Expressionisme in kleurrijk glas
„Het is net of ik mezelf nu beter ken.” Zo reageert Annemiek Punt op een boek over haar en haar werk dat deze week is verschenen. Joost de Wal schreef het samen met twee andere deskundigen.
Het boek geeft een beeld van het werk van een van Nederlands meest vooraanstaande glaskunstenaars. Werk van Punt is in veel kerken terug te vinden.
Het is een zonnige dag. Voor de ramen in Punts atelier en galerie in Ootmarsum hangen kleine gekleurde ramen, op de vensterbank staan glazen objecten. De zon schijnt en laat kleurige schaduwen vallen op de vloer en op de witte wanden achter objecten die aan de muren bevestigd zijn. „Ik houd van wat het licht met glas doet”, zegt de glaskunstenares.
Veel mensen kennen het werk van Annemiek Punt (58). Ze ontwierp tientallen ramen voor kerken en stiltecentra en maakte diverse glasobjecten. Ook is er veel over haar werk geschreven. Tal van kranten en tijdschriften gaven aandacht aan de prijsvraag voor een raam in de Nieuwe Kerk in Delft, die ze in 2003 won. Dat deden ze dunnetjes over, toen het raam in 2006 door prinses Margriet onthuld werd. En in 2009 verscheen ”Passie in glas”, een groot, mooi uitgevoerd boek, waarin het werk van Punt duidelijk wordt gepresenteerd.
Maar het nieuwste boek (”Annemiek Punt. Monumentale glaskunst 1980-2017”) is andere koek. „Het is door kunsthistorici geschreven, die een duiding geven van mijn werk”, zegt Annemiek Punt. „Het werk krijgt zo een plaats in de kunstgeschiedenis tussen dat van anderen. Het is heel merkwaardig als anderen over jou schrijven. Het is net of ik mezelf daar beter door leer kennen.” Hoe dat komt? Ze aarzelt. „Ik ben iemand van kleuren en beelden, ik vind het moeilijk om dat in woorden uit te drukken.”
De eindredacteur van het nieuwe boek, Joost de Wal, leerde Punts werk goed kennen bij de voorbereiding van een ander boek, ”Hedendaagse kunst in Nederlandse kerken 1990-2015. Van Jan Dibbets tot Tinkebell”, dat in 2015 verscheen.
Gaten boren
Wat betekent ”monumentale glaskunst”? Voor de een gaat het om gebrandschilderde ramen in kerken. Voor de ander om grote glazen objecten. Punt maakte ze beide, maar is daar ook sterk vernieuwend in geweest. „Ik was met Frank van den Ham de eerste die de kunst van ”fusen”, glasversmelting, weer op grote schaal toepaste. Daarbij worden stukken glas van verschillende kleuren op elkaar gelegd en versmolten tot een nieuw geheel.”
Vernieuwend is ook dat Punt het hele proces van allereerste ontwerp tot plaatsing van een glas in eigen hand houdt. „De meeste ontwerpers van ramen doen maar een deel van het werk. Ze ontwerpen het, soms beschilderen ze delen van het glas, maar het branden en daarna in elkaar zetten laten ze door een gespecialiseerd atelier uitvoeren. Ik doe alles zelf. Daardoor heb ik een veel grotere controle op het hele proces, op de kleuren, de vormen en zo op het uiteindelijke resultaat.”
Punt was ook de eersten die grote vlakke glasreliëfs maakten die aan de wand worden gehangen. Maar het had maar even gescheeld of die waren er nooit gekomen. „Nee, het is aan mijn moeder te danken dat ze er nu zijn”, zegt Annemiek Punt. „Ik had ooit zo’n vlak kunstwerk gemaakt, maar het beviel me niet echt. Het lag hier, en ik wilde het eigenlijk weggooien. Maar mijn moeder vond het prachtig en stelde voor om het aan de muur te hangen. Zij pakte een boor en begon zelf gaten te boren en het op te hangen. Toen het eenmaal hing, reageerden bezoekers enthousiast en ben ik meer van deze kunstwerken gaan maken.” Ze kwamen niet alleen in de galerie en bij mensen thuis, in 2000 werd er voor het eerst een opgehangen in een publiek gebouw, het crematorium in Leusden. De eerste kerk met zo’n glasreliëf was de protestantse Bethelkerk in Barneveld in 2005.
Nabootsing
In het boek valt allereerst een hoofdstuk op van kunsthistoricus Bernadette van Hellenberg Hubar. Zij verbindt Punts werk met dat van de bekende glazenier Joep Nicolas, maar ook –in de vormen en kleurstelling– met dat van de schilder Wassily Kandinsky en de kunststroming Cobra. Volgens Van Hellenberg Hubar is Punt met onder meer deze kunstenaars een belangrijke vertegenwoordiger van het expressionisme, wellicht „een van de sterkste stromingen uit de moderne kunstgeschiedenis.”
Daarbij vestigt ze ook de aandacht op een belangrijk element dat in Punts werk aanwezig lijkt te zijn, de mimesis. Dit woord betekent letterlijk nabootsing, en duidt in de kunstgeschiedenis op het zien van iets in een kunstwerk wat de kunstenaar er soms wel, maar ook soms niet bewust in heeft aangebracht. Denk aan allerlei vormen die we in takken of in wolken kunnen zien. Die lijken soms op dieren. Van Hellenberg Hubar noemt als voorbeeld het raam in de Nieuwe Kerk in Delft, dat je „half-abstract” zou kunnen noemen. Sommige dingen zijn direct herkenbaar, zoals een grote beschermende hand bovenin. Maar ook een kind en een vlinder, zo vertelde Punt in een eerder interview. „Het frappante is dat ze andere dingen noemt dan ik als kijker ontdek”, schrijft Van Hellenberg Hubar.
Godsdienstfilosoof Wessel Stoker schenkt in het boek aandacht aan de spirituele kant van Punts glaskunst. Interessant is zijn stelling dat het calvinisme de abstracte kunst heeft bevorderd. Immers: Calvijn keurde beelden „ter lering” af. Dat was volgens Stoker een van de oorzaken van de vaak lege, witte muren van protestantse kerken. Daarom past het reliëf uit 2005 volgens hem ook zo goed in de protestantse Bethelkerk.
Toch is er bij Punt niet echt sprake van mimesis, schrijft Stoker, maar van symbolen. Die omschrijft hij als „een woord of een ding met een dubbele betekenis.” Hij illustreert dat met een glasreliëf bij een ruimte ter gedachtenis aan politiemensen die tijdens de uitoefening van hun beroep het leven verloren. „Sommigen zien het als een puur abstract werk dat door de uitstekende smalle glaselementen, samen met de kleur van het geheel, beweging en kracht uitdrukt. Zelf zag ik het (…) figuratief-abstract: een in zijn kracht geknakte vogel. In beide varianten roept het die tweede, figuurlijke betekenis ”vergankelijkheid en kwetsbaarheid” op.”
Beweging
Kleur en beweging, dat zijn twee karakteristieken in het werk van Punt. Of het nu gaat om het grote raam in Delft, of om de kleinere werken die in haar galerie hangen, overal valt dit op. Die beweging kan verschillende kanten opgaan. Naar boven, zoals in Barneveld, maar ook „omvattend” en „beschermend”, zoals met de twee handen in het Delftse raam.
Eind dit jaar organiseert ze met enkele andere kunstenaars een grote internationale tentoonstelling in Haaksbergen. „We hopen dan ook de première te beleven van een film die over mij in de maak is. Al twee jaar lang word ik gevolgd door een filmmaker”, zegt Punt. En dan is pastor Marinus van den Berg, met wie ze vier boeken heeft gemaakt, ook nog aan een nieuw boek bezig, waarin hij kunstwerken van Annemiek Punt verwerkt. „Hij reist nu langs een groot aantal van mijn monumentale werken en registreert daar wat dit met hem en aanwezige bezoekers doet.”
Opgaan, breuken en scherpe randjes
Annemiek Punt. Monumentale glaskunst 1980-2017, Joost de Wal, Bernadette van Hellenberg Hubar, Wessel Stoker;
uitg. Gebr. De Wal, Utrecht, 2017; ISBN 978 90 8179 762 7; 128 blz. geb.; € 27,50.
De protestantse Bethelkerk in Barneveld verwierf in 2005 een glasreliëf van Annemiek Punt. De plaatselijke predikante G. de Vries maakte deel uit van de commissie die Punt opdracht gaf tot het kunstwerk. In het boek ”Passie in glas” geeft zij de volgende toelichting.
„De eerste zondag dat het hing, heb ik erover gepreekt. Ik sprak vanuit mijn eigen interpretatie over de levensweg, over opgaan, breuken en scherpe randjes. Na afloop verzamelden veel kerkgangers zich onder het werk en raakten met elkaar in gesprek. Het bleek dat iedereen er zijn eigen interpretatie aan gaf. Die openheid en meerduidigheid waren precies wat we van de opdracht verwachtten.
Een werk als dit draagt ook bij aan een sfeer waarin een ontmoeting tussen mens en God mogelijk is. In de catechiserende sfeer leent het zich goed als aanleiding voor een gesprek, waarin iedereen zijn eigen idee kwijt kan en niemand gelijk heeft, omdat meerdere interpretaties mogelijk zijn. Ook op individueel niveau werkt het. Als ik door de kerk loop, vangt het mijn blik, ik zie hoe het verandert als de zon even doorbreekt. Je komt dan al snel bij de metafoor van Gods aanwezigheid als licht; het raakt een laag in je bewustzijn, maar wat het met je doet, hangt ook af van de omgeving en van je eigen referentiekader.”