigde juf Beeke haar klas eens uit om in haar flatje in Rotterdam-Zuid pannenkoeken te komen eten. Omdat het appartement te klein was voor de hele klas, kwamen eerst de meiden op een woensdagmiddag, later alle jongens. Roubos: „Dat was supergezellig. Ik weet nog dat we daar heerlijk geknutseld hebben.”
Minikamp
De band bleef, ook toen de klas na twee jaar een andere leerkracht kreeg. In groep 8 organiseerde een moeder een soort minikamp: met de hele klas logeren op een boerderij in Vuren. Juf Beeke kreeg een uitnodiging om langs te komen en ging daar graag op in.
Toen de juf ging trouwen, zetten Coraline en nog drie meiden uit haar groep alles op alles om de bruiloft bij te wonen. Roubos: „We mochten met de touringcar van school meerijden naar Zeeland.” Van der Wel-Beeke: „Ik vond het een leuke verrassing om die meiden uit mijn oude klas op mijn bruiloft te zien.”
Toen de klas eenmaal van school was, verwaterde het contact. Roubos rondde de vmbo-opleiding af op het Gomarus Scholengemeenschap in Gorinchem, deed daarna de opleiding verkoopspecialist van het Hoornbeeck College in Rotterdam en ging aan de slag als verkoopster bij College Style in Alblasserdam. Roubos tegen haar voormalige juf: „Daar ben ik u toen nog eens tegengekomen.” Van der Wel-Beeke: „Ja, dat was grappig.”
Inmiddels werkt Roubos in drogisterij Flach in Giessenburg. Volgend jaar hoopt ze te gaan trouwen met Jaap Versteeg. Het stel heeft een huis gekocht in Hardinxveld-Giessendam.
Deze avond neemt Roubos de kans waar om haar voormalige juf te bedanken: „U hebt er een steentje aan bijgedragen dat ik hier als gelukkige jongedame zit. Vanaf het moment dat ik bij u in de klas zat, werd er wat gedaan aan de aanvallen van boosheid waar ik mee kampte. Daar ben ik u nu nog dankbaar voor.”
De juf in kwestie is er even stil van. „Ik heb hier nooit zo erg bij stilgestaan, maar vindt het toch wel erg leuk om te horen. Ik heb in totaal zes jaar voor de klas gestaan, maar die eerste klas heeft de meeste indruk gemaakt. Ik vergeet die twee jaren nooit meer.”
zomerserie Onvergetelijk onderwijs
Dit is het eerste deel in een serie artikelen over leerlingen die na jaren hun onvergetelijke docent of leerkracht weer ontmoeten. >>rd.nl/onvergetelijkonderwijs