Brits visverbod desastreus voor Thoolse ‘Belg’
Het nieuws dat het Verenigd Koninkrijk Europese vissers gaat weren uit zijn territoriale wateren is bij een handjevol Nederlandse vissers ingeslagen als een bom. Job Schot uit Tholen is een van hen. „Al dagen ben ik er niet goed van.”
De Z-201 ”Job senior” –genoemd naar de vader van Schot– is maandagochtend gewoon naar zee gegaan om te vissen onder de Engelse kust. Als ‘Belg’ mag de Zeeuwse kotter binnen de 12 mijlszone (22 kilometer uit de kust) vissen. Het schip, eigendom van de Thoolse familie Schot, is namelijk geregistreerd in de Vlaamse haven Zeebrugge. Vandaar de Z in het scheepsnummer.
Schipper is deze week een van de zoons van Schot, ook al een Job. De schipper-eigenaar is gisteren op vakantie gegaan. De reis was al gepland maar is sinds zondag meer dan welkom. „Ik ben er hard aan toe om even stoom af te blazen”, zegt Schot.
Zeeverdrag
Zondag maakte de Britse milieuminister Michael Grove bekend dat het Verenigd Koninkrijk een zeeverdrag uit 1964 gaat opzeggen. Deze Conventie van Londen geeft vissers uit Nederland, Frankrijk, Duitsland, Ierland en België het recht om in de Britse territoriale wateren te vissen, om precies te zijn in de strook tussen 6 en 12 mijl.
Het land neemt met de opzegging een voorschot op de brexitonderhandelingen waarin de Britten een veel groter deel van de zeeën rondom hun eilandenrijk exclusief voor de eigen vissers willen claimen: de exclusieve economische zone (EEZ, tot 200 mijl uit de kust). Dat zou voor het overgrote deel van de Nederlandse vissersvloot een ramp zijn.
Nederlandse schepen vissen weinig binnen de Britse 12 mijl: ze zijn er te groot voor of komen er maar een korte periode in het jaar. Het verdrag van 1964 raakt vooral een kleine groep vlagkotters. Schot vist met zijn eurokotter al 25 jaar onder Belgische vlag. Dit is een relatief klein type vissersschip dat dichter bij de kust mag vissen dan de meeste (grotere) kotters.
De Belgische vissersvloot telt volgens Schot 63 schepen, waarvan er 29 in Nederlandse handen zijn. „Daar zijn een stuk of twintig eurokotters bij. Maar er zijn er maar zes of zeven die altijd in de Britse 12 mijlszone vissen, de anderen alleen in de wintermaanden. Het is dus vooral ons pakkie-an.”
De opzegging van de Conventie van Londen is voor Schots bedrijf „desastreus, een drama”, zegt hij. „Wij vissen 70 tot 80 procent van onze omzet binnen de Engelse 12 mijlszone. Wat moet ik straks? Ik zie niet direct een alternatief. Er zijn ook een paar Urkers die een deel van het jaar in het Kanaal vissen. Die kunnen op de Noordzee op Noorse kreeftjes (langoustine, TR) vissen. Voor onze kleine kotter is dat geen optie.”
Werkgebied van de Z-201 zijn het Kanaal –de zee-engte tussen Frankrijk en Engeland– en de banken in de monding van Theems. „Je hebt daar een mooie visserij met veel verscheidenheid in de vangst: schol, sint-jakobsschelpen, tarbot, zeeduivel, griet en rog”, zegt Schot. „De Belgen en de Fransen hebben al honderden jaren het privilege om er te vissen. In 1964 is dit in dat verdrag bevestigd en nu zeggen de Engelsen het op. Dit wordt een nieuwe kabeljauwoorlog.”
Tijdens de kabeljauwoorlog in 1975 eiste IJsland zijn 200 mijlszone voor zijn eigen vissers op. IJslandse en Europese vissers raakten met elkaar in de clinch en ramden elkaars schepen. Ondanks machtsvertoon van de Britse marine kregen de IJslanders hun zin. Naast de Britse waren ook Belgische vissers de dupe, herinnert Schot zich. „Vanuit Oostende was er destijds een bloeiende IJslandvisserij op kabeljauw en schelvis. En nu lijkt het erop dat de Belgen opnieuw worden weggejaagd.”
Rancune
De Thoolse ‘Belg’ noemt de aankondiging van zondag „politiek gestuurd.” „Ik app vaak met mijn Engelse collega’s die in hetzelfde gebied vissen. Die zijn helemaal niet tegen ons. Minister Grove heeft een persoonlijke rancune tegen de Europese Unie. Zijn familie had een vishandelsbedrijf dat een paar decennia geleden failliet is gegaan. Hij geeft de EU daar de schuld van en wil nu zijn gram halen.”
Schot hoopt dat de soep uiteindelijk niet zo heet gegeten wordt als hij wordt opgediend. „Volgens de Belgische Rederscentrale, onze brancheorganisatie, is de strijd nog niet gestreden. Het verdrag is nog niet opgezegd, Grove heeft alleen aangekondigd dat te gaan doen. Ik hoop dat er alsnog een deal komt. Maar gerust ben ik er niet op. De Engelsen hebben de visserij bij de brexitonderhandelingen bovenaan staan.”
Schot zou niet weten hoe hij zijn bedrijf moet aanpassen als de 12 mijl tóch voor hem op slot gaat. „Misschien moet ik op garnalen gaan vissen onder de Nederlandse en de Belgische kust. Maar daar zijn ook steeds meer beperkingen. België wil in het eigen stukje Noordzee, dat maar een duimnagel groot is, windparken aanleggen en eilandjes opspuiten.”