Dr. Johannes Block: Vroeger leefde men in Wittenberg mét de Reformatie, nu leeft men erván
Het historische centrum van Wittenberg doet op deze zonovergoten ochtend bijna onwerkelijk aan. Kosten noch moeiten zijn de afgelopen jaren gespaard om de Duitse Lutherstad klaar te stomen voor de herdenking van 500 jaar Reformatie – en dat is te zien. Ook de Stadt- und Pfarrkirche St. Marien onderging een grondige restauratie, kosten: 8 miljoen euro. Hoe is het om juist in 2017 predikant te zijn in de kerk waar Luther zo vaak is voorgegaan? In gesprek met Pfarrer dr. Johannes Block.
Wittenbergs bekendste bedehuis is zonder twijfel de Schlosskirche. Hier sloeg Maarten Luther, op 31 oktober 1517, zijn 95 stellingen aan.
Veel vaker echter was Luther in de Stadtkirche te vinden. „In 1514 begon hij hier te prediken”, zegt ds. Block. „De Slotkerk was toch meer de kerk van de vorsten, de monarchen. In de Stadskerk is Luther tot zijn dood regelmatig voorgegaan. Ze is, om zo te zeggen, de moederkerk van de Reformatie, waar Luther in het Duits preekte, liederen zong, ook zijn Duitse mis vierde. De Stadskerk was eigenlijk een soort laboratorium voor zijn Reformatie. Hier hield hij bijvoorbeeld ook zijn beroemde Invocavitpreken, in 1522.”
De Nederlandse student René Visser won nog niet zo lang geleden aan de Vrije Universiteit Amsterdam een ”Luther Award” met een scriptie over de Invocavitpreken.
„Goed om te horen. Het gaat hier om een belangrijk thema. Luther heeft er in deze preken, in een periode toen de Reformatie bijna ten onder leek te gaan in onderlinge conflicten en geweld, sterk de nadruk op gelegd dat het middel van de prediking het Woord is. Het woord, het argument. Harten worden veroverd door het gehoor, het gevoel, de emotie, en niet door dreigementen, geweld, kracht. Dat lijken me nog steeds bijzonder waardevolle noties. Overigens heeft het woord bij Luther verschillende gestalten. Daartoe behoort bijvoorbeeld ook de muziek, of de lyriek.”
Hoe is het om juist nu predikant van de Stadskerk te zijn?
„We zijn hier met drie predikanten. Mijn hoofdtaak ligt inderdaad in de Stadskerk, mijn beide collega’s werken met name in de voorstad en directe omgeving van Wittenberg.
Ik moet zeggen: het heeft iets ambivalents, iets zeer asymmetrisch. Aan de ene kant is Wittenberg dé Lutherstad, waar Luther preekte, waar zijn kerk zich bevindt, en ben ik in de vijf jaar dat ik hier nu sta samen met anderen druk met het bedenken en organiseren van dingen in het kader van 2017. Aan de andere kant heeft zo’n 85 procent van de inwoners geen enkele band meer met de kerk.”
Nergens in Duitsland zijn zo weinig protestanten meer te vinden als in de deelstaat Saksen-Anhalt, bleek al in 2013.
„Dat is de asymmetrie: het oorsprongsland van de Reformatie is niet reformatorisch meer. Ik zeg weleens: vroeger leefde men in Wittenberg mét de Reformatie; tegenwoordig leeft men ván de Reformatie. Als hotelhouder, als stadsgids, als museummedewerker, als gastronoom: men leeft van de gasten, en dat is prima. Maar ik mis vaak dat men, als inwoner van Wittenberg, bewust zegt: Laat ik ook eens een Lutherbijbel kopen, een kerkdienst bezoeken. Dat hoeft niet meteen te betekenen dat je lid van de kerk wordt, dat is een lange weg, maar toch wel dat je je iets meer mét de Reformatie zou bezighouden: wie was Luther, wat was zijn voornaamste stellingname? Dat mis ik vaak.”
Wanneer is de ontkerkelijking hier begonnen?
„Daarover wordt verschillend gedacht. Sommigen zeggen dat Wittenberg en omgeving altijd al een voor de kerk moeilijk bereikbaar gebied hebben gevormd. Er is hier ook nooit iets van een opwekkingsbeweging geweest, zoals andere regio’s die wel kennen, en zelfs in Luthers tijd was er sprake van een ”Predigstreit”. Luther was niet altijd even trots op zijn Wittenbergers, omdat zij zo hard van hart waren, zo hardhorend. Hij kon soms zeggen: Ik preek drie weken niet meer in de Stadskerk.
In de twintigste eeuw kwamen daar nog twee dictaturen overheen: de nationaalsocialistische en de communistische. Beide waren zeer antikerkelijk, en dat heeft generaties gestempeld. In de jaren vijftig lieten velen zich nog dopen, maar sindsdien is dat eigenlijk voorbij.
Overigens proberen we sinds de Wende, 1989, wel weer jonge mensen te bereiken. Er kwamen protestantse kinderdagverblijven, scholen. Maar het vraagt veel geduld, al zie je inmiddels wel dat via de kinderen op deze scholen soms ook ouders en grootouders weer in contact komen met religie.”
Hoe viert u als gemeente 500 jaar Reformatie?
„We volgen eigenlijk twee sporen. Aan de ene kant zijn we gewoon gemeente, met onze erediensten, confirmatie, de doop. Een gemeente is geen museum.
Daarnaast gebeurt er natuurlijk een aantal speciale dingen. Een van de belangrijkste is wel dat de kerk gerenoveerd is. Ik zeg altijd: deze kerk is de ster van dit Reformatiejubileum.”
De renovatie is klaar?
„Jawel, alleen de financiering is nog niet helemaal rond. De totale kosten bedroegen 8 miljoen euro, we hebben nog zo’n 250.000 euro nodig.” Ds. Block loopt naar een kast, komt dan terug met een folder. „Op internet –am-tisch-mit-luther.de– voeren we een digitale actie. In de Stadskerk bevindt zich het zogenoemde Reformatiealtaar van Lucas Cranach de Oude, uit 1547. Daarop heeft hij ook gewone Wittenbergers afgebeeld. Idee is nu dat je een selfie maakt waarbij je met Luther aan tafel zit, en daarbij ten minste 5 euro doneert.
Wat het verdere programma betreft: er worden ook „Wittenberger kanselredes” gehouden, waarbij prominente sprekers in de Stadskerk optreden. En dan zijn er de picknicks na de zondagse eredienst, de vele, vele rondleidingen voor gasten en toeristen, en tal van bijzondere concerten. Zelf hield ik onlangs, tijdens de Kirchentag, twee lezingen over Luther in gedichten, waarover ik een boek schreef.”
Op 20 mei werd in Wittenberg de Wereldtentoonstelling ”Reformatie – poorten van de vrijheid” geopend. Daarin ligt sterk de nadruk op de oecumene, het interreligieuze ook (met als voorbeeld het Berlijnse House of One). Hoe kijkt u daar tegen aan?
„Heel mooi. Het is voor het eerst in de geschiedenis, de kerkgeschiedenis, dat we het Reformatiejubileum zo, oecumenisch en internationaal, kunnen vieren. Ik vind het prachtig dat we geleerd hebben dat we zoiets samen kunnen doen, met lutheranen, reformatorischen, maar ook met katholieken, baptisten en andere religies – denk aan de vele vluchtelingen. Hier ligt, geloof ik, de opgave voor de 21e eeuw: in de veelheid van stemmen de eigen identiteit bewaren zonder dat die identiteit agressief wordt richting anderen. Waarbij je bijvoorbeeld ook laat zien dat Duitsland zonder christendom, en zonder Reformatie, niet voor te stellen is. Maar die Reformatie gaat wel verder.”
En toen was daar ineens de commotie rond de ”Judensau” (Jodenzeug), het „antisemitische” reliëf op de buitenmuur van de Stadskerk.
„Het is een oude controverse. Het reliëf dateert uit de dertiende eeuw, dus ver voor Luther. Sindsdien is er voor Joden heel veel verschrikkelijks gebeurd. In de jaren tachtig van de vorige eeuw is besloten om op het plein bij de muur een gedenkplaat te leggen, bij wijze van commentaar. Maar de onrust blijft. Op dit moment loopt er een petitie tegen de Judensau, worden er wakes georganiseerd en ontvangen we brieven waarin wordt opgeroepen het reliëf in dit Reformatieherdenkingsjaar te verwijderen. Tot nu toe zegt een meerderheid van onze gemeente: Niet doen, dit behoort tot onze geschiedenis, en die moeten we niet verdoezelen.”
Hoe staat u er zelf in?
„Beide kanten hebben goede argumenten. Het is niet zo gemakkelijk. Er wordt wel een vergelijking gemaakt met de voormalige concentratiekampen, die nu gedenkplaatsen zijn. Maar het verschil is dat zo’n KZ niet meer in gebruik is. Bij de Judensau ligt dat anders: wie vanaf het kerkplein naar boven kijkt, ziet nog steeds een varken, en een rabbijn, en Joden die zuigen aan de tepels van het varken. De agressie gaat dus nog altijd door.”
Het oorsprongsland van de Reformatie is niet reformatorisch meer, constateerde u. Kunt u zich voorstellen dat er nog eens een nieuwe reformatie komt, een opwekking?
„Dat is de hoop van iedere predikant. Wat ik zou willen, is dat er in Wittenberg, en Duitsland als geheel, een nieuwe vreugde ten aanzien van religie ontstaat. Dat mensen ontdekken dat we niet slechts leven voor wat voor ogen is, het alledaagse, maar ook een lijn naar God nodig hebben. Dat de mens meer nodig heeft dan zichzelf, anders verwelkt hij. Ook een samenleving verwelkt zonder transcendentie, zonder spiritualiteit. Ik denk ook dat mensen dan beter zouden kunnen omgaan met hun verleden in een tijd van dictatuur.
Maar ik denk dat de kerken meer en meer tot huisgemeenten zullen worden. Er zijn heel wat Wittenbergers die zeggen: Ik geloof in God, maar met de kerk heb ik niets. En dat is ook God in de stad, religie in de stad. Dat is ook een soort reformatie: dat men gelovig kan zijn zonder kerk.”
De Bremer predikant Olaf Latzel bepleit juist een terugkeer naar een prediking à la Luther. Veel preken zijn zo slap geworden…
„Nee, dat vind ik niet goed. Luther is al een half millennium voorbij, en is in veel dingen zo vreemd, die kun je niet zomaar herhalen. Waar we waarschijnlijk naar toegaan is een gelovigheid zonder kerk. Huisgemeenten. En het christelijk geloof zal ons niet meer via grote persoonlijkheden als Luther worden bijgebracht, maar individueel, via het mond-tot-mondgetuigenis.”
Dat zou kunnen betekenen dat een prachtige kerk als de Stadskerk straks gesloten moet worden.
„Wellicht, ja, als daar geen geld meer voor is. Of dat de staat haar overneemt, als museum. Natuurlijk, dat hoop ik niet, ik zie liever de volkskerk. Maar wat ik de komende vijftig, honderd jaar verwacht, is een soort oerchristelijke beweging, huisgemeenten. Waar we ons er persoonlijk van zullen laten overtuigen dat Jezus Christus de Heiland is.”
stadkirchengemeinde-wittenberg.de
Ds. Johannes Block
Dr. Johannes Block (52) groeide op in de Duitse deelstaat Nedersaksen, in de omgeving van de stad Hannover. Theologie studeerde hij in Bonn, Heidelberg en Zürich. Vervolgens werd hij predikant in Winsen (Nedersaksen). Sinds 2004 is hij verbonden aan het Institut für Praktische Theologie aan de universiteit van Leipzig, waar hij ook doceert. Inmiddels is hij vijf jaar predikant van de evangelische (protestantse) Stadt- und Pfarrkirche St. Marien Wittenberg. In de Stadskerk ging Maarten Luther talloze keren voor.
Dr. Block heeft heel wat publicaties op zijn naam staan, onder meer op het terrein van kerkmuziek en liturgie.