Britten laten zich niet tegenhouden door terreur
Na de bloedige aanslag zaterdagavond in Londen pakken de Britten de draad weer op. „We zullen de haat niet laten winnen.” De verkiezingen op 8 juni zullen doorgaan. „We kunnen niet toestaan dat geweld ons democratisch proces doorbreekt”, aldus de Britse premier May.
Zaterdagavond iets na tien uur rijdt een witte bestelbus op London Bridge in op passerende voetgangers. De bus wordt aan het einde van de brug tot stilstand gebracht, waarna drie met messen en nepbomvesten gewapende mannen uitstappen en beginnen in te steken op het publiek. Al moordend bewegen ze zich richting Borough Market, een plek met veel pubs en andere uitgaansgelegenheden.
„Ze schreeuwden ”dit is voor Allah” terwijl ze een vrouw koelbloedig neerstaken”, aldus een ooggetuige. De Londense politie blijkt paraat te staan: binnen acht minuten worden alle drie aanvallers doodgeschoten. De snelle reactie voorkomt erger. Het drietal weet zeven mensen te doden, slechts een persoon meer dan de eenpersoonsaanval op Westminster Bridge op 22 maart. 48 mensen raken gewond, van wie sommige ernstig.
De politie heeft intussen 12 mensen opgepakt. Een van de invallen vond plaats in Barking, Oost-Londen, waar één van de vermoedelijke daders woonde. Het gaat om een 27-jarige man, vader van twee jonge kinderen, die in de buurt bekend stond als geradicaliseerd. Een vriend die anoniem wil blijven, zou hem aangegeven hebben bij de inlichtingendiensten, maar „zelfs zijn paspoort is niet afgenomen.”
De Britten zelf spreken elkaar ondertussen moed in om ‘gewoon’ door te gaan. Op de sociale media worden foto’s gedeeld van het centrum van Londen tijdens de Duitse bombardementen in 1940 en de aanslagen van de IRA in de jaren ’80 en ’90. Londen heeft ergere aanvallen doorstaan, lijkt de boodschap.
„Kijk elkaar diep in de ogen en roep ”liefde, liefde, liefde””, zo luidde de aanmoediging tijdens het herinneringsconcert zondagavond in het stadion van Manchester – de plek waar twee weken geleden bij de zelfmoordaanslag 22 doden vielen. Het concert stond vanzelfsprekend in het teken van de aanslag in Londen. Ook hier werd het algemene gevoelen na de derde aanslag in drie maanden vertolkt: we moeten doorgaan en de haat niet laten winnen.
Alle politieke campagnes voor de parlementsverkiezingen van aanstaande donderdag werden zondag stilgelegd. Na de aanslag in Manchester twee weken geleden werd er drie dagen geen campagne gevoerd. Labourleider Jeremy Corbyn hervatte zijn campagne zondagavond al weer. „We kunnen niet toestaan dat deze aanvallen ons democratisch proces ontwrichten, dan verliezen we allemaal.” Hij maakte gelijk van de gelegenheid gebruik om premier May aan te vallen op haar bezuinigen op de politie. De Conservatieve minister van Veiligheid Ben Wallace sloeg direct terug: „dit wordt gezegd door de man die er trots op is dat hij elke antiterreurwet in het verleden tegengewerkt heeft.”
Het lijkt erop dat de campagne de laatste dagen voor de verkiezingen niet meer bepaald zullen worden door de Brexit. Premier May nam daar zondag in haar speech al een voorschot op. Ze stelde dat „alle aanvallen aan elkaar verbonden zijn door de kwaadaardige ideologie van islamitisch extremisme”; het verslaan van deze ideologie is „een van de grootste uitdagingen van onze tijd.”
Dat kan volgens May alleen lukken „als mensen gaan inzien dat onze pluralistische Britse waarden superieur zijn aan alles wat deze aanhangers van de haat verkondigen.” Daarom moet dit gedachtegoed het publieke domein „uitgestampt” worden: „er is te veel tolerantie voor extremisme in ons land.” Daar zullen „moeilijke en ongemakkelijke gesprekken” voor gevoerd moeten worden, maar dat is nodig om „niet in gescheiden werelden, maar samen in een werkelijk Verenigd Koninkrijk te leven.”
Die laatste oproep werd beantwoord door Harun Rashid, de secretaris-generaal voor de Britse Raad voor Moslims. „We zijn klaar voor deze gesprekken; klaar om naar elkaar te luisteren.” Hij stelde verder dat de Raad een campagne gaat starten in moskeeën om verdacht gedrag te rapporteren.
Met haar directe aanval op islamitisch extremistisch gedachtegoed zet May een nieuwe toon in, die op bijval kan rekenen. Een andere maatregel die ze in haar speech aankondigde leverde echter direct kritiek op: May wil dat het internet „gereguleerd gaat worden”, zodat het geen „veilige plaats” meer is voor extremisten. Privacywaakhonden reageerden furieus; May heeft onder hen al slechte naam vanwege haar pogingen om de internetvrijheid aan banden te leggen.
Ondertussen zwelt ook vanuit andere hoeken de kritiek op May aan. Zo zou een vriend één van de aanslagplegers aangegeven hebben bij de inlichtingendiensten. Daarnaast lijkt het er op dat alle aanslagplegers van de afgelopen drie aanvallen allen bekend waren bij de politie. Of dit gevolgen gaat hebben voor de uitslag van de verkiezingen aanstaande donderdag is lastig te zeggen; ook omdat dit soort nationale rampen zittende leiders in de gelegenheid stelt om zich als de redder in nood te presenteren.