Consument

Weven kan met plastic, wol, veters, raffia en nog veel meer

Dicky Veldhuijzen-Meeuse uit Putten weeft. Ze weeft van alles: tassen, kussenhoezen, sjaals, poncho’s voor de kleinkinderen, handdoekjes om cadeau te geven, stroken met handige opbergvakken voor aan de muur. Binnenkort houdt een geweven tuinhekje de katten uit de tuin.

15 May 2017 11:48Gewijzigd op 16 November 2020 10:33
beeld RD, Anton Dommerholt
beeld RD, Anton Dommerholt

Met elk materiaal waar repen of stroken van te maken zijn, kun je weven, zegt Dicky Veldhuijzen (70). En dus ook met boomtakken. Voor dat tuinhek.

Ze haalt een geweven lap van zolder waarmee ze illustreert wat voor uiteenlopende materialen geschikt zijn. Ze maakte de lap tijdens een cursus; de opdracht was: ”Loop eens door je huis en kijk waarmee je zoal kunt weven”. Het resultaat is een weefsel van draadjes, plastic, lint, een in repen geknipte foto van een sneeuwlandschap, schapenwol, keukenrol, panty’s, knoopwol, oranje mandarijnennetten, raffia, koord, linnen, vlas, lapjes leer, biaisband, koperdraad, fietsband...

Oerklos

Restjes garen zijn veilig in huize Veldhuijzen. Haast alles is immers nog te gebruiken. Die liefde voor garen kwam al openbaar in 1974, toen Dicky Veldhuijzen in Veenendaal een grote klos onbewerkte wol op straat vond. Het was een soort oerklos, uit de Scheepjeswolfabriek wellicht, en ze bedacht wat je dáár al niet allemaal van kon maken. Ze belde Scheepjeswol, en hoewel niemand begreep hoe de klos op straat terecht was gekomen –hij hoorde alleen in de fabriek–, mocht ze hem houden. „Ik dacht: Daar wil ik mee gaan weven. In die tijd was weven hip. Maar ik had er toen geen geld en geen tijd voor, dus het idee raakte een beetje op de achtergrond. We hadden een gezin; we verhuisden af en toe, en de klos verhuisde mee.” Af en toe gebruikte ze wat van de wol, voor franjes van een tafelkleed bijvoorbeeld, maar er zijn na al die jaren nog steeds heel veel meters over: „Kijk, de modder van de Veenendaalse straat zit er nog op.”

Pas in 2008, toen haar zeven kinderen uit huis waren en het „een beetje stil” werd, begon Veldhuijzen te weven. Haar dochter googelde even en vond een mooi weefgetouw dat te koop stond; haar man, emeritus predikant J. Veldhuijzen (nu 72), stapte in de auto en reed naar Limburg om het op te halen.

Ze probeerde het een en ander uit, stuitte tijdens een handwerkbeurs op het Weefnetwerk, en ze vond een lerares in Apeldoorn bij wie ze een cursus volgde.

Plastic tasjes

Dicky Veldhuijzen werd enthousiast. „Ik heb eerder wel gebreid en geborduurd, maar dat werd nooit zo mijn hobby als weven nu is.” Drie jaar geleden ging ze weven met mensen met een verstandelijke beperking: in Putten bevindt zich de Rozenboog, een dependance van Stichting De Rozelaar, die daar dagbesteding aanbiedt. Elke maandagmiddag gaat ze daar als vrijwilliger aan de slag met een groepje van vier of vijf deelnemers; ze maken samen bijvoorbeeld tassen van stroken van plastic tasjes, of kussenhoezen van spijkerstof. „Een van hen zit achter een groot getouw, dat we konden aanschaffen dankzij sponsors. Eén werkt met een tafelweefgetouw, en de anderen gebruiken een weefraam.”

Het tassenproject is een groot succes, zegt Veldhuijzen, sinds plastic tasjes in winkels niet meer gratis zijn en iedereen weer een boodschappentas zou moeten hebben. „Eén oproep leverde ons bergen tasjes op. We knippen ze in slierten en gebruiken ze als inslag. De tassen zijn meestal al verkocht als ze nog op het getouw staan.” Andere producten zoals boekenleggertjes, sjaals en kussens worden verkocht in het winkeltje van De Rozelaar en op markten.

Als er nieuwe materialen nodig zijn, moeten die bekostigd kunnen worden van de opbrengst. Voor de activiteit bij de Rozenboog is verder geen geld beschikbaar; hergebruik van bestaande spullen is een sport geworden. Wol uit oude vloerbedekking? Heel nuttig. Net als versleten spijkerbroeken.

Het is een intensieve middag, ’s maandags, maar Veldhuijzen houdt ervan om te weven met deze mensen. De leiding merkt dat het rustgevend werkt voor de deelnemers. „Weven geeft structuur in je hoofd, in je gedachten”, zegt ze. „Elke draad staat loodrecht op de andere, dat is weven in de basis altijd, hoewel je het van daaruit steeds ingewikkelder kunt maken.” Snap je eenmaal hoe het werkt, dan is het dus overzichtelijk, én het geeft veel voldoening als je vervolgens zo’n prachtige geweven lap tevoorschijn ziet komen. De afwerking van de creaties –een tas in elkaar zetten, hengsels vastmaken, kussenhoezen afwerken– verzorgt Veldhuijzen thuis.

Vechten met je getouw

Op haar tafelweefgetouw in de woonkamer, het weefgetouw op zolder en haar kleinere weefraam staat altijd iets opgezet. „Ik wil geen leeg getouw hebben”, zegt Veldhuijzen. „Zodra iets af is, kriebelt het, en ga ik snel wat nieuws bedenken.” Opzetten blijft spannend: „Je bent altijd een beetje aan het vechten met je getouw.”

Eerst maakt ze een schering, op een speciale daarvoor bestemde plank, die ze overbrengt op het getouw. Daarna worden de draden één voor één ingeregen. Eén verkeerde inrijging geeft een weeffout in de hele lap. Zodra de schering –de verticale draden– strak staat opgespannen, kan het inweven beginnen.

Ze gebruikt woorden als hevel, riet en kam, stof- en garenboom, en verklapt dat het opzetten van een sjaal van fijn garen acht uur kan kosten, net zo lang als het weven zelf. Hoe het patroon tevoorschijn komt, dat lijkt hogere wiskunde – en toch noemt Veldhuijzen zich nog altijd een hobbyist.

Op een weefraam in de woonkamer ligt een werkje waar ze het lint van een oud cassettebandje doorheen weeft. „„Stond daar een preek op?” vroeg mijn man.”

weefnetwerk.nl

Kussen van spijkerstof

Zin om aan de slag te gaan? Weef eens een kussenhoes van spijkerstof.

Om te weven heb je een weefgetouw of weefraam en een steeklat nodig. Een weefraam (40 tot 50 cm lengte, ca 30 cm breed) is te koop in goede speelgoedzaken, of te bestellen op internet. Veldhuijzen werkt met ramen van Metaweef.

Zelf maken kan ook.

Nodig voor het weefraam en steeklat

- 4 houten balkjes: 2x30 cm en 2x50 cm

- 4 hoekbeugeltjes

- per beugeltje 4 kleine schroefjes

- ca 60 spijkertjes van 3 cm

- schroevendraaier en hamertje, stift of potlood

- plat dun latje: 20 x 3cm, 2 mm dik

- lapje schuurpapier

Werkwijze

Maak een raamwerk van de balkjes en bevestig die aan elkaar met de hoekbeugeltjes en schroefjes. Leg dit raamwerk plat neer, maak kleine stipjes op 1 cm afstand van elkaar op de korte balkjes met een stift en timmer hierop de spijkertjes 1 cm diep.

Zaag aan beide uiteinden van het platte insteeklatje een inkeping zodat er garen omheen gewikkeld kan worden en schuur het latje glad.

Nodig voor het weven

- weefraam

- een rest haakkatoen die je mooi vindt bij spijkerstof

- oude spijkerbroek of -rok

- schaar

- kam

- naald met groot oog en stompe punt

- stof voor de achterkant van het kussen (eventueel)

- binnenkussen met vulling

Werkwijze

Span eerst het weefraam. Neem het uiteinde van de haakkatoen en maak met een lusje de draad vast aan de spijker linksboven. Haal de draad om de spijker onderaan weer naar boven, en zo verder tot alle spijkers zijn gebruikt. Maak de draad vast. De schering is nu klaar.

Nu de inslag. Neem een gedeelte van het kledingstuk waar de langste stroken van geknipt kunnen worden. Knip de stof in dunne repen van maximaal een halve centimeter. Wikkel zo’n spijkerstofstrook om de insteeklat en neem 1 draad op en 1 draad neer van de schering. Keer aan het eind, en neem dan de draad die onder is op en de bovendraad neer. Zo ga je door, heen en weer, tot de stofreep op is. Laat een overtollig stukje gewoon bungelen. Bij het keren duw je telkens met de kam de stof aan, zodat die strak op het reeds geweven gedeelte aansluit. Aanduwen kan zó, dat de stof glad aansluit, maar kan ook strakker, zodat de stof wat oprimpelt en het weefsel steviger wordt.

Werk zo door tot er niet genoeg ruimte op het weefraam is om verder te gaan.

Werk de boven- en onderkant af met een festonsteek met de stompe naald en de gebruikte katoen, anders valt het weefsel uit elkaar. Knip nu 1 kant los van het raam en schuif de andere kant eraf.

Knip de reepjes stof, die langs het werk bungelen, op ca 2 centimeter af.

Maak twee van zulke lapjes, werk met zigzagsteek de zijkanten af en naai ze aan elkaar. Geef de kussenhoes iets stoers door er een zak van de spijkerbroek of een ander element op te naaien.

Kies voor de achterkant het (bijpassende) stofje, of weef daarvoor nog twee lapjes. Maak het kussen af met de achterkant en het binnenkussen.

Het kussen staat leuk op een bankje buiten, of in een tienerkamer.

Op YouTube zijn filmpjes te vinden over het werken met een weefraam. Kies je ervoor om een raampje te kopen, dan zit daar een kantelbalkje bij. Dat werkt gemakkelijker omdat je daarmee telkens de draden om en om opbeurt, zodat je met het steeklatje de stofreep kunt inschuiven.

serie Creatief hergebruik

Dit is de vierde aflevering van een serie over creatief hergebruik van materiaal. rd.nl/hergebruik

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer