Dertig jaar geleden stierf Primo Levi
De Auschwitzoverlevende en schrijver Primo Levi werd wereldberoemd door publicaties over zijn gevangenschap in de Tweede Wereldoorlog en de tijd erna. Het is vandaag dertig jaar geleden dat Levi overleed.
Wat Anne Frank voor Nederland is, is Primo Levi voor Italië. Iedereen kent er zijn naam. De meeste Italianen hebben werk van hem gelezen, want Primo Levi is verplichte literatuur op de Italiaanse scholen. In zijn woonplaats Turijn vinden deze week herdenkingsbijeenkomsten plaats met vooral lezingen en muziek. Ook zullen er niet eerder vertoonde interviews te zien zijn.
Joyce Rondaij startte in 2015 een onderzoeksproject over de Italiaans-Joodse schrijver Primo Levi en zijn spreken over God na de Holocaust. Zij bezocht het huis en het graf van de schrijver in de Noord-Italiaanse stad. Levi woonde in een palazzo, een appartementengebouw met een brede houten toegangspoort aan de Corse Re Umberto. Hij ligt begraven op de Joodse begraafplaats in Turijn. De liggende steen met zijn naam is, op Joodse wijze, bedekt met kleine steentjes. naast zijn naam staat er ook een nummer op: 174517. Zijn registratienummer in Auschwitz. Daar, in het concentratiekamp, was hij geen mens, slechts een nummer, zo schrijft hij in het boek ”Is dit een mens?”
Joyce Rondaij studeerde in 2014 af als theoloog aan de Protestantse Theologische Universiteit. Haar eindscriptie ging over de religieuze aspecten in dat boek. Daarna werd haar de gelegenheid geboden te werken aan een proefschrift over Levi en zijn ideeën. De onderzoeker bracht een jaar door in Italië, onder meer in het Internationale Centrum voor Primo Levistudies. Ze leerde Italiaans om Levi in zijn eigen taal te kunnen lezen en kwam in contact met Alberto Cavaglion, dé Primo Levikenner.
Naar verwachting zal Rondaij haar onderzoek in 2019 afronden; een interdisciplinaire studie waarbij literatuur, filosofie en theologie alle drie een plaats krijgen. „Velen vragen zich af hoe je na Auschwitz nog in God kunt geloven. De vraag is dan: „Hoe heeft God dit kunnen toelaten?””
Waar komt uw belangstelling voor dit onderwerp vandaan?
„Levi’s vragen zijn de mijne. Toen ik jong was, kwam ik in aanraking met emotioneel beschadigde kinderen. Ik ging vragen stellen over het lijden. Goede Vrijdag is voor mij een kernmoment. God identificeert Zich met het lijden. Jezus riep aan het kruis: „Mijn God, Mijn God, waarom hebt U Mij verlaten?” Is dat ook niet de vraag van de hedendaagse mens, of is die vraag niet meer aan de orde? Levi schrijft over het lijden en de achterliggende vragen.”
Hoe doet hij dat?
„Hij gaat dieper dan een beschrijving van het lijden. Hij schrijft over de ontmenselijking van de mens. Dat gebeurde toen hij en anderen uit hun veilige omgeving weggehaald werden en samen in een veewagon geperst werden op weg naar Auschwitz. Daar aangekomen moesten ze zich uitkleden tot ze helemaal naakt waren en werd al hun haar afgeschoren. Ze kregen allemaal een nummer, getatoeëerd op hun arm, hun naam deed er niet meer toe. Ze kregen net genoeg eten om in leven te blijven, terwijl ze zulk zwaar werk moesten doen dat ze niet meer gewoon konden denken. Als ze werden toegesproken, gebeurde dat op een commandotoon in een taal die ze niet verstonden. Levi beschrijft de ontmenselijking in zijn contacten met mensen, zowel slachtoffers als de daders.”
Was Levi een religieuze Jood?
„Nee, dat was hij niet. Hij schreef zelf dat hij niet geloofde in God. Als hij op scholen sprak, werd hij er moe van te horen dat jongeren verlangden naar God. „God is geen antwoord op al onze vragen. Als er een ‘machinist’ zou zijn, zou het er een zijn die zich weinig om ons bekommert”, concludeerde hij.”
Toch onderzoekt u Levi’s spreken over de mens en God?
„Levi was een zogenoemde geseculariseerde Jood en toch komen in zijn boeken de Bijbelverhalen aan de orde. Zo verwijst hij naar het Sjema Jisrael: „Hoor Israël, de Heere onze God is een enig Heere.” Hij herschrijft dit gebed. Men moet horen naar zijn getuigenis van Auschwitz. Ook schrijft hij over Job, die geen antwoord kreeg op zijn vragen over het lijden. Levi vergelijkt hem met de slachtoffers van de Holocaust, die ook geen antwoord kregen. Levi verwijst wel naar de passages waarin God Zich als Schepper van het heelal laat zien, dus groter dan de mens. Maar dit is hem geen troost, want God laat, in al Zijn macht, de onschuldige mens lijden.”
Blijft de vraag in hoeverre men Levi religieus kan noemen.
„Levi verhoudt zich op een nieuwe manier tot de Joodse traditie. Levi vergelijkt de verhalen van de gevangenen in Auschwitz met de Bijbelse verhalen en vraagt zich af: zijn het dan ook niet de verhalen van een nieuwe Bijbel? De Auschwitzoverlevende tekent de eenzaamheid van de moderne mens in het universum. Levi probeert een brug te slaan tussen de geschiedenis en het heden. Dat doet hij door constant de grens tussen goed en kwaad op te zoeken. De vraag is: wat is goed en wat is kwaad en wat is het Godsbeeld van de generatie na Auschwitz?”
Wat is de relevantie van het onderzoek voor onze tijd?
„Eén ding is in ieder geval al duidelijk: theologisch gezien bevraagt Levi de grens tussen het religieuze en het seculiere; een belangrijke vraag in onze tijd. De boeken van Levi zijn gericht tegen het wij-zij denken, dus ook tegen het populisme van nu. Die boodschap –het is niet goed om een groep maatschappelijk uit te sluiten– lijkt eenvoudiger dan ze in werkelijkheid is. Want in grenssituaties, die zich plotseling kunnen voordoen, passeren mensen zomaar de grens van goed naar kwaad. Levi zei: „Als de ander als vijand wordt gezien, is dat het begin van het domino-effect dat eindigt bij Auschwitz.””
Het leven van Primo Levi
Primo Levi werd in 1919 in Turijn geboren en werkte als chemicus in een laboratorium. De Jood werd op 13 december 1943 gearresteerd en naar Auschwitz gedeporteerd, waar hij dwangarbeid moest verrichten. Hij overleefde Auschwitz als een van de 5 van een groep van 650 Italiaanse Joden.
Na de oorlog schreef hij diverse boeken, gedichten en verhalenbundels. In 1947 kwam het eerste uit ”Se questo è un uomo”, dat in 1963 in het Nederlands vertaald werd onder de titel ”Eens was ik een mens”. Sinds 1987 heet het: ”Is dit een mens?” Het gaat over zijn periode in het kamp en de manier waarop mensen zich in zulke extreme omstandigheden gedragen.
Daarna is van Levi in het Nederlands vertaald ”Het respijt”, waarin hij zijn terugtocht beschrijft van Auschwitz naar Turijn na de bevrijding uit het kamp. De reis duurde negen maanden en vormde een tussenperiode tussen de kampperiode en ”het gewone leven”. Het boek ”De verdronkenen en de geredden” bevat essays van Levi waarin de vraag centraal staat wie overleefde en waarom. De drie oorlogsboeken werden gebundeld onder de titel ”De getuigenissen”.
Levi overleed op 11 april 1987 onder verdachte omstandigheden. Hij kwam ten val in een trappenhuis en viel enkele verdiepingen naar beneden. De meningen zijn verdeeld of het ging om een ongelukkige val of om zelfmoord. Sommigen menen dat de man, die depressief was, zijn herinneringen niet meer aankon. Het is in ieder geval zeker dat de oorlog in zijn hoofd nooit eindigde.
Null Achtzehn
„Het is Null Achtzehn. Hij heeft geen andere naam dan deze, Nul Achttien, de laatste drie cijfers van zijn inschrijvingsnummer: alsof iedereen begrepen had dat alleen een mens een naam verdient en dat Null Achtzehn geen mens meer is. Ik geloof dat hij zijn naam zelf ook vergeten is; in elk geval gedraagt hij zich zo. Als hij praat, als hij kijkt, krijg je de indruk dat hij van binnen leeg is, niets meer dan een omhulsel, zoals die lege resten van bepaalde insecten die je bij stilstaand water kunt vinden, die met een draadje vastzitten aan de stenen en waaien in de wind.”
Citaat uit ”Is dit een mens?”, over degene met wie Levi op dat moment samenwerkt.