Onderzoek verwanten „laatste reële kans”
Het DNA-verwantschapsonderzoek onder circa 15.000 Limburgse mannen is volgens hoofdofficier van justitie Roger Bos „de laatste reële mogelijkheid de zaak tot een oplossing te brengen”. In dat onderzoek naar de dader van de moord op Nicky Verstappen wordt via afgenomen DNA feitelijk een soort stamboomonderzoek uitgevoerd. Zo hopen de opsporingsautoriteiten uit te komen bij familieleden van de dader.
Bos erkende daarbij afhankelijk te zijn van medewerking van de (mannelijke) bevolking. De kans op succes hangt sterk van die bereidheid af. Deelname is niet verplicht.
Sporen die in 1998 werden gevonden op de kleding van de vermoorde Nicky kunnen nu leiden tot de dader. Dat kan omdat het NFI in 2015 sporen aantrof op basis van verbeterd DNA-onderzoek. De voortschrijdende techniek heeft die mogelijkheid geschapen. Deze DNA-sporen worden voortdurend vergeleken met in databanken in onder andere België en Duitsland, maar leidden tot nog toe niet tot een hit. In deze databank zitten profielen van mensen die veroordeeld zijn voor misdrijven waarop meer dan vier jaar gevangenisstraf staat.
Een verwantschapsonderzoek is een ingrijpend middel, erkende het Openbaar Ministerie dinsdag, maar het geeft perspectief op het oplossen van dit misdrijf. De komende maanden treffen OM en politie voorbereidingen op het afnametraject. In de herfst zal het publiek daarover worden geïnformeerd.
Het onderzoek richt zich op verwanten in de mannelijke lijn. Zij dragen voor een gedeelte dezelfde DNA-kenmerken als de aangetroffen DNA-sporen. Wordt een gedeeltelijke match gevonden, dan wordt vervolgens een stamboomonderzoek uitgevoerd dat leidt tot het in kaart brengen van familieleden in de mannelijke lijn, zoals vader, zoons, broers of neven. Zo hoopt de politie bij de dader uit te komen.