Schapenboer Texel: Het gaat niet om geld, maar om cultuur bewaren
„Een texelaar is het beste ras van de wereld.” Jan Willem Bakker (38) kijkt met zichtbaar genoegen naar zijn schapen die op de Hoge Berg op Texel grazen. Een lammetje springt voor zijn voeten weg. „Er zit goed vlees aan.”
Schapenhouders kleuren het landschap op het eiland, vindt Bakker. Enkele jaren geleden nam hij De Waddel over van zijn vader, die inmiddels is overleden. De eeuwenoude boerderij –bouwjaar 1625– ligt aan de voet van de Hoge Berg, net buiten Den Burg. „Dit is het mooiste stukje Texel. Je moet liefde hebben voor alles wat dit gebied kenmerkt: de tuinwallen, de schapenboeten, de kolken en de schapen zelf natuurlijk.”
Hij gaat door zijn knieën en lokt een paar dieren naar zich toe. „In elk magazine over Texel staat wel een schaap of een lammetje. We moeten hier zuinig op zijn.”
Schapen houden is wat Bakker betreft geen kwestie van geld verdienen. Het is cultuur in stand houden. „Al eeuwenlang boeren hier schapenhouders. Ik ben slechts een schakeltje in een keten en heb de verantwoordelijkheid om te zorgen dat er een volgende schakel is. Nee, dat hoeft niet per se een kind van me te zijn. Het gaat niet om mij, maar om alles wat je hier ziet.”
Vlees en melk
Toch is Bakker, geboren en getogen Texelaar, ook gewoon ondernemer. Zijn 500 schapen moeten elk jaar het nodige gewicht aan vlees en melk leveren. De verhouding is 50 procent vlees, 50 procent melk. Van dat laatste maakt Bakker kaas, een natuurproduct zonder toevoegingen. Zelfs plastic zit er niet omheen.
„Onze sector staat er goed op”, realiseert de schapenboer zich. Hij spreekt zelfs van een enorme potentie. „Ons imago is goed omdat de dieren dicht bij de natuur leven. Lammetjes zijn bij hun moeder, alles loopt buiten en het medicijngebruik is laag.”
Het vlees gaat naar toprestaurants, die steeds meer met streekproducten werken. „Een tijdje geleden liepen hier 75 chef-koks rond om het verhaal achter het stukje vlees van de boer te horen. Mooi, hè?”
Marges
Tegelijk liggen er de nodige uitdagingen. Neem de kleine marges. Een hectare aardappelen brengt meer op dan een hectare grasland waar twintig schapen grazen. Daarnaast zit de nieuwe mestwet de schapenhouders dwars. Bakker ziet dat melkveehouders op zoek zijn naar meer ruimte voor hun koeien. Hierdoor worden de schapen verdrongen. „Het minst vervuilende dier krijgt steeds minder ruimte.”
Maar zoals een Texels schaap zich gemakkelijk aanpast aan de omstandigheden, past ook Bakker zich aan. Hij wijst op zijn verstelde overall. „Een bewijs van magere jaren. Nu gaat het weer beter. Ik kan weer investeren en met vrouw en kinderen op vakantie. Andere jaren trokken we de buikriem aan. In luxe leven kunnen we hier niet, maar dat is ook niet nodig.”
In de lammertijd is het druk voor Bakker. Toch ervaart hij juist dan rust. „Je weet dat je er voor de schapen moet zijn. Qua aantal uren is het druk, maar mijn agenda is leeg. Er is maar één ding belangrijk: de lammetjes. In de winter ga je van de ene vergadering naar de ander. Dan denk ik: Laat de lammerij maar weer komen.”
In deze achtdelige serie neemt het RD de economie van het eiland Texel onder de loep. De redactie portretteert bedrijven in verschillende sectoren. Vandaag deel 1: landbouw.
Texel telt net zo veel schapen als inwoners
Op Texel zijn net zo veel schapen als inwoners te vinden: zo’n 14.000. In het voorjaar komen daar zo’n 17.000 lammetjes bij. Op het eiland zijn achttien officiële fokkers actief. Veel andere boeren houden schapen als nevenactiviteit. De texelaar is een Nederlands schapenras dat met succes in allerlei andere landen is ingevoerd, zoals Engeland, Frankrijk en Amerika. In Nieuw-Zeeland gebruiken schapenfokkers de texelaar –vanwege zijn sterke gestel en goede vleeskwaliteit– voor het door middel van kruising ontwikkelen van een nieuw ras.
De schapenhouderij is een van de agrarische activiteiten op Texel. De landbouw in zijn geheel is met een omzet van ongeveer 50 miljoen euro, na het toerisme, de tweede pijler onder de eilandeconomie, aldus LTO Noord. De sector zorgt voor ruim 10 procent van de werkgelegenheid en beheert ruim 8500 hectare aan land.