Voorganger Bunschoten: Savannah had ook haar dromen
Bunschoten is in rouw en in vertwijfeling na de vondst zondag van de 14-jarige Savannah. „God, het doet zo zeer. God, het is zo oneerlijk.”
Vlaggen hangen halfstok in het Bunschoten. Om half tien deze Tweede Pinksterdag komen zo’n 150 mensen samen in de gereformeerde Zuiderkerk in het bakkersdorp. Het gezin van Savannah is verbonden aan deze gemeente.
„De familie van Savannah maakt de grootste nachtmerrie mee”, houdt kerkelijk werker Durk Muurling zijn gehoor voor. „Waar kunnen we nu beter zijn dan in het huis van de Heer? Daar kun je terecht met je verdriet, je zorg, je moeite.”
Zo zeer
De voorganger bidt geëmotioneerd. „God, het is zo oneerlijk. Het doet zo zeer. Er is zo veel vertwijfeling. Savannah had bij haar familie thuis moeten zijn.” Voor in de kerk zit een tiental schoolgenoten van het omgekomen meisje.
De gemeenteleden zingen gezangen en psalm 98 vers 1 en 4 in een nieuwere vertaling. „Deel dan Uw gave uit. Wees met Uw kracht nabij”, klinkt het in een van de gezangen.
De voorganger wijst op de kracht die de Bijbel biedt. „Dit is niet zomaar een oud Boek met zomaar oude woorden. Half Bunschoten heeft de vlag halfstok hangen. Veel Bunschoters bidden. Niet omdat dat allemaal stoer is, maar omdat de mensen bewogen zijn met anderen.”
Verstoord
Muurling preekt over een visioen van de profeet Ezechiël, uit Ezechiël 8. „Savannah zal ook haar dromen hebben gehad. Over haar toekomst, over een vriend of vriendin, over de excursie van woensdag, over de vakantie. Maar die dromen zijn afschuwelijk verstoord.”
De profeet ziet in zijn visioen een monster. Muurling: „Dat is het monster van dood en verderf. Zoals slachtoffers van een terreuraanslag in Londen zondag. En het monster verwijst ook naar de dood van Savannah en het 14-jarige meisje Romy uit Hoevelaken een paar dagen geleden. Hoe kunnen daders zo afschuwelijk bezig zijn?”
De voorganger wijst erop dat in elk mens ook iets van een monster zit. „We kunnen ons wel vroom en braaf voordoen, maar scholieren en ook volwassenen pesten elkaar. Bijvoorbeeld via Facebook of WhatsApp. God zegt: „Ik wil niet dat jullie elkaar pesten.” God houdt ons allen een keiharde spiegel voor.”
In Bunschoten leven talloze waarom-vragen. Muurling: „God wil de dood van Savannah en Romy niet. Hij vindt het afschuwelijk dat er zo veel ellende in de wereld is. God wil liefde, vrede en zachtmoedigheid.”
De voorganger roept de gemeenteleden op hun vertrouwen op God te stellen. „Ik sta hier ook met woorden te worstelen. Blijf geloven, tegen beter weten in. We gaan met al onze vragen naar huis. En morgen gaan we weer naar school of we gaan aan het werk achter de marktkraam. Het klinkt in de oren van niet-gelovigen misschien arrogant, maar toch zeg ik het: Alleen met God, in de kracht van Gods Geest, ervaar je echt kracht en krijg je echt hoop.”
Aan het eind van de ongeveer drie kwartier durende dienst zegt Muurling dat God „erbij was in de laatste uren van het leven van Savannah. Ik weet zeker dat Hij haar met open armen ontvangt, net als de vader de verloren zoon ontving. God zegt haar: „Kom maar bij mij, mijn lieve meisjse. Hier heb je geen pijn meer en geen verdriet.””
Angst
Bunschoten heeft zijn „onbezorgdheid” verloren, zegt Wilma, moeder van een dochter van 14 jaar. Zeker ook nadat burgemeester Van de Groep van Bunschoten de dorpelingen tot voorzichtigheid en oplettendheid heeft gemaand na de vondsten van de twee 14-jarige overleden meisjes in dezelfde regio. „Morgen gaat mijn dochter weer naar de tennisclub aan de rand van het dorp. Moet ik haar begeleiden? Of boezem ik haar dan onnodig angst in? Het gevoel dat Bunschoten een plek is waar iemand een onbezorgde jeugd kan hebben, is in een keer weggevaagd.”
De vrouw kende Savannah. „Ze was een echt familiekind, die veel optrok met haar opa en oma. Een vrolijke puber.” Wilma voelt zich gesterkt door de kerkdienst van maandagmorgen. „Het trof me dat de voorganger zei dat God de dood van Savannah niet heeft gewild. Wij mensen zijn niet zomaar marionetten. Dat betekent dus dat mensen zelf een vrije wil hebben om voor het goede of het kwade te kiezen.” Tineke, eveneens moeder, ervoer „troost” uit de dienst in de Zuiderkerk. „De voorganger stelde zich kwetsbaar op. Hij is ook maar een mens.”